ECLI:NL:RBMID:2004:AP2620
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na onrechtmatige daad wegens verkrachting
In deze zaak vorderde eiseres, de stiefdochter van gedaagde, schadevergoeding wegens onrechtmatige daad, specifiek verkrachting die meermalen gepleegd is. De rechtbank Middelburg heeft op 9 juni 2004 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. Eiseres vorderde een schadevergoeding van € 25.000,-, te vermeerderen met wettelijke rente, en stelde dat gedaagde jegens haar onrechtmatig had gehandeld door inbreuk te maken op haar recht op lichamelijke integriteit, vrijheid en privacy. Eiseres leed aan ernstige psychische klachten als gevolg van de gepleegde feiten, waaronder posttraumatische stressklachten. Gedaagde erkende de feiten, maar betwistte de hoogte van de schadevergoeding en voerde aan dat hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar was. Hij stelde dat de schadevergoeding gematigd moest worden tot € 3.500,-, gezien zijn financiële situatie en schulden.
De rechtbank oordeelde dat gedaagde aansprakelijk was voor de schade die eiseres had geleden als gevolg van zijn onrechtmatige daden. De rechtbank nam in overweging dat slachtoffers van dergelijke delicten vaak langdurig lijden onder de psychische gevolgen. Eiseres had voldoende bewijs geleverd van de psychische schade, onder andere door middel van verklaringen van haar huisarts en hulpverleners. De rechtbank stelde de schadevergoeding vast op € 10.000,-, ondanks dat dit bedrag hoger was dan de richtlijnen van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf 18 augustus 2003. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.554,16 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.