ECLI:NL:RBMID:2006:AY9486
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een eenvoudige gemeenschap na beëindiging van een affectieve relatie met geschillen over woningwaarde en gebruiksvergoeding
In deze zaak, uitgesproken op 4 oktober 2006 door de Rechtbank Middelburg, betreft het een boedelscheiding tussen een vrouw en een man na de beëindiging van hun affectieve relatie in december 2003. De vrouw, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, en de man, gedaagde in conventie en eiser in reconventie, hebben samen gewoond en een samenlevingsovereenkomst opgesteld op 15 april 2002. De geschillen in deze procedure omvatten onder andere de waarde van de gezamenlijke woning, de peildatum voor deze waarde, en de gebruiksvergoeding die de man aan de vrouw dient te betalen voor het gebruik van de woning na haar vertrek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning, die op het moment van de verdeling een waarde had van € 222.500, aan de man wordt toegescheiden. De hypothecaire leningen, die samen € 136.136,57 bedragen, worden eveneens aan de man toegedeeld. De vrouw vordert een gebruiksvergoeding van € 500 per maand, maar de rechtbank oordeelt dat een bedrag van € 315,50 per maand redelijker is, gezien de omstandigheden en de lasten die de man heeft gedragen na het vertrek van de vrouw.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de man aan de vrouw een bedrag van € 39.171,46 moet betalen wegens overbedeling, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.