3.3. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] ontkent dat sprake is van een garantie ten aanzien van de door haar geleverde plantuien. Zij ontkent voorts plantuien te hebben verkocht aan [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en ontkent tevens plantuien te hebben verkocht aan [G.], waarbij deze optrad als bemiddelaar voor [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident]. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] stelt dat zij slechts plantuien heeft verkocht aan [G.] zelf. Er is volgens [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] geen sprake van een contractuele verhouding tussen [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] en [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident], zodat derhalve geen sprake kan zijn van een tekortkoming in de nakoming van contractuele verplichtingen door [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] jegens [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident]. Dientengevolge kan [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] niet aansprakelijk zijn voor de beweerdelijk door [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] geleden schade, aldus [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident].
[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] betwist daarnaast dat de besmette plantuien van [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] afkomstig zijn van [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident].
Verder voert [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] aan dat de akte van cessie tussen [G.] en [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] geen grond kan vormen voor de contractuele vorderingsrechten zoals door [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] gesteld. Indien de door [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] aan [G.] geleverde partij plantuien al niet deugdelijk zou zijn en dienaangaande op [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] een aansprakelijkheid zou rusten, dan ziet de aansprakelijkheid uitsluitend op de schade die door [G.] geleden zou zijn. Die schade bedraagt maximaal f. 3.520,-- (de koopprijs c.q. doorverkooprijs).
[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] stelt zich verder op het standpunt dat, indien de plantuien van [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] al afkomstig zouden zijn van [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident], in casu dan geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming door [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident].
Ten eerste is er volgens [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] geen sprake van een tekortkoming. De plantuien die zij geleverd heeft voldeden volledig aan van overheidswege gestelde eisen. Herhaalde keuringen door Naktuinbouw en Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek B.V. (BGGL)
- de daarvoor van overheidswege voorgeschreven instanties - hebben uitgewezen dat de geleverde plantuien vrij waren van stengelaaltjes.
Indien het in het verkeer brengen van de beweerdelijke plantuien zou kunnen worden beschouwd als een tekortkoming dan geldt volgens [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] dat geen sprake is van toerekenbaarheid. Gelet op hetgeen is opgemerkt omtrent de verrichte keuringen, treft [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] geen enkel verwijt. Indien al sprake is van een tekortkoming kan deze noch krachtens rechtshandeling, noch krachtens wet of in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] komen.
Evenmin is sprake van onrechtmatig handelen door [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident], althans contractuele toerekenbaarheid. Dit is door [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] ook niet gesteld.
[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] heeft verder de omvang van de door [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] gestelde schade en het causaal verband tussen de schade en de handelingen en/of gedragingen van [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] gemotiveerd betwist. [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] stelt voorts dat indien al grond zou bestaan voor aansprakelijkheid, toekenning van volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. Tenslotte betwist [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] de omvang van de buitengerechtelijke kosten.