ECLI:NL:RBMID:2006:AY8468

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
11 april 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
51793 KG 2006-051
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van vrachtwagen door vennootschap onder firma tegen ex-vennoot

In deze zaak vordert de vennootschap onder firma T.D.E. Internationaal Transport en Expeditiebedrijf (hierna: TDE) de afgifte van een vrachtwagen van haar ex-vennoot, [gedaagde]. De zaak is behandeld in kort geding, waarbij TDE stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen. TDE heeft op 1 oktober 2003 haar activiteiten gestart en heeft een leasecontract afgesloten voor een vrachtwagen van het merk DAF. [gedaagde] heeft deze vrachtwagen gebruikt voor zijn werkzaamheden, maar heeft nooit de overeengekomen huurprijs betaald. TDE heeft de huurovereenkomst per 1 januari 2006 beëindigd, maar [gedaagde] blijft de vrachtwagen gebruiken en heeft het kenteken op zijn naam laten overschrijven zonder toestemming van TDE.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het kenteken van de vrachtwagen inmiddels op naam van [gedaagde] is overgeschreven met toestemming van EBAG Trucks, de leasemaatschappij. TDE betwist dat zij toestemming heeft verleend, maar de heer [dhr. J.] van TDE heeft verklaard dat zij niet op de hoogte waren van de intenties van [gedaagde]. De rechter concludeert dat er onduidelijkheid bestaat over de rol van TDE in de overschrijving van het kenteken en de lease-overeenkomst, en dat dit nader onderzoek vereist. In het kader van een kort gedingprocedure is hiervoor echter geen plaats.

