Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 40488 / HA ZA 03-518
Vonnis van 26 juli 2006
in de zaak van
de naamloze vennootschap
TOTAL RAFFINADERIJ NEDERLAND NV,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
procureur mr. J.C. Bode 't Hart,
advocaat mr. R. de Haan te Rotterdam,
tegen
FRATELLI d’Amico Armatori S.p.A.,
gevestigd te Italië,
gedaagde,
procureur mr. K.P.T.G. Flos,
advocaat mr. G.J.W. de Vries te Rotterdam.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 juni 2005
- het deskundigenbericht
- de conclusie na deskundigenbericht van Total Raffinaderij Nederland NV
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van Fratelli d'Amico Armatori S.p.A;
- akte aan de zijde van Total Raffinaderij Nederland N.V.;
- akte aan de zijde van Fratelli d’Amico Armatori S.p.A.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De verdere beoordeling
Total kan zich grotendeels vinden in de uitkomsten van het deskundigenbericht. Zij stelt dat de deskundige ten onrechte uit coulance is uitgegaan van een vervorming van de afmeerpaal van 22 centimeter. Volgens haar moet dit de berekende 24 centimeter zijn.
Total vordert vervolgens de rente over het (her)berekende bedrag van de schadevergoeding vanaf 28 oktober 1998, de expertisekosten en EUR.25.000,00 als lumpsum ter zake van buitengerechtelijke kosten.
Fratelli maakt een opmerking over het laat in het geding brengen van de videobanden door Total. Omdat aan de hand van die beelden het schadebeeld al in een vroeg stadium vastgesteld hadden kunnen worden dient een substantieel deel van de kosten van onderzoek niet ten laste van Fratelli te komen. Het volstaat 33% van de gemaakte expertisekosten te vergoeden.
Fratelli bestrijdt de conclusie van Total dat van een verplaatsing van 24 centimeter dient te worden uitgegaan. Uitgaande van 22 centimeter en van een andere kostprijs voor het vervangen van de meerpaal, berekent Fratelli de kosten voor het vervangen van de meerpaal op NLG 830.817,39 en niet het door de deskundige berekende bedrag.
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke kosten stelt Fratelli dat hier het rapport Voorwerk 2 moet worden toegepast.
De wettelijke rente kan worden toegewezen vanaf de datum dat diverse gevorderde bedragen zijn betaald. Total zal hier nadere inzage moeten verstrekken.
Indien de vordering niet in haar geheel wordt afgewezen is maximaal EUR.124.936,87 toewijsbaar.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 8 juni 2005 geoordeeld dat Fratelli aansprakelijk is voor de schade die de Scorpius aan de meerpaal heeft veroorzaakt door de aanraking. Om de schade te begroten heeft de rechtbank een deskundige benoemd. Uit het door de deskundige opgemaakte rapport blijkt dat voor het opmaken van het rapport de juiste procedure is gevolgd, waarbij partijen de gelegenheid hebben gehad hun visie aan de deskundige kenbaar te maken. Vervolgens heeft de deskundige hierop in zijn rapport gereageerd.
De rechtbank verbindt geen conclusies aan het feit dat de videobanden door Total laat in het geding zijn gebracht. Van kwade trouw in deze is niet gebleken en het is twijfelachtig of een eerdere ter beschikkingstelling van de videobanden had geleid tot meer inzicht voor partijen, mede gelet op de matige kwaliteit van de beelden.
De deskundige heeft het zeer aannemelijk geacht dat de schade aan de meerpaal door de Scorpius is toegebracht. Hij heeft niet eenduidig kunnen vaststellen of de aan de meerpaal toegebrachte schade geheel aan de Scorpius te wijten is. In verband daarmee heeft de deskundige in redelijkheid de blijvende vervorming vastgesteld op 22 centimeter. Op die basis heeft hij de verdere schade berekend.
De rechtbank kan zich met dat oordeel van de deskundige verenigen en maakt dat tot het hare. Het gaat om een schatting van de toegebrachte schade en de deskundige heeft in redelijkheid tot deze schatting kunnen komen. Daarmee is de Fratelli aansprakelijk voor 9,6% van de kosten voor een nieuwe paal onder aftrek van de restwaarde.
