ECLI:NL:RBMID:2006:AY7319

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
1 februari 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
45590 HA ZA 2004/647
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schipschade tussen binnenvaartschip en zeeschip na aanvaring op kanaal van Gent naar Terneuzen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, betreft het een schipschade na een aanvaring tussen het binnenvaartschip Sanjo, eigendom van eiseres [eiser], en het zeeschip South Trader, dat toebehoorde aan gedaagde in conventie, Gallant Trader. De aanvaring vond plaats op 10 november 2003 op het kanaal van Gent naar Terneuzen, waarbij beide schepen in mistige omstandigheden met beperkt zicht op elkaar botsten. Eiseres vorderde schadevergoeding van Gallant Trader ter hoogte van EUR 7.386,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, stellende dat de South Trader (mede)schuld had aan de aanvaring. Gallant Trader betwistte deze stellingen en vorderde in reconventie schadevergoeding van [eiser] ter hoogte van EUR 71.247,33, eveneens vermeerderd met rente en proceskosten.

De rechtbank oordeelde dat de bevoegdheid om van de vorderingen kennis te nemen bij haar ligt, aangezien de aanvaring in Nederland plaatsvond. De rechtbank stelde vast dat Nederlands recht van toepassing is op basis van de relevante wetgeving. Tijdens de procedure zijn verschillende processtukken gewisseld, waaronder dagvaardingen en conclusies van antwoord en repliek. Beide partijen hebben bewijsstukken overgelegd, waaronder verklaringen van betrokkenen en een rapport van de Nautische Commissie, dat door [eiser] niet als deskundigenrapport werd erkend.

