ECLI:NL:RBMID:2006:AZ0541

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
16 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
39782 HA ZA 03-434
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar kantongerecht in huurkoopzaak tussen Dexia Bank Nederland N.V. en gedaagde

In de zaak tussen Dexia Bank Nederland N.V. en de gedaagde, wonende te Hoek, heeft de Rechtbank Middelburg op 16 augustus 2006 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft in deze civiele procedure, die betrekking heeft op huurkoop, geoordeeld dat voldaan is aan de kenmerken van huurkoop. Dit oordeel is gebaseerd op de processtukken die zijn gewisseld, waaronder een akte uitlating en een antwoordakte na tussenvonnis. De rechtbank heeft vastgesteld dat Dexia zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de bijschrijving van effecten op naam van de gedaagde. De rechtbank concludeert dat er daadwerkelijk een bijschrijving heeft plaatsgevonden, ondanks dat de gedaagde slechts een voorwaardelijk recht op de effecten heeft verkregen. Dit wordt gezien als een eigendomsvoorbehoud in de zin van artikel 3:92 BW.

De rechtbank heeft de vordering in het incident toegewezen en Dexia veroordeeld in de kosten van het incident, die zijn begroot op € 452,-- aan procureurssalaris. Tevens heeft de rechtbank de zaak verwezen naar de sector kanton van de rechtbank, waar deze verder behandeld zal worden. De zitting is gepland op 13 september 2006, waarbij partijen in persoon of bij gemachtigde dienen te verschijnen. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis van 16 augustus 2006 in de zaak van:
rolnr: 434/03
De naamloze vennootschap
Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
procureur: mr. E.H.A. Schute,
advocaat: mr. H. Post;
tegen:
[geda[gedaagde],
wonende te Hoek, gemeente Terneuzen,
gedaagde,
procureur: mr. H. Klein Hesselink.
1. Het verdere verloop van de procedure
De rechtbank verwijst naar haar tussenvonnis d.d. 25 januari 2006.
Hierna zijn de volgende processtukken gewisseld:
- akte uitlating bijschrijving ex artikel 17 WGE: tot referte;
- antwoordakte na tussenvonnis.
2. De verdere beoordeling
2.1. De rechtbank heeft bij voornoemd tussenvonnis Dexia in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of er in casu daadwerkelijk bijschrijving van de effecten op naam van [gedaagde] in de administratie heeft plaatsgevonden. Dexia heeft zich ten aanzien daarvan gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
2.2. [gedaagde] heeft aangegeven dat gezien de referte van Dexia ervan uit dient te worden gegaan dat de aandelen zijn bijgeschreven op zijn naam.
2.3. De rechtbank gaat er, gelet op de referte van Dexia op dit punt, van uit dat er in casu daadwerkelijk een bijschrijving van de effecten op naam van [gedaagde] in de administratie heeft plaatsgevonden. Dat [gedaagde] middels deze bijschrijving gelet op de tekst van artikel 2 van de Bijzondere Voorwaarden slechts een voorwaardelijk recht op de effecten heeft verkregen doet hieraan niet af. De betreffende bepalingen zijn niet anders te beschouwen dan als een eigendomsvoorbehoud in de zin van artikel 3:92 BW.
2.4. Gelet op het vorenstaande en hetgeen in voornoemd tussenvonnis is overwogen, concludeert de rechtbank dat is voldaan aan de kenmerken van huurkoop, zodat de zaak op grond van artikel 93 onder c Rv door de sector kanton van de rechtbank dient te worden behandeld en beslist. De vordering in het incident kan derhalve worden toegewezen.
De rechtbank zal de zaak verwijzen naar de sector kanton van deze rechtbank.
2.5. Dexia zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het incident.
3. De beslissing
De rechtbank:
in het incident:
wijst de vordering tot verwijzing toe;
veroordeelt Dexia in de kosten van het incident, aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 452,-- aan procureurssalaris;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de sector kanton van de rechtbank (zittingsplaats Terneuzen) op woensdag 13 september 2006 om 10.30 uur, waarbij partijen, in persoon of bij gemachtigde, dienen te verschijnen.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 augustus 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
AIJ