Fratelli heeft in de conclusie na deskundigenbericht de kosten van de meerpaal bestreden. Uit het deskundigenbericht blijkt dat dezelfde argumenten ook aan de deskundige zijn voorgelegd. Deze heeft de kosten voor een nieuwe meerpaal vastgesteld op NLG.1.540.000,00. Hij heeft erop gewezen dat de kostenindicatie voor een nieuwe paal verkregen is uit een reeks van vergelijkbare werkzaamheden en geen grove indicatie is van een willekeurige aannemer. Daarmee zijn de bezwaren van Fratelli voldoende weerlegd. De rechtbank neemt ook op dit punt het oordeel van de deskundige over en maakt dat tot het hare. De rechtbank stelt daarmee ook vast dat de schade NLG.397.415,00 (EUR 180.339,06) bedraagt. Van dit bedrag is ook de deskundige uitgegaan (zie zijn rapport, pag.10). De diverse onderdelen van dit bedrag zijn ook gespecificeerd in de bijlage bij het rapport van J.G. Schoo & Co d.d. 18 april 2001 (CvA, prod.5). Zij zullen hierna, omgerekend in Euro’s, worden toegewezen. Wat het bedrag van EUR 115.541,47 betreft gaat het om de kosten van de nieuwe paal ad NLG 146.688,00, vermeerderd met het aanpassen van de fenderkop ad NLG 68.540,00, het in house toezicht ad NLG 36.128,90 en het herstel van de Walkway ad NLG 3.263,00, totaal NLG 254.619,90 ofwel EUR 115.541,47.
De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de datum 28 oktober 1998 voor zover het betreft de schade aan de meerpaal, aanpassen fenderkop, herstel Walkway en in house toezicht. Voor zover het betreft rekeningen die door Total betaald zijn, zal de rechtbank als rentedatum hanteren steeds dertig dagen na de factuurdatum, zijnde een gebruikelijke betalingstermijn voor facturen. Die data leidt de rechtbank af uit de bijlagen bij het hierboven reeds genoemde rapport van J.G. Schoo & Co.
Total heeft EUR 25.000,00 gevorderd voor gemaakte buitengerechtelijke kosten. Dit bedrag is ongespecificeerd gebleven en wordt niet toegewezen. Weliswaar heeft Total bewijs aangeboden, maar dat aanbod wordt gepasseerd omdat het te laat in de procedure wordt gedaan ten aanzien van een ongespecificeerd bedrag.
De vordering met betrekking tot de buitengerechtelijke kosten is wel toewijsbaar voor zover deze gebaseerd is op het Rapport Voorwerk II. Uit de tijdens de procedure overgelegde stukken blijkt dat voorafgaande aan de procedure, werkzaamheden zijn verricht die niet vallen onder de proceskostenveroordeling. Toewijsbaar is een bedrag van EUR.2.842,00.
De kosten van de deskundige die door de rechtbank is benoemd en welke kosten voorgeschoten zijn door Total komen voor een bedrag van EUR 18.564,00 ten laste van Fratelli omdat zij in het ongelijk wordt gesteld. Hetzelfde geldt voor de proceskosten.
De beslissing
De rechtbank:
veroordeelt Fratelli d'Amico Armatori S.p.A om aan Total Raffinaderij Nederland NV tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
EUR 115.541,47 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 1998;
EUR 404,77 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 1998;
EUR 10.677,45 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2000;
EUR 7.487,37 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 1999;
EUR 4.063,60 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2000;
EUR 2.540,03 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2000;
EUR 5.058,51 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 april 2000;
EUR 6.198,64 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2000;
EUR 3.593,94 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2000
EUR 22.482,54 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2000;
EUR 2.268,90 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2000;
EUR 11,34 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 1999;
EUR 10,48 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 november 1999, alle rente steeds te betalen tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Fratelli d'Amico Armatori S.p.A in de proceskosten aan de zijde van Total Raffinaderij Nederland NV gevallen zijnde voor salaris procureur EUR 4.263,00 en voor verschotten EUR 22.495,20 waarvan EUR 3.863,00 griffierechten en EUR 18.564,00 kosten deskundigenbericht;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders gevorderd is.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2006.?