ECLI:NL:RBMID:2005:AY9647
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Inbreuk op auteursrechten door verkoop van namaak wandreliëfs
In deze zaak, die op 18 augustus 2005 door de Rechtbank Middelburg werd behandeld, vorderde eiser, een beeldhouwer, in kort geding een verbod op de verkoop van inbreukmakende wandreliëfs door gedaagden, die zijn ontwerpen zonder toestemming hadden nagemaakt en op de markt gebracht. Eiser stelde dat hij sinds 1992 als beeldhouwer werkzaam was en dat zijn wandreliëfs auteursrechtelijk beschermd waren. Hij voerde aan dat gedaagden, zijn voormalige verkoopagenten, inbreuk maakten op zijn auteursrechten door identieke kopieën van zijn werk te verkopen. Eiser vorderde ook dat gedaagden een gecertificeerde verklaring van een registeraccountant zouden overhandigen, waarin de verkoop van de inbreukmakende producten werd gedocumenteerd.
Gedaagden betwistten de auteursrechtelijke bescherming van de wandreliëfs en stelden dat de ontwerpen van eiser geen oorspronkelijk karakter bezaten. Ze voerden aan dat zij door de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst door eiser gedwongen waren om alternatieve leveranciers te zoeken. De rechtbank oordeelde dat eiser voldoende spoedeisend belang had bij zijn vorderingen en dat er voldoende bewijs was van inbreuk op zijn auteursrechten. De voorzieningenrechter verbood gedaagden de inbreukmakende wandreliëfs te verkopen en legde hen verschillende verplichtingen op, waaronder het overhandigen van een gecertificeerde verklaring van de accountant binnen een bepaalde termijn.
De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en legde gedaagden een dwangsom op voor het geval zij niet aan de opgelegde verplichtingen voldeden. De kosten van het geding werden aan gedaagden opgelegd, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij werden beschouwd. Dit vonnis benadrukt de bescherming van auteursrechten en de gevolgen van inbreuk daarop in het kader van de verkoop van kunstwerken.