ECLI:NL:RBMID:2006:AZ1365

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
4 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
52360 KG 06-83
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod op vernietiging van schapen en verkoopbelemmering

In deze zaak vorderde de vennootschap onder firma Gebr. [eisers] V.O.F. en haar firmanten, gevestigd te Sluis, een verbod op de vernietiging van 129 schapen door de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) en de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector B.V. (KDS B.V.). De eisers stelden dat de schapen geschikt waren voor consumptie, omdat deze eerder waren gekeurd door de KDS B.V. en dat de vernietiging onterecht zou zijn, wat hen schade zou toebrengen. De VWA voerde aan dat de schapen niet binnen 24 uur voor de slacht waren gekeurd, wat volgens de geldende Europese regelgeving betekende dat deze niet in het verkeer mochten worden gebracht. De KDS B.V. ondersteunde het verweer van de VWA en stelde dat zij niet bevoegd was om de vorderingen van de eisers te honoreren.

De voorzieningenrechter overwoog dat, hoewel mogelijk een andere rechter bevoegd zou zijn, het van belang was om uitspraak te doen over de vraag of de schapen in het verkeer mochten worden gebracht. Vastgesteld werd dat de schapen niet binnen de vereiste termijn waren gekeurd, waardoor de VWA zich op het standpunt kon stellen dat de schapen niet in het verkeer mochten worden gebracht. De vordering van de eisers werd afgewezen, met veroordeling in de proceskosten. De voorzieningenrechter oordeelde ook dat de KDS B.V. niet bevoegd was om de vorderingen te honoreren, aangezien zij geen beslissing had genomen over het in het verkeer brengen van de schapen.

