ECLI:NL:RBMID:2005:AT4866
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeschiktheidsontslag en belangenafweging bij politieambtenaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan over een ongeschiktheidsontslag van een politieambtenaar. Eiser, die sinds 1997 werkzaam was bij de politie Zeeland, was sinds 1999 op basis van arbeidstherapie in een andere functie werkzaam. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet meer geschikt was voor zijn oorspronkelijke functie als executief ambtenaar, maar dat er geen zorgvuldige belangenafweging heeft plaatsgevonden bij het ontslag. Eiser betwistte zijn ongeschiktheid, maar de rechtbank oordeelde dat deze betwisting te laat was en in strijd met de goede procesorde. De rechtbank concludeerde dat verweerder, de Korpsbeheerder politieregio Zeeland, bevoegd was om eiser te ontslaan op grond van artikel 94 van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp), maar dat de belangenafweging niet adequaat was uitgevoerd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat verweerder een nieuw besluit moest nemen, waarbij de belangen van eiser beter in acht genomen moesten worden. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 644,- werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging bij ontslagprocedures van politieambtenaren, vooral in gevallen van ongeschiktheid wegens ziekte.