ECLI:NL:RBMID:2005:AZ5370

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
2 mei 2005
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
48077
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op zeeschip Cheyenne en betalingsgeschil tussen SNC en Scheldepoort

In deze zaak heeft Scheldepoort een vordering van € 149.500,-- op SNC voor reparatiewerkzaamheden aan het zeeschip m.s. Cheyenne, uitgevoerd in februari 2000. Scheldepoort heeft conservatoir beslag gelegd op het schip in de haven van Istanbul, terwijl SNC heeft aangeboden het bedrag te betalen, onder voorwaarde dat het beslag wordt opgeheven. SNC stelt dat de weigering van Scheldepoort om dit aanbod te aanvaarden onredelijk en onrechtmatig is, en dat Scheldepoort misbruik maakt van haar bevoegdheid door het beslag te handhaven. Scheldepoort daarentegen betoogt dat zij het recht heeft om haar vordering in Turkije aanhangig te maken en dat het beslag gerechtvaardigd is.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van Scheldepoort bij het handhaven van het beslag niet opweegt tegen het belang van SNC bij de opheffing ervan, nu SNC betaling heeft aangeboden. De rechter heeft bepaald dat Scheldepoort het beslag op het m.s. Cheyenne moet opheffen na betaling door SNC. Tevens is een dwangsom van € 10.000,-- per dag opgelegd voor het geval Scheldepoort in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, met een maximum van € 250.000,--. De kosten van het geding zijn voor Scheldepoort, die als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt.

