ECLI:NL:RBMID:2006:AY9534
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verwijzing van Dexia zaak naar kantongerecht na bijschrijving op naam van gedaagde
In de zaak tussen Dexia Bank Nederland N.V. en [gedaagde], heeft de Rechtbank Middelburg op 31 mei 2006 uitspraak gedaan. Dexia had een verzoek ingediend bij de rechtbank, naar aanleiding van een tussenvonnis van 25 januari 2006, waarin de rechtbank Dexia de gelegenheid gaf om zich uit te laten over de bijschrijving op naam van [gedaagde] in de administratie van de betrokken instelling, zoals bedoeld in artikel 17 van de Wet giraal effectenverkeer (Wge). De rechtbank overwoog dat de bijschrijving op naam van [gedaagde] een formele handeling is die de levering van een aandeel in een verzameldepot tot gevolg heeft. Ondanks dat [gedaagde] slechts een voorwaardelijk recht op de effecten heeft verkregen, concludeerde de rechtbank dat dit niet afdoet aan de eigendomsvoorbehouden zoals beschreven in artikel 3:92 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De rechtbank oordeelde dat de kenmerken van huurkoop zijn voldaan en dat de zaak op grond van artikel 93 onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) door de sector kanton van de rechtbank behandeld dient te worden. De vordering in het incident werd toegewezen, en Dexia werd veroordeeld in de kosten van het incident, die aan de zijde van [gedaagde] werden begroot op € 452,-- aan procureurssalaris.
De rechtbank besloot de zaak te verwijzen naar de rolzitting van de sector kanton van de rechtbank, met een zitting gepland op 26 juni 2006. Dit vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en de rechtbank bevestigde dat partijen in persoon of bij gemachtigde dienden te verschijnen.