ECLI:NL:RBMID:2006:AY8612
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor paspoortaanvraag voor minderjarigen in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 7 juli 2006, gaat het om een kort geding tussen ex-echtelieden over de toestemming voor het aanvragen van een paspoort voor hun minderjarige kind. De eiseres, vertegenwoordigd door procureur mr. M.C. Buntsma, vordert vervangende toestemming op grond van artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet, omdat de gedaagde, de ex-echtgenoot, zijn toestemming weigert. De gedaagde, vertegenwoordigd door procureur mr. L.E. van Hevele, stelt dat de voorzieningenrechter onbevoegd is en dat de kinderrechter de bevoegde instantie is voor dit soort geschillen. De eiseres stelt dat er een spoedeisend belang is, aangezien zij met de kinderen op vakantie naar Turkije wil gaan en er onvoldoende tijd is om de reguliere procedure bij de kinderrechter te volgen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat, ondanks de argumenten van de gedaagde, de voorzieningenrechter wel degelijk bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De vrouw heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar verzoek, omdat de vakantieperiode reeds is begonnen en de gedaagde geen inhoudelijke bezwaren heeft tegen de toewijzing van de vordering. De voorzieningenrechter wijst de vordering van de eiseres toe en verleent toestemming voor het verstrekken van een reisdocument voor het minderjarige kind. Tevens wordt de proceskostencompensatie geregeld, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.