Dit vonnis is uitgesproken op 2 juni 2005 door de voorzieningenrechter H.A. Witsiers, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een evenwichtige afweging tussen de belangen van beide partijen in het kader van conservatoir beslag en betalingsgeschillen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 2 juni 2005 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 95/2005
De vennootschap naar Frans recht
SNC Transport de Project Industriel,
gevestigd te Le Havre, Frankrijk,
eiseres,
procureur: mr. C.J. IJdema,
advocaat: mr. W.H. Claassen,
tegen:
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Scheldepoort B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Ritthem,
gedaagde,
procureur: mr. K.P.T.G. Flos,
advocaat: mr. M. Mouthaan te Rotterdam.
1. Het verloop van het geding
Eiser en gedaagde worden verder aangeduid als SNC en Scheldepoort.
Ter terechtzitting van 2 juni 2005 heeft SNC gevorderd Scheldepoort te verbieden het beslag op het m.s. Cheyenne in de haven van Istanbul te handhaven na betaling van SNC aan Scheldepoort van de somma van € 149.500,--, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,-- per dag of gedeelte daarvan, dat Scheldepoort in gebreke zal zijn aan het vonnis te voldoen, nadat dit vonnis aan haar zal zijn betekend, met veroordeling van Scheldepoort in de kosten van het geding.
Scheldepoort heeft verweer gevoerd.
Na verder debat is vonnis gevraagd.
De inhoud van de overgelegde processtukken, waaronder pleitnotities en producties zijdens beide partijen, geldt als hier ingelast.
2. De feiten
2.1. Scheldepoort heeft een vordering ten bedrage van € 149.500,-- op SNC betreffende reparatiewerkzaamheden in februari 2000 aan het zeeschip m.s. Cheyenne.
2.2. Op 25 juli 2000 is aan SNC surseance van betaling verleend door de rechtbank van Le Havre.
2.3. De Franse insolventierechter heeft een betalingsregeling vastgesteld in het kader van de surseance van SNC.
2.4. Scheldepoort heeft thans in de haven van Istanbul conservatoir beslag doen leggen op het schip. Het schip ligt gereed voor vertrek.
2.5. SNC heeft Scheldepoort aangeboden om € 149.500,-- te betalen door middel van een storting op de bankrekening van Scheldepoort dan wel door een storting onder de advocaten van Scheldepoort, tegen opheffing van het beslag.
2.6. Scheldepoort gaat hier niet mee akkoord, maar wil een bankgarantie in Istanbul
3. Het geschil
3.1. SNC stelt dat de weigering van Scheldepoort om het voorstel van SNC te aanvaarden in de gegeven omstandigheden volstrekt onredelijk en onrechtmatig is.
Volgens SNC valt de vordering van Scheldepoort onder de betalingsregeling als sub 2.5. bedoeld en tracht Scheldepoort de paritas creditorum te doorbreken alsmede buiten het bereik van de EU Insolventieverordening te blijven door beslag te leggen in Turkije; Scheldepoort doet aan forumshopping. Volgens SNC maakt Scheldepoort misbruik van haar bevoegdheid om het beslag te handhaven, terwijl SNC betaling aanbiedt van het bedrag waarvoor het beslag is gelegd. SNC erkent dat de EU Insolventieverordening niet van toepassing is op het grondgebied van Turkije, maar stelt dat deze wel toepasselijk is in de verhouding tussen partijen die beiden gevestigd zijn in EU-lidstaten.
3.2. Scheldepoort stelt dat het haar vrij staat om haar vordering op SNC in te stellen bij een Turkse rechter. Volgens Scheldepoort is forumshopping niet onrechtmatig. Zij stelt dat de EU Insolventieverordening niet van toepassing is op het grondgebied van
Turkije. Volgens Scheldepoort heeft zij er bewust voor gekozen om in Turkije beslag te leggen omdat een Turks gerecht de EU Insolventieverordening niet zal toepassen en omdat zij evenmin in de beoordeling zal treden of de betalingsregeling zoals sub 2.5 genoemd van toepassing is op de vordering van Scheldepoort. Volgens Scheldepoort accepteert zij de betaling die SNC nu aanbiedt in Nederland niet, omdat deze onder protest geschiedt. Bovendien wenst zij een Turkse executoriale titel omdat deze de vordering waarschijnlijk zonder voorwaarden zal toewijzen. Met die Turkse executoriale titel zou Scheldepoort zich dan vervolgens in Turkije willen verhalen op het schip of de Turkse bankgarantie. Volgens SNC kan de afgifte van een Turkse bankgarantie nog vandaag rondgemaakt worden. Scheldepoort verzoekt, in geval van toewijzing van de vordering van SNC, de gevorderde dwangsom te matigen en te maximeren qua hoogte en duur.
4. De beoordeling
4.1. De vordering van Scheldepoort op SNC is niet betwist door SNC.
Scheldepoort heeft in Turkije conservatoir beslag doen leggen op de Cheyenne uit hoofde van haar vordering op SNC. SNC heeft inmiddels betaling aangeboden van de vordering van Scheldepoort door middel van storting van het verschuldigde bedrag op de Nederlandse bankrekening van Scheldepoort dan wel door een storting onder de Nederlandse advocaten van Scheldepoort. Een dergelijke betaling zou er, naar voorlopig oordeel, toe moeten leiden dat het beslag dient te worden opgeheven. De vordering van Scheldepoort is dan immers voldaan en er bestaat niet langer een grond voor het gelegde conservatoir beslag. Indien het conservatoir beslag gehandhaafd zou worden na betaling van de daaraan ten grondslag liggende vordering, dient het beslag als onrechtmatig te worden beschouwd.
4.2. Het belang dat Scheldepoort stelt te hebben bij het procederen en de eventueel daarop volgende tenuitvoerlegging van de te verkrijgen executoriale titel op vermogensbestanddelen van SNC in Turkije, doet hieraan niet af. De procedure lijkt overbodig, omdat de vordering is erkend. Verder kan aangenomen worden dat SNC de discussie over de rechtmatigheid van het beslag – grond voor het door SNC gemaakte voorbehoud – ook in de Turkse procedure zal inbrengen.
Onder de omstandigheid dat SNC betaling in Nederland heeft aangeboden, terwijl Scheldepoort deze betaling om haar moverende redenen wenst in Turkije, bestaat voor Scheldepoort geen redelijk belang bij handhaving van het beslag. De vordering van SNC zal dan ook worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd en aan een maximum zal worden verbonden.
4.3. Scheldepoort zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- verbiedt Scheldepoort om het beslag op het m.s. Cheyenne in de haven van Istanbul te handhaven, na betaling door SNC van een bedrag van € 149.500,-- op de rekening van Scheldepoort dan wel op de rekening van de advocaat van Scheldepoort;
- bepaalt dat Scheldepoort een dwangsom van € 10.000,-- verbeurt per dag of gedeelte daarvan dat zij in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen nadat het vonnis aan Scheldepoort is betekend en betaling als hiervoor bedoeld heeft plaatsgevonden, zulks met een maximum van € 250.000,--;
- veroordeelt Scheldepoort in de kosten van het geding welke aan de zijde van SNC tot aan dit moment worden begroot op € 71,93 wegens dagvaardingskosten, € 244,--wegens griffierechten en € 1.054,-- wegens procureurssalaris;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 2 juni 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
nd