ECLI:NL:RBMID:2005:AZ5327

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
18 januari 2005
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
46010 KG 04-258
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing van conservatoir beslag op onroerende zaak

In deze zaak, die op 18 januari 2005 door de Rechtbank Middelburg is behandeld, hebben eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], beiden wonende te Vlissingen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, eveneens wonende te Vlissingen. De eisers vorderden de opheffing van een door gedaagde gelegd conservatoir beslag op hun woonhuis, dat zij gezamenlijk bezitten. Gedaagde had het beslag gelegd naar aanleiding van schadeclaims die voortvloeiden uit scheurvorming in zijn woning, waarvan hij stelde dat deze was veroorzaakt door werkzaamheden van de eisers. De eisers stelden dat het beslag onnodig was, omdat hun verzekeringsmaatschappij, Interpolis, had aangegeven dekking te verlenen in geval van aansprakelijkheid. De rechtbank oordeelde dat het beslag onnodig was gelegd, aangezien de toezegging van Interpolis voldoende zekerheid bood. De voorzieningenrechter heeft het beslag opgeheven en gedaagde veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 18 januari 2005 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 258/2004
1. [eise[eiser sub 1],
2. [eise[eiser sub 2],
beide wonende te Vlissingen,
eisers,
procureur: mr. C.J. IJdema,
advocaat: mr. A.B.M. Kooijmans te Eindhoven,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Vlissingen,
gedaagde,
procureur: mr. R. Drent.
1. Het verloop van het geding
Eiser en gedaagde worden verder aangeduid[eiser sub 1]sers] en [gedaagde].
Ter terechtzitting van 11 januari 2005 he[eiser sub 1]sers], kort samengevat, gevorderd het door [gedaagde] gelegde conservatoir beslag op het woonhuis aan de [adres] te Vlissingen op te heffen en [gedaagde] te gelasten zorg te dragen voor doorhaling van het beslag in de openbare registers, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd.
Na verder debat is vonnis gevraagd.
De inhoud van de overgelegde processtukken, waaronder producties en pleitnotities zijdens beide partijen, geldt als hier ingelast.
2. De feiten
[eiser sub 1]sers], voormalig geregistreerd partners, zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van het woonhuis [adres] de [adres] Vlissingen, groot 2 are en 49 centiare, kadastraal bekend gemeente Vlissingen sectie [nummer].
2.2. [gedaagde] h[eiser sub 1]sers] bij brief d.d. 25 november 2003 aansprakelijk gesteld voor de schade die vanwege de scheurvorming in de muren in de woning van [gedaagde] is ontstaan. Volgens [gedaagde] is de scheurvorming ontstaan ten gevolge van werkzaamheden in de tuin[eiser sub 1]sers]
[eiser sub 1]sers] hebben bij N.V. Interpolis Schade (hierna Interpolis) een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren.
2.4. Interpolis heeft onderzoek laten verrichten door een expert. Zij heeft vervolgens [gedaagde] bij brief d.d. 20 april 2004 medegedeeld dat zij zich op het standpunt stelt[eiser sub 1]sers] niet aansprakelijk zijn voor de schade.
2.5. [gedaagde] heeft op 18 november 2004 conservatoir beslag doen leggen op het woonhuis. [gedaagde] heeft vervol[eiser sub 1]sers] bij dagvaarding d.d. 1 december 2004 in rechte betrokken tegen de rolzitting van 15 juni 2005 en schadevergoeding gevorderd.
2.6. Interpolis heeft meermaals aan [gedaagde] te kennen gegeven dat verzekeringsdekking bestaat voor de in geschil zijnde schade en heeft [gedaagde] verzocht het beslag op te heffen. Het bestaan van verzekeringsdekking is door Interpolis nogmaals bevestigd in de brief d.d. 6 januari 2005 aan de raadsvrouw[eiser sub 1]sers] die voorafgaand aan de zitting is overgelegd. In deze brief wordt, voor zover thans van belang, gesteld:
“Indien haar verzekerden, tezamen of ieder voor zich, aansprakelijk blijken te zijn voor de door [gedaagde] voor de rechtbank te Middelburg gevorderde schade, dan zal N.V. Interpolis Schade tot vergoeding van deze schade en de verschuldigde kosten overgaan. Op grond van de van toepassing zijnde verzekeringsvoorwaarden zal in dat geval de schade rechtstreeks met [gedaagde] of haar gemachtigde worden afgewikkeld”
2.7. [gedaagde] is tot op heden niet overgegaan tot opheffing van het beslag.
2.8. Het woonhuis aan de [adres] staat te koop omdat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] uit elkaar zijn gaan.
3. Het geschil
[eiser sub 1]sers] stellen een spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde.
Vol[eiser sub 1]sers] is het door [gedaagde] gelegde beslag vexatoir. Het beslag is onnodig gelegd omdat voldoende zekerheid bestaat, nu Interpolis heeft aangegeven dat zij inzake het onderhavige geschil dekking verleent en [gedaagde] uit hoofde van art. 3:287 BW een voorrecht heeft op eventueel uit te keren verzekeringspenningen. Bovendien dient op grond van een belangenafweging over te worden gegaan tot opheffing van het beslag.
3.2. Het gelegde beslag is volgens [gedaagde] niet vexatoir, nu de mededeling van Interpolis dat verzekeringsdekking bestaat onvoldoende zekerheid biedt in de zin van art. 705 lid 2 Rv jo art. 6:51 lid 2 BW. De aangeboden zekerheid voldoet niet aan de in het model beslaggarantie NVB 1999 genoemde eisen.
4. De beoordeling
4.1. Blijkens de stellingen van partijen he[eiser sub 1]sers] nadat zij door [gedaagde] waren aangesproken, zich gewend tot hun verzekeringsmaatschappij Interpolis. Deze verzekeringsmaatschappij heeft de behandeling van aansprakelijkstelling overgenomen van haar verzekerden, de gepretendeerde vordering onderzocht en vervolgens de aansprakelijkheid van haar verzekerden afgewezen. Interpolis heeft daarmee aangegeven dekking te verlenen ingeval de gestelde schade wordt aangetoond. Dit standpunt heeft zij herhaald en bevestigd in haar brief van 6 januari 2005.
Onder die omstandigheden is het beslag onnodig gelegd. Dit beslag geeft niet meer zekerheid dan de erkenning van de dekking door Interpolis, welke erkenning immers een rechtstreekse aanspraak op Interpolis mogelijk maakt. Het beslag moet dan ook worden opgehe[eiser sub 1]sers] hebben daar belang bij. Zonder het beslag zijn zij niet afhankelijk van de medewerking van [gedaagde] bij de verkoop en levering van hun woning.
4.2[eiser sub 1]sers] een uitvoerbaar verklaard vonnis zullen verkrijgen waarin het beslag opgeheven wordt, hebben zij geen belang bij een veroordeling van [gedaagde] tot het doorhalen van het beslag in de openbare registers. De vordering hiertoe zal dan ook worden afgewezen.
4.3. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- heft op het ten laste[eiser sub 1]sers] gelegde conservatoir beslag op het woonhuis [adres] de [adres] Vlissingen, groot 2 are en 49 centiare, kadastraal bekend gemeente Vlissingen sectie [nummer];
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding tot aan deze uitspraak aan de zijde[eiser sub 1]sers] begroot op € 83,78 wegens dagvaardingskosten, € 241,00 wegens griffierechten en € 1.054,00 wegens procureurssalaris;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 18 januari 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
nd