ECLI:NL:RBMID:2005:AT3176
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.H. Nomes
- H.D. Sebel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de standplaatsvergunning en de motivering van beperkingen op basis van politieadvies
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 15 februari 2005 uitspraak gedaan in een geschil over een standplaatsvergunning. Eiser had een aanvraag ingediend voor een vergunning om frites, snacks en broodjes te verkopen vanuit een kiosk op het Luitje te Zierikzee. De gemeente Schouwen-Duiveland verleende een vergunning, maar beperkte de openingstijden en het assortiment op basis van een politieadvies dat waarschuwde voor mogelijke overlast door hangjongeren. Eiser was het niet eens met deze beperkingen en heeft beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 januari 2005, waarbij eiser in persoon verscheen en de gemeente werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De rechtbank overwoog dat het politieadvies onvoldoende onderbouwing bood voor de opgelegde beperkingen. De rechtbank stelde vast dat er geen overtuigend bewijs was dat de openingstijden en het assortiment daadwerkelijk zouden leiden tot overlast. Bovendien was de motivering voor de wijziging van de openingstijd van 7.00 uur naar 8.00 uur niet voldoende onderbouwd.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank vernietigde het besluit van de gemeente en droeg hen op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de gemeente verplicht om het griffierecht aan eiser te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij het opleggen van beperkingen aan vergunningen, vooral wanneer deze zijn gebaseerd op externe adviezen.