ECLI:NL:RBMID:2005:AU8615
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.J.C. van Spronssen
- F.C.J.E. van Hemert – Meeuwis
- D. Verboom
- Rechtspraak.nl
Verduistering, bedreiging en poging tot oplichting door verdachte in de gemeente Goes
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 21 december 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering, bedreiging en poging tot oplichting. De verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen, werd beschuldigd van het verduisteren van geldbedragen die hij als aanbetaling voor verbouwingswerkzaamheden had ontvangen van verschillende slachtoffers. Gedurende de periode van 27 september 2002 tot en met 22 september 2003 heeft de verdachte zich door middel van valse voorwendselen en listige kunstgrepen schuldig gemaakt aan het oplichten van meerdere slachtoffers, waarbij hij hen heeft bewogen tot de afgifte van aanzienlijke geldbedragen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het vertrouwen van zijn opdrachtgevers ernstig had beschaamd door de ontvangen gelden niet terug te betalen en de overeengekomen werkzaamheden niet of niet geheel uit te voeren.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging van een van zijn slachtoffers, waarbij hij dreigende woorden heeft geuit die gericht waren tegen het leven van het slachtoffer. De rechtbank heeft deze bedreiging als zeer ernstig gekwalificeerd, gezien de impact die dit heeft op het leven van het slachtoffer. De verdachte heeft ook geprobeerd om een ander slachtoffer te bedriegen door een schadevergoeding te eisen voor een vermeende inbraak, die nooit had plaatsgevonden.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien maanden en heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, met uitzondering van enkele vorderingen die niet ontvankelijk werden verklaard. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht tot betaling van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de rechters de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging hebben genomen.