ECLI:NL:RBMID:2006:AY8666
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Geschil over teruggave bankgarantie in bouwovereenkomst aluminium zeiljacht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 19 januari 2006, is een kort geding aan de orde waarin eiser, wonende te Lelystad, een vordering heeft ingesteld tegen gedaagden, waaronder de besloten vennootschap Alumarina Holland B.V., met betrekking tot de teruggave van een bankgarantie. De partijen hebben op 21 juni 1999 een overeenkomst gesloten voor de bouw van een aluminium zeiljacht. Gedurende de uitvoering van deze overeenkomst zijn er geschillen ontstaan, wat heeft geleid tot het leggen van conservatoir beslag door gedaagden onder eiser. Eiser heeft ter opheffing van dit beslag een bankgarantie aangeboden, die op 18 mei 2001 door CenE Bankiers is afgegeven voor een bedrag van € 215.545,00.
Eiser vordert in het kort geding dat gedaagden worden veroordeeld tot teruggave van de bankgarantie, of in ieder geval dat hij in staat wordt gesteld een vervangende bankgarantie af te geven. Eiser stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij deze teruggave, omdat hij financieel afhankelijk is van het rendement op zijn vermogen, dat wordt beperkt door het pandrecht dat door de bank is gevestigd in verband met de bankgarantie. Gedaagden betwisten echter het spoedeisend belang van eiser en stellen dat de vordering tot schadevergoeding van eiser op een ondeugdelijke grondslag berust.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de gevorderde teruggave van de bankgarantie. De rechtbank heeft overwogen dat de tekst van de bankgarantie een vordering tot teruggave uitsluit totdat er onherroepelijk over de onderliggende vorderingen is beslist. De vorderingen van eiser zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 januari 2006.