ECLI:NL:RBMID:2006:AY6154
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.H. Nomes
- M.H.Y. Bos
- Rechtspraak.nl
Weigering Verklaring van geschiktheid voor motorrijtuigen op basis van alcoholmisbruik
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een aanvraag ingediend voor een Verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen, categorie A, B en E. Deze aanvraag werd op 27 juni 2005 door de algemeen directeur van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd op 27 september 2005 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de Rechtbank Middelburg, dat op 20 april 2006 ter zitting werd behandeld. Eiser was persoonlijk aanwezig, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. L.H. Krajenbrink.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag van eiser is gebaseerd op een rapport van psychiater P.L. The, die concludeerde dat er aanwijzingen zijn voor alcoholmisbruik. Eiser heeft betoogd dat hij sinds 8 januari 2003 geen alcohol meer heeft gedronken en dat het advies van de psychiater onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser onvoldoende feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de conclusie van het rapport in twijfel kunnen trekken. De rechtbank wijst erop dat de verhoogde CDT-waarde van 24 mei 2005 niet de enige grond is voor de conclusie van alcoholmisbruik; ook andere gegevens ondersteunen deze conclusie.
De rechtbank concludeert dat verweerder op goede gronden heeft besloten de Verklaring van geschiktheid te weigeren. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 mei 2006 door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van mr. M.H.Y. Bos, griffier.