ECLI:NL:RBMID:2006:AY8440

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
23 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
52385 KG 2006-085
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de opheffing van conservatoir beslag in een huurgeschil

In deze zaak vorderden de Belgische vennootschappen Nacotra B.V.B.A. en Nacospan N.V. van de Nederlandse vennootschap Kraker Trailers Axel B.V. de opheffing van een door Kraker gelegd conservatoir beslag op een vrachtwagen en de afgifte van een trailer. De eiseressen stelden dat het beslag onterecht was gelegd, omdat de huurachterstand op het moment van beslaglegging was voldaan en zij niet aansprakelijk waren voor de schade aan de trailer. De voorzieningenrechter oordeelde dat het beslag moest worden opgeheven indien niet summierlijk was gebleken van de deugdelijkheid van de vordering waarvoor beslag was gelegd. De voorzieningenrechter concludeerde dat aan deze opheffingsgrond niet was voldaan. De vordering van Kraker betrof deels een huurachterstand, die inmiddels was voldaan, en deels een schadevergoeding van € 23.194,59 voor schade aan de trailer. De voorzieningenrechter stelde vast dat Nacotra de trailer in beschadigde staat had afgeleverd, wat in strijd was met de huurovereenkomst. Bovendien had Nacotra nagelaten de trailer te verzekeren, wat ook in de overeenkomst was vastgelegd. Hierdoor was het onzeker of Nacotra in staat zou zijn de schade te vergoeden, wat het belang van Kraker bij handhaving van het beslag onderstreepte. Uiteindelijk werden de vorderingen van de eiseressen afgewezen en werden zij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 23 mei 2006 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 85/2006
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht Nacotra B.V.B.A.,
2. de naamloze vennootschap naar Belgisch recht Nacospan N.V.,
beiden gevestigd en kantoorhoudende te Harelbeke (België),
eiseressen,
procureur: mr. C.J. de Wit,
advocaat: mr. E.G. Karel,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kraker Trailers Axel B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Axel, gemeente Terneuzen,
gedaagde,
procureur: mr. S.B.A. Lhachmi.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als Nacotra, Nacospan en Kraker.
Het dossier bevat de volgende processtukken:
- dagvaarding met bijlagen;
- producties zijdens Kraker;
- pleitnota’s overgelegd zijdens beide partijen.
2. De feiten
2.1. Kraker heeft middels een tweetal overeenkomsten d.d. 14 juni 2005 twee trailers met kentekennummers OH-09-VF en OH-26-VH aan Nacotra verhuurd. Deze trailers zijn eigendom van Xiffix, een trailerverhuurbedrijf, waarvan Kraker de trailers huurt.
2.2. Een van de twee gehuurde trailers, met kenteken: OH-26-VH, bevindt zich op het terrein van Kraker. Nacotra heeft de trailer op 6 april 2006 met een vrachtwagen van het merk DAF met het Belgische kenteken AVV-173 naar dat terrein gebracht. Aan deze trailer is schade ontstaan.
2.3. Kraker heeft, na daartoe op 7 en 19 april 2006 verlof te hebben verkregen, op 7 en 20 april 2006 conservatoir beslag gelegd op voornoemde vrachtwagen die in eigendom toebehoort aan Nacotra.
2.4. De dagvaarding in de bodemprocedure is op 13 en 28 april 2006 betekend aan Nacotra en Nacospan.
3. Het geschil
3.1. Eiseressen vorderen, kort samengevat Kraker te gebieden over te gaan tot opheffing van het door haar gelegde beslag op voormelde vrachtwagen en veroordeling van Kraker tot afgifte van de trailer met kenteken OH-26-VH, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom.
Zij stellen daartoe dat Kraker ten onrechte tot beslaglegging is overgegaan nu daarvoor geen grondslag was. De huurachterstand was immers op 7 april 2006 volledig aangezuiverd en ten aanzien van de vordering betreffende schade aan een van de trailers stelt zij primair dat zij daarvoor niet aansprakelijk is en subsidiair dat deze niet opeisbaar is nu zij dienaangaande niet in verzuim is gesteld en haar evenmin de gelegenheid is geboden de schade zelf te herstellen. Nu de huurovereenkomst tussen partijen niet is beëindigd en deze ook niet door Kraker is opgezegd pleegt zij wanprestatie jegens Nacotra door de oplegger die zich op haar terrein bevindt niet vrij te geven.
