ECLI:NL:RBMID:2006:AZ1365
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verbod op vernietiging van schapen en verkoopbelemmering
In deze zaak vorderde de vennootschap onder firma Gebr. [eisers] V.O.F. en haar firmanten, gevestigd te Sluis, een verbod op de vernietiging van 129 schapen door de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) en de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector B.V. (KDS B.V.). De eisers stelden dat de schapen geschikt waren voor consumptie, omdat deze eerder waren gekeurd door de KDS B.V. en dat de vernietiging onterecht zou zijn, wat hen schade zou toebrengen. De VWA voerde aan dat de schapen niet binnen 24 uur voor de slacht waren gekeurd, wat volgens de geldende Europese regelgeving betekende dat deze niet in het verkeer mochten worden gebracht. De KDS B.V. ondersteunde het verweer van de VWA en stelde dat zij niet bevoegd was om de vorderingen van de eisers te honoreren.
De voorzieningenrechter overwoog dat, hoewel mogelijk een andere rechter bevoegd zou zijn, het van belang was om uitspraak te doen over de vraag of de schapen in het verkeer mochten worden gebracht. Vastgesteld werd dat de schapen niet binnen de vereiste termijn waren gekeurd, waardoor de VWA zich op het standpunt kon stellen dat de schapen niet in het verkeer mochten worden gebracht. De vordering van de eisers werd afgewezen, met veroordeling in de proceskosten. De voorzieningenrechter oordeelde ook dat de KDS B.V. niet bevoegd was om de vorderingen te honoreren, aangezien zij geen beslissing had genomen over het in het verkeer brengen van de schapen.
Het vonnis werd uitgesproken op 4 mei 2006 door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en de eisers werden in de kosten van het geding veroordeeld.