ECLI:NL:RBMID:2004:AR8455
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens reorganisatie en bedrijfseconomische noodzaak
In deze zaak verzoekt de besloten vennootschap [verzoeker] de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens veranderingen in de omstandigheden, specifiek door een reorganisatie. De werkgever, [verzoeker], heeft een ontslagvergunning aangevraagd voor drie werknemers, waaronder [verweerder], vanwege teruglopende resultaten en de noodzaak om kosten te besparen. De CWI heeft voor twee werknemers de ontslagvergunning verleend, maar voor [verweerder] geweigerd, omdat zijn functie niet was vervallen. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever voldoende heeft aangetoond dat de bedrijfseconomische noodzaak tot reorganisatie bestaat. De kantonrechter overweegt dat de functie van servicemonteur is komen te vervallen door de reorganisatie en dat [verweerder] op basis van anciënniteit de werknemer is wiens arbeidsplaats vervalt. De kantonrechter kent [verweerder] een vergoeding toe volgens de kantonrechtersformule met een correctiefactor van 1, wat resulteert in een vergoeding van € 8.798,03 bruto. De kantonrechter wijst erop dat de betaling van deze vergoeding niet onoverkomelijk bezwaarlijk is voor [verzoeker]. De beslissing om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wordt genomen per 11 november 2004, met de mogelijkheid voor [verzoeker] om het verzoek in te trekken voor de zitting op 10 november 2004.