ECLI:NL:RBMID:2005:AU9088
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.H. Nomes
- M.D. Bezemer-Kralt
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bestuursdwang en belangenafweging bij bouwvergunningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, eigenaar van een restaurant, en het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Veere. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 10 mei 2005, waarin zijn bezwaar tegen een last onder dwangsom ter verwijdering van een terrasoverkapping en pergola's ongegrond werd verklaard. Eiser had eerder een bouwvergunning aangevraagd voor deze constructies, maar deze was geweigerd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 september 2005, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. K.M. Moeiliker, en verweerder werd vertegenwoordigd door W. Boogaard en T. Elenbaas.
De rechtbank overwoog dat ingevolge artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan bevoegd is om een last onder dwangsom op te leggen om overtredingen ongedaan te maken. De rechtbank stelde vast dat er geen concreet zicht op legalisatie was, mede gezien het advies van de Monumentencommissie. Eiser had aangevoerd dat de terrasoverkapping met toestemming van verweerder was opgericht en dat er geen illegale bouwwerken waren. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten tot het opleggen van de last onder dwangsom, omdat eiser onvoldoende gebruik had gemaakt van de geboden gelegenheid om een legale oplossing te vinden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, waarmee de last onder dwangsom in stand bleef. De rechtbank benadrukte het belang van handhaving van de wetgeving en dat handhavend optreden niet onevenredig mag zijn ten opzichte van de belangen van de overtreder. Eiser had de geboden tijd niet voldoende benut om een alternatief bouwplan in te dienen, wat bijdroeg aan de beslissing van de rechtbank.