ECLI:NL:RBMID:2006:AY9534

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
31 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
44061 HA ZA 04-401
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van Dexia zaak naar kantongerecht na bijschrijving op naam van gedaagde

In de zaak tussen Dexia Bank Nederland N.V. en [gedaagde], heeft de Rechtbank Middelburg op 31 mei 2006 uitspraak gedaan. Dexia had een verzoek ingediend bij de rechtbank, naar aanleiding van een tussenvonnis van 25 januari 2006, waarin de rechtbank Dexia de gelegenheid gaf om zich uit te laten over de bijschrijving op naam van [gedaagde] in de administratie van de betrokken instelling, zoals bedoeld in artikel 17 van de Wet giraal effectenverkeer (Wge). De rechtbank overwoog dat de bijschrijving op naam van [gedaagde] een formele handeling is die de levering van een aandeel in een verzameldepot tot gevolg heeft. Ondanks dat [gedaagde] slechts een voorwaardelijk recht op de effecten heeft verkregen, concludeerde de rechtbank dat dit niet afdoet aan de eigendomsvoorbehouden zoals beschreven in artikel 3:92 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

De rechtbank oordeelde dat de kenmerken van huurkoop zijn voldaan en dat de zaak op grond van artikel 93 onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) door de sector kanton van de rechtbank behandeld dient te worden. De vordering in het incident werd toegewezen, en Dexia werd veroordeeld in de kosten van het incident, die aan de zijde van [gedaagde] werden begroot op € 452,-- aan procureurssalaris.

De rechtbank besloot de zaak te verwijzen naar de rolzitting van de sector kanton van de rechtbank, met een zitting gepland op 26 juni 2006. Dit vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en de rechtbank bevestigde dat partijen in persoon of bij gemachtigde dienden te verschijnen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis van 31 mei 2006 in de zaak van:
rolnr: 401/04
De naamloze vennootschap
Dexia Bank Nederland N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
procureur: mr. J. Boogaard,
advocaat: mr. S. Meeuwsen;
tegen:
[gedaagde],
wonende te Heinkenszand,
gedaagde,
procureur: mr. H.C.M. van den Boezem.
1. Het verdere verloop van de procedure
De rechtbank verwijst naar haar tussenvonnis d.d. 25 januari 2006, waarbij zij de zaak naar de rol heeft verwezen teneinde Dexia in de gelegenheid te stellen zich uit te laten zoals onder rechtsoverweging 3.3. van dat vonnis vermeld.
Hierna zijn de volgende processtukken gewisseld:
- akte uitlating bijschrijving ex artikel 17 Wge zijdens Dexia;
- antwoordakte zijdens [gedaagde].
2. De verdere beoordeling
2.1. Dexia heeft naar aanleiding van het verzoek van de rechtbank medegedeeld dat er in casu ingevolge artikel 17 Wge een bijschrijving op naam van [gedaagde] in de administratie van de betrokken instelling heeft plaatsgevonden. Blijkens de memorie van toelichting op artikel 17 Wge is de strekking van die bepaling dat de levering, als formele handeling ten behoeve van een aandeel in een verzameldepot, geschiedt door middel van bijschrijving op naam van de verkrijger. Dat [gedaagde] middels deze bijschrijving gelet op de tekst van artikel 2 van de Bijzondere Voorwaarden slechts een voorwaardelijk recht op de effecten heeft verkregen doet hieraan niet af. De betreffende bepalingen zijn niet anders te beschouwen dan als een eigendomsvoorbehoud in de zin van artikel 3:92 BW.
2.2. Gelet op het vorenstaande en hetgeen in voornoemd tussenvonnis is overwogen, concludeert de rechtbank dat is voldaan aan de kenmerken van huurkoop, zodat de zaak op grond van artikel 93 onder c Rv door de sector kanton van de rechtbank dient te worden behandeld en beslist. De vordering in het incident kan derhalve worden toegewezen.
De rechtbank zal de zaak verwijzen naar de sector kanton van deze rechtbank.
2.3. Dexia zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het incident.
3. De beslissing
De rechtbank:
in het incident:
wijst de vordering tot verwijzing toe;
veroordeelt Dexia in de kosten van het incident, aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 452,-- aan procureurssalaris;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de sector kanton van de rechtbank (zittingsplaats Middelburg) op maandag 26 juni 2006 om 10.00 uur, waarbij partijen, in persoon of bij gemachtigde, dienen te verschijnen.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 mei 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
AIJ