Het vonnis werd uitgesproken op 4 mei 2006 door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en de eisers werden in de kosten van het geding veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 4 mei 2006 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 83/2006
1. de vennootschap onder firma Gebr. [eisers] V.O.F.,
gevestigd te Sluis, en haar firmanten:
2. [eiser[eisers], en
3. [eiser[eisers],
beiden wonende te Sluis,
eisers,
procureur: mr. R.R.E. Nobus,
tegen:
1. Voedsel en Warenautoriteit (VWA),
gevestigd te Zwijndrecht,
gedaagde,
advocaat: mr. H.J.S.M. Langbroek,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector B.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat: mr. E.J.P. Schothorst-Gransier.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als [eisers] (mannelijk enkelvoud), VWA en KDS B.V.
Het dossier bevat de volgende processtukken:
- dagvaardingen met bijlagen.
2. De feiten
2.1. [eisers] exploiteert een slachterij van schapen te Sluis.
2.2. Voordat de schapen geslacht mogen worden dienen deze te worden gekeurd door de VWA. Deze keuring dient te geschieden binnen 24 uur voor het slachten van de schapen. De KDS B.V. dient de schapen te keuren nadat zij zijn geslacht.
2.3. [eisers] werkt met vaste slachtdagen, te weten:
- maandag van 6.00 uur tot 17.00 uur;
- woensdag van 6.00 uur tot 11.00 uur;
- donderdag van 6.00 uur tot 14.00/14.30 uur.
2.4. Op maandag 1 mei 2006 zijn er ruim 900 schapen door de VWA gekeurd en goed bevonden. Van deze ruim 900 schapen zijn er diezelfde dag 550 geslacht.
2.5. Op woensdag 3 mei 2006 om 6.00 uur is [eisers] begonnen met het slachten van (het restant van) de schapen die maandag 1 mei waren gekeurd, maar nog niet waren geslacht. Voorafgaand aan dit slachten heeft niet opnieuw een levende keuring plaatsgevonden.
Toen om 9.00 uur diezelfde morgen de dierenarts verscheen (voor het keuren van runderen) waren er inmiddels 129 schapen geslacht.
2.7. Aan [eisers] is vervolgens kenbaar gemaakt dat de 129 schapen dienen te worden vernietigd, omdat die schapen niet binnen 24 uur voor de slacht zijn gekeurd.
De resterende levende schapen zijn door de dierenarts gekeurd en goedgekeurd.
2.8. De KDS B.V. heeft de geslachte schapen, waaronder de betreffende 129, gekeurd en goedgekeurd.
3. Het geschil
3.1. [eisers] vordert - kort samengevat - de VWA en de KDS B.V. te verbieden om de schapen te vernietigen alsmede hen te verbieden om [eisers] te belemmeren de schapen te verkopen.
[eisers] stelt dat de KDS B.V. de schapen heeft gekeurd en dat deze derhalve geschikt zijn voor consumptie. De schapen die op woensdag 3 mei voor de slacht gekeurd moesten worden zijn op maandag 1 mei ook al gekeurd. In de periode 1 mei tot en met 3 mei 2006 is er op het bedrijf geen enkel dier aangevoerd en geen enkel dier geslacht. De volksgezondheid is op geen enkel moment in gevaar gekomen. Het is aan de slechte communicatie tussen de VWA en de KDS B.V. te wijten dat de levende keuring niet op tijd heeft plaatsgevonden.
[eisers] voert verder aan dat hij in alle jaren dat het bedrijf werd geëxploiteerd nog nooit is geconfronteerd met het afkeuren van schapen.
Nu de schapen geschikt zijn voor consumptie is het volgens [eisers] onzinnig om de schapen te vernietigen. [eisers] zou hierdoor schade lijden, door hem voorlopig begroot op een bedrag van € 20.000,--
3.2. De VWA voert aan dat de verkeerde partij is gedagvaard. De VWA is een onderdeel van de Staat en de dagvaarding had derhalve in Den Haag betekend moeten worden. De voorzieningenrechter van deze rechtbank is daarnaast absoluut onbevoegd om van de vordering kennis te nemen. De beslissing waartegen [eisers] opkomt is een besluit in bestuursrechtelijke zin. [eisers] dient een voorlopige voorziening te vragen bij het CBB.
Inhoudelijk stelt de VWA dat op grond van Europese regelgeving (Verordening (EG) nr. 854/2004) geldt dat, indien er niet binnen 24 uur voor de slacht een keuring heeft plaatsgevonden, dit betekent dat er geen keuring heeft plaatsgevonden en dat het vlees derhalve niet in het verkeer mag worden gebracht. Het betreft een formele kwestie. De vraag of er een fout is gemaakt en, zo ja, aan wie deze te wijten is, is in dit geding niet aan de orde.
3.3. De KDS B.V. ondersteunt het verweer van de VWA dat zij een overheidsorgaan is en dat de voorzieningenrechter van deze rechtbank absoluut onbevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
Voorts voert zij aan dat aan de bevoegdheden, waarvan [eisers] uitvoering vordert, alleen toekomen aan de VWA. De KDS B.V. kan dus niet voldoen aan hetgeen is gevorderd. Zij is alleen belast met het keuren achteraf, na de slacht. De KDS B.V. heeft zich aan de regels gehouden.
4. De beoordeling
4.1. Ten aanzien van de vordering jegens de VWA wordt als volgt overwogen.
Mogelijkerwijs is een andere rechter bevoegd dan de civiele voorzieningenrechter in Middelburg. In deze is het echter van belang om uitspraak te doen op het punt dat partijen verdeeld houdt, namelijk de vraag of de betreffende 129 schapen in het verkeer mogen worden gebracht.
Ten aanzien van dat punt wordt overwogen dat vaststaat dat de schapen niet zijn gekeurd binnen 24 uur voor de slacht. Het publiekrechtelijke karakter van de van toepassing zijnde regels brengt dan mee dat de VWA zich op het standpunt kan stellen dat deze schapen niet in het verkeer mogen worden gebracht.
De vordering van [eisers] wordt dan ook afgewezen met veroordeling van [eisers] in de proceskosten.
4.2. Ten aanzien van de vordering jegens de KDS B.V. overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
De KDS B.V. heeft niet de bevoegdheid en heeft in concreto ook niet een beslissing genomen ten aanzien van het in het verkeer brengen van de geslachte 129 schapen, zodat reeds op die grond de vordering jegens de KDS B.V. moet worden afgewezen, met veroordeling van [eisers] in de proceskosten.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen van [eisers] jegens de VWA en de KDS B.V. af;
- veroordeelt [eisers] in de kosten van dit geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van de VWA begroot op € 248,00 wegens griffierechten en € 1.054,00 wegens procureurssalaris en aan de zijde van de KDS B.V. op € 248,00 wegens griffierechten en € 1.054,00 wegens procureurssalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 4 mei 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
FM