ECLI:NL:RBMID:2006:AW4616
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van betaling van arbeidsongeschiktheidsuitkering op voorschotbasis
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 14 april 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.J. van de Wijnckel, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het UWV van 10 maart 2005, waarin haar uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz) met ingang van 1 maart 2005 werd geschorst. Het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond bij besluit van 8 juli 2005, waarna eiseres beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 28 februari 2006 de zaak behandeld. Eiseres was in persoon aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl het UWV niet vertegenwoordigd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de betalingen van de voorschotten aan eiseres heeft geschorst op basis van artikel 55, derde lid, van de Waz. De rechtbank oordeelde echter dat dit artikel alleen de mogelijkheid biedt om definitieve betalingen te schorsen, en niet betalingen op voorschotbasis. Dit oordeel is gebaseerd op de Memorie van Toelichting op de wet, waarin wordt gesteld dat schorsing alleen mogelijk is als er al een recht op uitkering is toegekend.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het UWV veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 644,-. Tevens is bepaald dat het UWV het door eiseres betaalde griffierecht van € 37,- dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I. Dijkman, in aanwezigheid van griffier mr. H.D. Sebel. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.