ECLI:NL:RBMID:2006:AY6158
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een besluit inzake werkloosheidsuitkering na onzorgvuldige besluitvorming
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 4 mei 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. F.A. van den Berg, en verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) aangevraagd, maar deze was door verweerder geweigerd op grond van verwijtbare werkloosheid. Eiser had een collega bedreigd, wat volgens verweerder leidde tot de beëindiging van zijn dienstverband. Eiser was het niet eens met deze beslissing en had bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door verweerder.
Tijdens de zitting op 20 april 2006 was eiser niet aanwezig, maar verweerder werd vertegenwoordigd door mr. M.L.E.A. van Zon. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door de uitkomst van een strafzaak, die relevant was voor de beoordeling van de verwijtbaarheid van eiser, niet af te wachten. De rechtbank oordeelde dat de toezegging van verweerder om de strafzaak af te wachten niet is nagekomen, wat in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. Hierdoor werd het bestreden besluit vernietigd.
De rechtbank heeft echter bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven, omdat het bestreden besluit inhoudelijk juist was. Eiser werd in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 322,-. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar uitgesproken en het griffierecht van eiser vergoed.