ECLI:NL:RBMID:2006:AY8612

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
7 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
53075 KG 2006-120
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor paspoortaanvraag voor minderjarigen in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 7 juli 2006, gaat het om een kort geding tussen ex-echtelieden over de toestemming voor het aanvragen van een paspoort voor hun minderjarige kind. De eiseres, vertegenwoordigd door procureur mr. M.C. Buntsma, vordert vervangende toestemming op grond van artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet, omdat de gedaagde, de ex-echtgenoot, zijn toestemming weigert. De gedaagde, vertegenwoordigd door procureur mr. L.E. van Hevele, stelt dat de voorzieningenrechter onbevoegd is en dat de kinderrechter de bevoegde instantie is voor dit soort geschillen. De eiseres stelt dat er een spoedeisend belang is, aangezien zij met de kinderen op vakantie naar Turkije wil gaan en er onvoldoende tijd is om de reguliere procedure bij de kinderrechter te volgen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat, ondanks de argumenten van de gedaagde, de voorzieningenrechter wel degelijk bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De vrouw heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar verzoek, omdat de vakantieperiode reeds is begonnen en de gedaagde geen inhoudelijke bezwaren heeft tegen de toewijzing van de vordering. De voorzieningenrechter wijst de vordering van de eiseres toe en verleent toestemming voor het verstrekken van een reisdocument voor het minderjarige kind. Tevens wordt de proceskostencompensatie geregeld, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 7 juli 2006 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 120/2006
[eiseres],
wonende te Middelburg,
eiseres,
procureur: mr. M.C. Buntsma,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Terneuzen,
gedaagde,
procureur: mr. L.E. van Hevele.
1. Het verloop van het geding
Het dossier bevat de volgende processtukken:
- dagvaarding met bijlagen;
- ter zitting door mr. Van Hevele overhandigde kopieën van de artikelen 34 en 38 van de Paspoortwet.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 5 juli 2006, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2. De feiten
2.1. Partijen zijn ex-echtelieden. Bij beschikking van deze rechtbank van 6 april 2005 is de echtscheiding uitgesproken in het tussen partijen gesloten huwelijk, welke beschikking op 21 april 2005 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.
2.2. Uit het huwelijk van partijen zijn de navolgende minderjarige kinderen geboren:
- [kind 1], geboren te Vlissingen op [datum] 1992,[kind 2] [kind 2], geboren te Vlissingen op [datum] 1999.
2.3. Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over voornoemde minderjarigen. De minderjarigen verblijven bij eiseres.
3. Het geschil
3.1. Eiseres vordert, kort samengevat en bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, vervangende toestemming op grond van artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet.
Zij stelt daartoe dat de man zonder enig belang weigert om zijn toestemming te verlenen voor het aanvragen van een paspoort voor [kind 2]. De vrouw wil met de minderjarigen gedurende de zomervakantie van 2006 op familiebezoek in Turkije. Er is geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat zij niet met de minderjarigen zal terugkeren uit Turkije.
Bij de vrouw heeft steeds de verwachting bestaan, mede op basis van informatie van de vorige advocaat van de man, dat de man zijn toestemming toch zou verlenen. Toen dit niet het geval bleek te zijn, resteerde er onvoldoende tijd voor de zomervakantie om de voorgeschreven verzoekschriftenprocedure bij de kinderrechter te volgen. Gelet hierop heeft de vrouw een voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening.
De vrouw betwist dat zij de man stalkt.
3.2. Gedaagde stelt dat de voorzieningenrechter onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen, nu er in de paspoortwet is bepaald dat de kinderrechter de bevoegde rechter is om van het geschil kennis te nemen.
In de paspoortwet is voorts opgenomen dat de kinderrechter met de meeste spoed beslist. Nu er derhalve in de Paspoortwet een voorgeschreven spoedprocedure is bepaald, dient eiseres niet-ontvankelijk te worden verklaard ten aanzien van de door haar gevraagde voorziening. De man heeft in principe geen bezwaar tegen de vakantie van de vrouw met de minderjarigen naar Turkije. Indien de juiste procedure wordt gevolgd, zal hij geen verweer voeren tegen het verzoek van de vrouw.
Gedaagde weigert toestemming te geven op grond van de omstandigheid dat de vrouw hem stalkt.
4. De beoordeling
4.1. In de Paspoortwet is in artikel 34 lid 2 een verzoekschriftenprocedure voor de kinderrechter voorgeschreven voor het verkrijgen van vervangende toestemming. Voor een verzoekschriftenprocedure gelden, ondanks dat in artikel 38 lid 5 van de Paspoortwet is bepaald dat ten spoedigste zal worden beslist, de reguliere termijnen voor oproeping.
Onweersproken is door de vrouw gesteld dat zij er op basis van informatie zijdens de man vanuit mocht gaan dat hij alsnog zijn toestemming zou verlenen. Aangezien die toestemming uitbleef en de vakantieperiode reeds begonnen is, is voldoende aannemelijk geworden dat zij een (spoedeisend) belang heeft om in dit geval een kort gedingprocedure te volgen en niet de voorgeschreven verzoekschriftenprocedure. Eiseres is derhalve ontvankelijk in haar vordering.
Voorts is gesteld noch gebleken dat gedaagde inhoudelijke bezwaren heeft tegen toewijzing van de vordering van eiseres. Dit geldt temeer nu namens gedaagde is aangevoerd dat hij geen verweer zou hebben gevoerd indien de zaak via een verzoekschriftenprocedure aan de kinderrechter zou zijn voorgelegd. De aangevoerde, emotionele bezwaren van gedaagde kunnen niet aan toewijzing van de vordering in de weg staan.
Gelet op het voorgaande en de belangen van partijen afwegend, zal de vordering van eiseres worden toegewezen op onderstaande wijze.
4.2. Gelet op de aard van de procedure zullen de proceskosten worden gecompenseerd zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- verleent -ter vervanging van de verklaring van toestemming van gedaagde- toestemming dat aan eiseres een reisdocument ten behoeve van de minderj[kind 2] [kind 2], geboren te Vlissingen op [datum] 1999, wordt verstrekt;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 7 juli 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
cb