ECLI:NL:RBMID:2006:AY5744
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige plaatsing en verwijdering van een schutting op gemeenschappelijk eigendom
In deze zaak vorderde eiser, wonende te Walsoorden, gemeente Hulst, dat gedaagde, eveneens wonende te Walsoorden, zou worden veroordeeld tot betaling van € 14.000,- en dat hij zou moeten gedogen dat eiser een schutting zou herplaatsen. Eiser stelde dat hij de schutting had geplaatst met toestemming van de toenmalige eigenaar van het gangpad, dat in mede-eigendom toebehoorde aan beide partijen. Gedaagde betwistte echter de vorderingen van eiser en stelde dat hij nooit toestemming had gegeven voor de plaatsing van de schutting. Hij voerde aan dat de schutting onrechtmatig was geplaatst en dat hij bezwaar had gemaakt tegen de plaatsing.
De rechtbank oordeelde dat het gangpad in gemeenschappelijk eigendom toebehoorde aan beide partijen en dat eiser voor het plaatsen van de schutting de toestemming van gedaagde nodig had. De rechtbank concludeerde dat eiser onrechtmatig had gehandeld door de schutting zonder toestemming te plaatsen. Gedaagde had bovendien onrechtmatig gehandeld door de schutting te laten verwijderen, maar dit deed niets af aan de onrechtmatigheid van de plaatsing door eiser. De rechtbank liet eiser toe om bewijs te leveren dat gedaagde de schutting had laten verwijderen, en hield verdere beslissingen aan in afwachting van dit bewijs.
De uitspraak werd gedaan op 12 juli 2006 door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit, waarbij de rechtbank de zaak naar de rolzitting verwees voor verdere behandeling. De rechtbank benadrukte dat de toestemming van de mede-eigenaar essentieel was voor de rechtmatigheid van de plaatsing van de schutting, en dat de onrechtmatige handelingen van beide partijen in deze context moesten worden beoordeeld.