ECLI:NL:RBMID:2006:AZ1142
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot nakoming van lesovereenkomst voor rijopleiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 26 januari 2006 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde, waarbij eiser vorderde dat gedaagde zijn verplichtingen uit een lesovereenkomst zou nakomen. De overeenkomst betrof het geven van een theorie- en praktijkopleiding voor het behalen van een rijbewijs categorie B. Eiser had een bedrag van € 2.100,-- betaald, maar gedaagde beëindigde de overeenkomst na het geven van 18 bloklessen, omdat eiser volgens gedaagde niet over de benodigde capaciteiten beschikte om het rijbewijs te behalen.
Eiser vorderde primair dat gedaagde hem binnen 14 dagen rijlessen zou geven en hem zou laten deelnemen aan de examens, met een dwangsom voor elke week dat gedaagde deze verplichting niet nakwam. Subsidiair vorderde eiser ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding. Gedaagde verweerde zich door te stellen dat er een dringende reden was voor de beëindiging van de overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 6 lid 3 van de algemene voorwaarden, omdat eiser na 36 lessen nog niet in staat was om de vereiste verrichtingen voor het rijexamen uit te voeren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde de overeenkomst rechtsgeldig had beëindigd. Eiser had niet bestreden dat hij na de gegeven lessen niet over de benodigde vaardigheden beschikte. De rechter concludeerde dat de vorderingen van eiser moesten worden afgewezen, en veroordeelde eiser in de proceskosten van gedaagde, begroot op € 244,--. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in een lesovereenkomst en de mogelijkheid voor een verkeersschool om de overeenkomst te beëindigen bij gebrek aan voortgang van de leerling.