ECLI:NL:RBMID:2005:AZ5289
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van vertegenwoordiger in faillissement van Schikker Internationaal Transport B.V.
In deze zaak vorderde de curator, mr. Johan Wind, dat de rechtbank zou verklaren dat [C.C.] niet bevoegd was om namens Schikker Internationaal Transport B.V. (hierna: Schikker) verschillende overeenkomsten met Fortis Bank (Nederland) B.V. aan te gaan. De curator stelde dat Schikker alleen vertegenwoordigd kon worden door haar bestuurder, Schikker Beheer, en dat [C.C.] geen volmacht had om namens Schikker op te treden. De rechtbank moest beoordelen of [C.C.] als indirect bestuurder van Schikker Beheer bevoegd was om Schikker te vertegenwoordigen en of de bank had mogen vertrouwen op de bevoegdheid van [C.C.].
De rechtbank oordeelde dat Schikker rechtsgeldig werd vertegenwoordigd door Schikker Beheer, en dat [C.C.] als bestuurder van Schikker Beheer ook bevoegd was om Schikker te vertegenwoordigen. De rechtbank concludeerde dat de bank niet onterecht had vertrouwd op de bevoegdheid van [C.C.], aangezien hij de enige natuurlijke persoon in de keten was en de bank op basis van handelsregisterinformatie had vastgesteld dat [C.C.] indirect bestuurder was. De curator's vordering werd afgewezen, en de rechtbank veroordeelde de curator in de kosten van de procedure.
Het vonnis werd uitgesproken op 29 juni 2005 door mr. S.M.J. van Dijk, waarbij de rechtbank de vordering van de curator afwees en hem in de proceskosten veroordeelde. De kosten aan de zijde van de bank en de gevoegde partijen werden gespecificeerd, en de rechtbank benadrukte het belang van de juiste vertegenwoordiging in vennootschapsrechtelijke aangelegenheden.