ECLI:NL:RBMID:2004:AS8219
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J.G. Lameijer
- D.C. van Reekum
- F.C.J.E. van Hemert-Meeuwis
- Rechtspraak.nl
Deelneming aan een criminele organisatie en handel in verdovende middelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 17 november 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie en het handelen in verdovende middelen. De verdachte was betrokken bij een organisatie die vreemdelingen hielp bij hun illegale verblijf in Nederland. Hij speelde een faciliterende rol door het huren van boten en het organiseren van de overtocht naar Engeland. Daarnaast was hij betrokken bij de uitvoer van handelshoeveelheden hasjiesj en hennep van Nederland naar Engeland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet en dat hij uit winstbejag handelde. De rechtbank achtte de verklaringen van medeverdachten betrouwbaar en verwierp het verweer van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een belangrijke rol speelde binnen de organisatie, hoewel hij niet als leidinggevende werd beschouwd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de tijd in voorlopige hechtenis in mindering gebracht op de opgelegde straf. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar ook met het feit dat hij geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten.