ECLI:NL:RBMID:2006:AY7048
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.M. Nagelmakers
- Rechtspraak.nl
Bindend advies geschillencommissie en de gevolgen voor de advocaat
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Middelburg, stond de maatschap Linssen c.s. Advocaten, eiseres, tegenover een gedaagde wonende te Westdorpe, gemeente Terneuzen. De zaak betreft een bindend advies van de Geschillencommissie Advocatuur, waarin de klacht van de gedaagde tegen Linssen gegrond werd verklaard. De Geschillencommissie oordeelde dat Linssen, als behandelend advocaat, de cliënte niet adequaat had gewaarschuwd over de risico's van het hoger beroep, wat leidde tot een onredelijke situatie voor de cliënte. Linssen vorderde bij de rechtbank dat het bindend advies vernietigd zou worden, stellende dat het onaanvaardbaar was dat de gedaagde haar aan het advies hield.
De rechtbank heeft de vorderingen van Linssen afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het bindend advies niet onaanvaardbaar was en dat Linssen voldoende gelegenheid had gehad om haar standpunt naar voren te brengen. De rechtbank concludeerde dat de Geschillencommissie niet in strijd had gehandeld met het beginsel van hoor en wederhoor en dat het oordeel van de Geschillencommissie begrijpelijk en niet onredelijk was. Linssen werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van advocaten in het kader van bindende adviezen en de noodzaak om cliënten goed te informeren over de risico's van juridische procedures. De rechtbank bevestigde dat de Geschillencommissie op juiste wijze had gehandeld en dat de beslissing van de commissie in overeenstemming was met de redelijkheid en billijkheid.