ECLI:NL:RBMID:2006:AZ0610

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
28 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
51494 HA ZA 06-84
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring van niet-rechtsgeldigheid van verlof tot tenuitvoerlegging van hypotheekakte

In deze zaak vorderden eisers, wonende te Domburg, dat de rechtbank zou verklaren dat het verlof tot tenuitvoerlegging van de hypotheekakte van 16 november 2005 niet rechtsgeldig was. De eisers stelden dat het verlof niet door de president van de rechtbank, maar door de voorzieningenrechter verleend had moeten worden, en dat de tenuitvoerlegging in Nederland in strijd was met de openbare orde. De eisers hadden in Duitsland bezwaar gemaakt tegen de executie van de hypotheek en voerden aan dat de Duitse rechter nog niet had beslist op hun klaagschrift.

De rechtbank oordeelde dat er inmiddels een rectificatie had plaatsgevonden van het eerder verleende verlof, waarbij de president was vervangen door de voorzieningenrechter. De Volksbank, gedaagde in deze zaak, had onweersproken gesteld dat de Duitse rechter onherroepelijk had beslist en de klachten van de eisers ongegrond had verklaard. De rechtbank concludeerde dat er formeel niets meer in de weg stond aan de tenuitvoerlegging van de akte in Nederland.

De rechtbank wees de vordering van de eisers af en veroordeelde hen in de kosten van de procedure. De beslissing werd genomen op 28 juni 2006 door mr. M.C. de Regt, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank benadrukte dat de door de eisers in Duitsland ingestelde vorderingen geen ander doel dienden dan de rechtsgang te frustreren, en dat er geen argumenten waren aangevoerd die konden leiden tot een oordeel dat de tenuitvoerlegging in strijd was met de openbare orde.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 51494 / HA ZA 06-84
Vonnis van 28 juni 2006
in de zaak van
[eiser sub 1] en [eiser sub 2],
wonende te Domburg,
eisers,
procureur mr. M.W. Dieleman,
tegen
de rechtspersoon naar Duits recht
VOLKSBANK EIFEL MITTE EG,
gevestigd te Prüm, Duitsland,
gedaagde,
procureur mr. C.J. IJdema,
advocaat mr. R.J. Leijssen te Enschede.
Partijen zullen hierna [eisers]. en Volksbank genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 april 2006
- het proces-verbaal van de op 14 juni 2006 plaatsgevonden comparitie van partijen.
De feiten
Op 5 januari 2006 is op verzoek van de Volksbank aan [eisers]. betekend de Grundschuldbestellungsurkunde, opgemaakt door notaris dr [S.] te Blankenheim, Duitsland. Op de akte is verlof tot tenuitvoerlegging gesteld van de president van de Rechtbank Middelburg.
Het geschil
[eisers]. vorderen dat het de rechtbank behage bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair te verklaren voor recht dat het op de akte van 16 november 2005 gestelde verlof tot tenuitvoerlegging niet rechtsgeldig is, althans subsidiair het verleende verlof in te trekken, een en ander met veroordeling van gedaagde in kosten van de procedure. [eisers]. leggen het volgende aan hun vordering te grondslag. Volgens artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-executieverordening dient het verlof niet te worden verleend door de president, maar door de voorzieningenrechter in de rechtbank. Voorts is de tenuitvoerlegging van de hypotheekakte in Nederland in strijd met de openbare orde. [eisers]. hebben in Duitsland bezwaar gemaakt tegen de executie van de hypotheek. Tenuitvoerlegging van de Duitse authentieke akte in Nederland is eerst toelaatbaar nadat de Duitse rechter op het klaagschrift heeft beslist.
Volksbank voert verweer. Het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging bevat een kennelijke verschrijving. De Volksbank heeft op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijk Rechtsvordering de voorzieningenrechter inmiddels om een rectificatie verzocht. Uit artikel 57 van de EEX Verordening volgt dat een authentieke akte verleden en uitvoerbaar in een lidstaat in een andere lidstaat uitvoerbaar kan worden verklaard. De door [eisers]. in Duitsland ingestelde vorderingen hebben geen ander doel dan de rechtsgang te frustreren. De Duitse rechter heeft inmiddels op het klaagschrift onherroepelijk beslist en de bezwaren van [eisers]. ongegrond verklaard.
De beoordeling
Zoals blijkt uit het proces-verbaal van de comparitie van partijen, en overigens aan de rechtbank ambtshalve bekend is, heeft inmiddels een rectificatie plaats gevonden van het eerder door de president van de rechtbank verleende verlof tot tenuitvoerlegging in die zin dat waar in het verleende verlof tot tenuitvoerlegging is vermeld "president" bedoeld is "voorzieningenrechter". De Volksbank heeft onweersproken gesteld dat de Duitse rechter inmiddels onherroepelijk heeft beslist en de klachten van [eisers]. ongegrond heeft verklaard. Uit artikel 57 van de EEX Verordening volgt dat een authentieke akte verleden en uitvoerbaar in een lidstaat in een andere lidstaat uitvoerbaar kan worden verklaard, tenzij de ten tenuitvoerlegging van de authentieke akte kennelijk strijdig is met de openbare orde van de aangezochte staat. [eisers]. hebben geen argumenten aangevoerd die kunnen leiden tot het oordeel dat sprake is van strijd met de openbare orde. De rechtbank gaat derhalve aan die stelling voorbij. Zij is van oordeel dat formeel niets meer aan de tenuitvoerlegging van de akte in Nederland in de weg staat en dat de vordering van [eisers]. derhalve dient te worden afgewezen. [eisers]. dienen als de in het ongelijk te stellen partij te worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing
De rechtbank
- wijst de vordering van [eisers]. af;
- veroordeelt [eisers]. in de kosten van het geding welke aan de zijde van de Volksbank tot aan dit moment worden begroot op € 248,00 wegens griffierecht en € 904,00 wegens procureurssalaris;
- verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2006.?