Uiteindelijk wijst de voorzieningenrechter de vorderingen van TDE af, omdat niet aannemelijk is dat EBAG Trucks medewerking zal verlenen aan de (terug)overschrijving van het kenteken op naam van TDE. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 11 april 2006.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 11 april 2006 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 51/2006
de vennootschap onder firma T.D.E. Internationaal Transport en Expeditiebedrijf,
gevestigd te Rijpwetering,
eiseres,
procureur: mr. C.J. IJdema,
advocaat: mr. T.H. Poot te Vlaardingen,
tegen:
[geda[gedaagde],
wonende te Serooskerke, gemeente Schouwen-Duiveland,
gedaagde,
procureur: mr. J.P. Quist,
advocaat: mr. V.Th.E. Kuijpers te Capelle aan den IJssel.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als TDE en [gedaagde].
Het dossier bevat de volgende processtukken:
- dagvaarding;
- brief d.d. 3 april 2006 met producties zijdens TDE;
- brief d.d. 4 april 2006 met producties zijdens [gedaagde].
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 4 april 2006, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2. De feiten
2.1. TDE is op 1 oktober 2003 opgericht en richt zich op het (inter)nationaal (doen laten) vervoeren van goederen over de weg.
De enige onbeperkt bevoegde vennoot, mevrouw [mw. A.], heeft met succes de opleiding gevolgd waarmee, op naam van TDE, de daartoe benodigde vergunning is verkregen.
De overige, beperkt bevoegde vennoten zijn de vrachtwagenchauffeurs die rijden met een vrachtwagen die onder de vergunning van TDE valt.
2.2. [gedaagde] was in de periode van 1 september 2004 tot en met 30 oktober 2005 vrachtwagenchauffeur en beperkt bevoegd vennoot van TDE.
2.3. TDE heeft op 17 januari 2004 een leasecontract gesloten met EBAG Trucks met betrekking tot de vrachtwagen van het merk DAF, type FTG XF95.480 met kenteken [nummer].
Met deze vrachtwagen heeft [gedaagde] zijn transportwerkzaamheden voor TDE uitgevoerd.
2.4. Na het uittreden van [gedaagde] als vennoot van TDE op 30 oktober 2005 hebben partijen mondeling een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot voormelde vrachtwagen voor de duur van zes maanden. Onderdeel van die overeenkomst is dat [gedaagde] een bedrag van € 750,00 per week aan huur voor de vrachtwagen betaalt, alsmede dat hij de incidentele kosten ten behoeve van de vrachtwagen betaalt.
2.5. Tot op heden heeft [gedaagde] de vrachtwagen in zijn bezit en in gebruik.
2.6. Op 13 maart 2006 is het kenteken van de vrachtwagen, met medewerking van EBAG Trucks, op naam van [gedaagde] gesteld. Voorts is de lease-overeenkomst van de vrachtwagen op naam van [gedaagde] gesteld.
3. Het geschil
3.1. TDE vordert -kort samengevat, na een wijziging van eis en bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad- medewerking van [gedaagde] aan overschrijving van het kenteken van de vrachtwagen op naam van TDE, afgifte van de vrachtwagen aan TDE, dit laatste op straffe van verbeurte van een dwangsom en voorts betaling van een voorschot op de schadevergoeding, alsmede betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit geding.
TDE stelt daartoe dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen. [gedaagde] heeft nimmer de overeengekomen huurprijs noch de overige incidentele lasten voor de vrachtwagen betaald, terwijl hij de vrachtwagen wel tot zijn beschikking heeft. TDE heeft de vaste lasten verbonden aan die vrachtwagen tot een bedrag van € 2.163,31 per maand, waaronder de leasetermijnen, voldaan. TDE heeft de vrachtwagen, gelet op de financiële situatie, nodig om omzet te kunnen genereren en zij had er op gerekend dat zij de vrachtwagen op termijn van EBAG Trucks in eigendom over kon nemen.
De huurovereenkomst is door TDE per 1 januari 2006 beëindigd, zodat [gedaagde] de vrachtwagen dient terug te geven. Hij gebruikt deze echter, in strijd met tussen partijen gemaakte afspraken, voor transportwerkzaamheden vóór of in samenwerking met een directe concurrent van TDE.
Voorts heeft [gedaagde] onrechtmatig gehandeld jegens TDE doordat hij bij EBAG Trucks overschrijving van het kenteken op zijn naam heeft bewerkstelligd en hij daarvan profiteert. TDE had een lease-overeenkomst met EBAG Trucks en heeft bij aanvang van die overeenkomst 15% van de nieuwwaarde van de vrachtwagen voldaan. Dit bedrag is zij kwijt. Bovendien heeft zij geen toestemming gegeven aan EBAG Trucks voor overschrijving van het kenteken op naam van [gedaagde].
Door de handelwijze van [gedaagde] lijdt TDE schade. Naast het voorgaande bestaat die schade uit de gederfde omzet die zij had kunnen behalen indien zij de vrachtwagen na 1 januari 2006 tot haar beschikking had gehad. Voorts heeft zij er op gerekend dat zij de vrachtwagen aan het einde van de leasetermijn, 17 januari 2009, in eigendom kon verkrijgen.
3.2. [gedaagde] betwist het spoedeisend belang van TDE bij de gevorderde voorzieningen. De vordering strekkende tot afgifte van de vrachtwagen is achterhaald, aangezien het kenteken van de vrachtwagen sinds 13 maart 2006 op naam van [gedaagde] is overgeschreven. Voorts heeft [gedaagde] de lease-overeenkomst met EBAG Trucks overgenomen en betaalt hij sinds januari 2006 alle lasten verbonden aan de vrachtwagen zelf. Volgens EBAG Trucks is de overschrijving met toestemming van TDE gegaan. Deze overschrijving, nadat [gedaagde] TDE had verlaten, is ook steeds de bedoeling van partijen geweest.
[gedaagde] betwist de door TDE gevorderde schadevergoeding. Dit behoort in een bodemprocedure te worden uitgezocht. Zo heeft [gedaagde] ook nog vorderingen op TDE, in verband met zijn uittreding, die moeten worden voldaan.
4. De beoordeling
4.1. Gelet op de stellingen van TDE is voldoende aannemelijk geworden dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen, zodat zij ontvankelijk is in haar vorderingen.
4.2. Vaststaat dat het kenteken van de vrachtwagen en de lease-overeenkomst inmiddels op naam van [gedaagde] zijn overgeschreven met toestemming van EBAG Trucks. Gelet op de tussen TDE en EBAG Trucks bestaande lease-overeenkomst en de stellingen van partijen over en weer is vooralsnog niet aannemelijk dat EBAG zonder toestemming van TDE hieraan heeft meegewerkt. TDE betwist dat zij toestemming heeft verleend. Echter de heer [dhr. J.], vennoot van TDE, heeft ter zitting verklaard dat als zij hadden geweten dat [gedaagde] voor zichzelf zou gaan rijden in plaats van in loondienst bij HZ, zij de vrachtwagen niet op zijn naam hadden laten overschrijven. Dit laatste zou volgens [gedaagde] wel de bedoeling van partijen zijn geweest.
Gelet op de onduidelijkheid die bestaat over de rol van TDE in de overname van de lease-overeenkomst van EBAG door [gedaagde] en het overschrijven van het kenteken op naam van [gedaagde], dient eerst nader onderzoek te worden gedaan. Voor een dergelijk onderzoek is in het kader van een kort gedingprocedure geen plaats.
In het licht van het vorenstaande wordt de vordering strekkende tot afgifte van de vrachtwagen en tot overschrijving van het kenteken op naam van TDE afgewezen. Dit laatste geldt temeer nu voor de (terug)overschrijving van het kenteken op naam van TDE medewerking van EBAG vereist is en niet vaststaat dat daaraan door EBAG haar medewerking wordt verleend.
4.3. Met betrekking tot het door TDE gevorderde voorschot op de schadevergoeding wordt als volgt overwogen. Uit de stellingen van partijen blijkt dat zij over en weer vorderingen op elkaar stellen te hebben. Onduidelijk is echter, ook voor partijen, waaruit die vorderingen precies bestaan en hoe hoog die vorderingen over en weer zijn. Voor een onderzoek hierna is in het kader van een kort gedingprocedure geen plaats. Gelet hierop is thans onvoldoende aannemelijk geworden dat TDE een bedrag, zoals dat thans is gevorderd, van [gedaagde] heeft te vorderen. Het gevorderde voorschot op de schade-vergoeding zal dan ook worden afgewezen.
4.4. In de omstandigheden van het geval ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen van TDE af;
- compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 11 april 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
cb