ECLI:NL:RBMID:2005:AU5262
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen last onder dwangsom inzake vergunning-voorschriften brandveiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 15 augustus 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. B.J.P.G. Roozendaal, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 23 januari 2004, waarbij haar een last onder dwangsom was opgelegd wegens het overtreden van vergunningvoorschriften inzake brandveiligheid. Het bezwaar werd door verweerder op 22 november 2004 niet-ontvankelijk verklaard, waarna eiseres beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank overwoog dat ingevolge de artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bezwaarschrift binnen zes weken na bekendmaking van het besluit moet worden ingediend. Eiseres stelde dat zij het primaire besluit niet op of omstreeks 29 januari 2004 had ontvangen, maar pas na het verstrijken van de bezwaartermijn. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat het primaire besluit op 29 januari 2004 was verzonden, en dat de stelling van eiseres over de ontvangst van het besluit niet geloofwaardig was.
De rechtbank concludeerde dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het buiten de bezwaartermijn was ingediend. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.