ECLI:NL:RBMID:2006:AY7213
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verevening van pensioenrechten na scheiding van tafel en bed
In deze zaak vorderde de vrouw, Emma Wilhelmina Ranty, dat haar ex-echtgenoot, George Bartholomeus Edwards van Muyen, zou meewerken aan de verdeling van zijn pensioenrechten op basis van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS). De vrouw stelde dat zij recht had op verevening omdat de mededeling van de scheiding aan de pensioenuitvoerder binnen de vereiste termijn was gedaan. De rechtbank oordeelde echter dat de WVPS niet van toepassing was op scheidingen die vóór 1 mei 1995 hadden plaatsgevonden. De scheiding van tafel en bed was uitgesproken op 8 februari 1977, en de inschrijving van het vonnis op 15 februari 2005 veranderde hier niets aan. De rechtbank concludeerde dat de vrouw geen recht had op verevening van pensioenrechten, omdat de melding van de scheiding niet tijdig was gedaan. Bovendien was er vastgesteld dat de boedel tussen partijen al was verdeeld, wat betekende dat de vrouw geen recht had op verrekening van pensioenrechten op basis van het arrest Boon-Van Loon. De rechtbank wees de vordering van de vrouw af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.