De rechtbank heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om hun stellingen te bewijzen door middel van getuigen. De beslissing van de rechtbank omvatte het toelaten van getuigenverhoren in zowel conventie als reconventie, waarbij de rechtbank de procedure verder heeft uitgesteld voor het bepalen van een datum voor deze verhoren. De zaak werd verwezen naar de rolzitting voor verdere afhandeling, waarbij de rechtbank elke verdere beslissing aanhield tot de getuigenverhoren hadden plaatsgevonden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis van 1 februari 2006 in de zaak van:
rolnr: 04/647
de vennootschap onder firma [eiser],
gevestigd in Terneuzen,
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
procureur: mr. C.J. IJdema,
advocaat: mr. J.F. van der Stelt
tegen:
de rechtspersoon naar het recht van het land en de plaats van vestiging Gallant Trader INC
gevestigd te Monrovia, Liberia,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
procureur: mr. J.C. Bode ’t Hart,
advocaat: mr. P.A. de Haan.
1. Het verloop van de procedure
De volgende processtukken zijn gewisseld:
- dagvaarding;
- conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- akte in conventie, tevens conclusie van dupliek in reconventie.
Beide partijen hebben producties overgelegd.
2. De feiten
Eiseres in conventie, hierna [eiser], is eigenares van het in Nederland teboekstaande binnenvaartschip Sanjo. Dit schip heeft een lengte van 89,82 meter, een breedte van 9,49 meter en een waterverplaatsing van 1.167 ton. De Sanjo beschikt over twee motoren en een kopschroef.
Op 10 november 2003 heeft op het kanaal van Gent naar Terneuzen een aanvaring plaatsgevonden tussen het aan [eiser] toebehorende schip Sanjo en het destijds aan gedaagde in conventie, hierna Gallant Trader, toebehorende zeeschip South Trader. Dit schip, toen een geladen tanker, had een lente van 105,4 meter, een breedte van 15,85 meter en een tonnage van 3.705. Het was voorzien van een variabele schroef die er bij het achteruitslaan voor zorgde dat het voorschip naar bakboord ging. De boegschroef werkte niet.
De Sanjo was afvarend richting Terneuzen en de South Trader voer richting Gent. De aanvaring heeft plaatsgevonden op ongeveer 150 meter ten noorden van de brug bij Sas van Gent nadat de Sanjo onder de brug was doorgevaren. De brug kent drie doorvaarten, de oostelijke, de westelijke en de middendoorvaart. Deze laatste doorvaart is zestig meter breed en is voorzien van een enkel geel licht aan elke zijde op zo’n 20 meter van de zijkant. Deze doorvaart werd door Sanjo gebruikt. Zij had om veilig onder de brug te kunnen doorvaren haar stuurhut maximaal verlaagd.
Voor de aanvaring voer de Sanjo achter het beladen koppelverband van de Ganges. Deze Ganges heeft de South Trader bakboord op bakboord gepasseerd, even voordat de aanvaring tussen de Sanjo en de South Trader plaatsvond.
Voor en tijdens de aanvaring was het mistig met zicht variërend van 100 tot 200 meter. De wind was noord, kracht 2 Beaufort. Het kanaal loopt vrijwel in noord/zuid richting namelijk 010/190 graden.
3. Het geschil in conventie en in reconventie
3.1 [eiser] vordert van Gallant Trader ter zake van schadevergoeding betaling van EUR.7.386,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2004 en vermeerderd met de proceskosten.
Zij stelt dat de South Trader (mede)schuld heeft aan de aanvaring. Volgens haar voer zij ruim aan de goede stuurboordzijde van het vaarwater onder de brug door en zag zij, toen zij met de kop van het schip onder de brug vandaan kwam, de South Trader voor zich opdoemen. De South Trader lag daarbij gebekt met de kop naar de oostelijke oever op een afstand van 150 tot 200 meter voor de brug, over de as van het vaarwater en heeft dus onvoldoende stuurboord gehouden waardoor de vrije doorgang voor de Sanjo werd geblokkeerd. Daarbij stelt zij dat de aanvaringshoek ongeveer 45graden was.
3.2. Gallant Trader betwist de stellingen van [eiser] en stelt dat de South Trader op 150 meter van de brug gestrekt of nagenoeg gestrekt in het vaarwater lag. De aanvaringshoek was dus veel kleiner. Zij heeft ter ondersteuning van haar stellingen verwezen naar een concept rapport van de Nautische Commissie van 28 april 2004, de naar aanleiding van het rapport door [eiser] gestelde vragen en de antwoorden daarop.
Zij stelt van haar kant dat de Sanjo in strijd met de ter plaatse geldende regels geen goede uitkijk had, dat de Sanjo niet de stuurboordwal hield en dat zij een onvoldoende veilige vaart aanhield onder meer door te hard te varen. Op grond van haar stellingen heeft Gallant Trader
in reconventie ter zake van schadevergoeding betaling gevorderd door [eiser] van EUR.71.247,33 te vermeerderen met de rente vanaf 11 november 2003, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.
3.3. [eiser] van haar kant stelt dat zij niet verplicht was een uitkijk te hebben, maar dat overigens één van de twee opvarenden wel op de uitkijk stond. Zij heeft betwist dat zij geen veilige vaart gehouden heeft.
3.4. [eiser] heeft ten aanzien van het rapport van de Nautische Commissie gesteld dat dit geen deskundigenrapport is maar dat het rapport beschouwd moet worden als een schriftelijk bewijsstuk.
South Trader stelt dat aan het rapport meer gewicht toegekend moet worden vanwege de wijze van totstandkoming, er is hoor en wederhoor toegepast, en de bijzondere betekenis en deskundigheid van de Nautische Commissie.
4. De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie
4.1. De rechtbank Middelburg is bevoegd van de vorderingen kennis te nemen omdat de aanvaring tussen de schepen van partijen heeft plaatsgevonden in Nederland.
Op grond van art. 7 lid 2 Wet bepalingen IPR met betrekking tot Zeerecht, het Binnenvaartrecht en het Luchtrecht 1995 is Nederlands recht van toepassing.
4.2. Het rapport van de Nautische Commissie is een bewijsmiddel zoals bedoeld in art. 152 WBRv. Een grond voor een andere kwalificatie zoals deskundigenbericht in de zin van art. 202 WBRv., ontbreekt. Het onderzoek door de Nautische Commissie heeft ook niet plaatsgevonden in het kader van de onderhavige procedure. Bovendien heeft [eiser] de bevoegdheid van de Commissie vanaf het begin betwist.
4.3. De stellingen in conventie zijn door Gallant Trader gemotiveerd betwist. Een belangrijk aspect van de aanvaring is de positie van de schepen vlak voor en tijdens de aanvaring. Door [eiser] zijn producties in het geding gebracht waaronder een uitgetypt bandverslag en verklaringen van betrokken personen. Zij heeft daarnaast uitdrukkelijk bewijs aangeboden van haar stellingen. De rechtbank zal haar toelaten de door haar gestelde toedracht van de aanvaring te bewijzen door middel van getuigen.
4.4. In reconventie zijn de stellingen van Gallant Trader door [eiser] gemotiveerd betwist. Zoals hierboven overwogen sluit de rechtbank zich in ieder geval om formele redenen niet zonder meer aan bij de conclusie van de Nautische Commissie. De rechtbank zal dan ook Gallant Trader de gelegenheid geven de door haar gestelde toedracht van de aanvaring te bewijzen door middel van getuigen.
4.5. Het is praktisch wanneer in conventie eerst [eiser] getuigen voorbrengt en daarna in contra enquête en enquête in reconventie Gallant Trader hetzelfde doet. Na afloop van die verhoren kan met partijen overlegd worden of er – als deze gang van zaken gevolgd wordt - voldoende gelegenheid is geweest voor [eiser] in reconventie tegenbewijs te leveren.
5. De beslissing
De rechtbank:
- in conventie:
laat [eiser] toe om, desgewenst door middel van getuigen, te bewijzen de door haar gestelde toedracht van de aanvaring zoals samengevat onder 3.1.;
- in reconventie:
laat Gallant Trader toe om, desgewenst door middel van getuigen, te bewijzen de door haar gestelde toedracht van de aanvaring zoals samengevat onder 3.2;
- bepaalt dat de getuigenverhoren in conventie en in reconventie zullen worden gehouden op een nader te bepalen tijdstip in het gerechtsgebouw te Middelburg aan de Kousteensedijk 2, ten overstaan van mr. H.A. Witsiers;
- verwijst de zaak naar de rolzitting van deze rechtbank van woensdag 22 februari 2006 voor dagbepaling enquête;
- bepaalt dat [eiser] indien mogelijk tevoren per brief aan de griffie van de rechtbank, maar uiterlijk op genoemde rolzitting, de verhinderdata van alle betrokkenen dient op te geven alsmede het aantal getuigen dat zij voornemens is te doen horen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 februari 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.