3.2. Kraker heeft verweer gevoerd. Zij stelt belang te hebben bij handhaving van het beslag tot verhaal nu de beschadigde trailer blijkbaar, in afwijking van hetgeen hieromtrent in de tussen hen gesloten huurovereenkomst is bepaald, niet door Nacotra verzekerd is, waardoor de kans reëel is dat Nacotra niet in staat zal zijn de schade te vergoeden. Voorts stelt zij, onder verwijzing naar een aantal overgelegde stukken, dat de huurovereenkomst tussen partijen is beëindigd, zodat ook de vordering tot afgifte van de trailer dient te worden afgewezen.
4. De beoordeling
4.1. Alvorens tot een inhoudelijke beoordeling van de vorderingen over te gaan constateert de voorzieningenrechter dat de vorderingen van Nacospan dienen te worden afgewezen wegens gebrek aan belang bij de mede door haar ingestelde vorderingen. Gelet op de stellingen van beide partijen staat namelijk vast dat Nacotra en niet Nacospan eigenaresse is van de in beslag genomen vrachtwagen en dat Nacospan geen partij is (geweest) bij de huurovereenkomsten betreffende de trailers.
4.2. Bij de beoordeling van de onderhavige vordering geldt als uitgangspunt dat het beslag dient te worden opgeheven indien niet summierlijk is gebleken van de deugdelijkheid van de vordering waarvoor beslag is gelegd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat aan deze opheffingsgrond niet is voldaan.
De vordering waarvoor Kraker beslag heeft gelegd betreft deels een huurachterstand, waarvan vast staat dat deze inmiddels is voldaan, en deels een bedrag van € 23.194,59 betreffende de schade aan de trailer die zich thans op haar terrein bevindt. Vast staat dat deze schade is ontstaan tijdens het gebruik van de trailer door Nacotra.
Voorts staat vast dat Nacotra door het in beschadigde staat afleveren van de trailer heeft gehandeld in strijd met hetgeen in artikel 7 van de tussen partijen op 14 juni 2005 gesloten huurovereenkomst is bepaald, namelijk dat de trailer bij aflevering na gebruik in onberispelijke staat dient te verkeren. In artikel 8 van die huurovereenkomst is bepaald dat de huurder, in casu Nacotra, het gehuurde dient te verzekeren. Door Nacotra is, tegenover de gemotiveerde betwisting door Kraker, onvoldoende aannemelijk gemaakt dat partijen van die bepaling zijn afgeweken, zodat de voorzieningenrechter er voorshands vanuit gaat dat Nacotra de trailer had dienen te verzekeren. Nu vast staat dat zij dit heeft nagelaten valt te verwachten dat zij de schade aan de trailer uit eigen middelen zal dienen te voldoen. Nu Nacotra heeft aangegeven niet bereid te zijn hiervoor een bankgarantie te stellen, is onzeker of zij in staat zal zijn de schade te vergoeden en heeft Kraker belang bij handhaving van het beslag.
4.3. Ten aanzien van de vordering tot afgifte van de trailer met kenteken OH-26-VH overweegt de rechtbank het volgende. Gelet op de inhoud van de overgelegde fax d.d. 3 februari 2006 en de brieven d.d. 28 maart 2006 en 4 april 2006 van Kraker aan Nacotra is voorshands aannemelijk dat de overeenkomst tussen partijen is beëindigd, al dan niet in onderling overleg, zodat er geen grond is voor afgifte van de trailer aan Nacotra.
4.4. Uit het vorenstaande volgt dat beide vorderingen van eiseressen dienen te worden afgewezen. Eiseressen zullen dan ook als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt eiseressen in de kosten van dit geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van Kraker begroot op € 248,-- wegens griffierechten en € 1.054,-- wegens procureurssalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 23 mei 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
AIJ