ECLI:NL:RBMID:2003:AO3670

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
19 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
115-02
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.M.J. Dijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door omgevallen boom op openbare weg

In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 19 maart 2003 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiser, wonende te Hulsberg, en de besloten vennootschap Barok B.V., gevestigd te Vlissingen. De zaak betreft een aanrijding op 2 januari 1998 waarbij eiser als passagier in een auto zat die bestuurd werd door zijn echtgenote. De auto botste tegen een omgevallen boom op de Sibbergrubbe te Valkenburg. Eiser vorderde een verklaring voor recht dat Barok volledig aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van deze aanrijding, en eiste een schadevergoeding van € 6.889,12, alsook vergoeding van toekomstige schade en proceskosten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Barok eigenaar is van het perceel waar de boom zich bevond. Eiser stelde dat Barok aansprakelijk is op grond van artikel 6:162 BW, omdat de boom omviel door onvoldoende onderhoud en controle. Barok betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de boom niet van haar perceel afkomstig was en dat zij geen verwijt kon worden gemaakt voor het omvallen van de boom. De rechtbank oordeelde dat de eigenaar van een boom niet automatisch aansprakelijk is voor schade die door het omvallen van de boom ontstaat, tenzij er sprake is van verwijtbaarheid. De rechtbank concludeerde dat Barok geen verwijt kon worden gemaakt, omdat er geen bewijs was dat de wortelrot zichtbaar was of dat Barok onvoldoende onderhoud had gepleegd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt dat de eigenaar van een boom niet aansprakelijk kan worden gehouden voor schade als er geen sprake is van verwijtbaarheid, zelfs niet als de boom omvalt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis van 19 maart 2003 in de zaak van:
rolnr: 115/02
eiser,
wonende te Hulsberg,
eiser,
procureur: mr. J. Boogaard,
tegen:
de besloten vennootschap Barok B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Vlissingen,
gedaagde,
procureur: mr. E.H.A. Schute.
1. Het verloop van de procedure
De volgende processtukken zijn gewisseld:
- dagvaarding;
- conclusie van antwoord;
- conclusie van repliek tevens akte vermeerdering van eis;
- conclusie van dupliek.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als eiser respectievelijk Barok.
2. De feiten
2.1. (Naam), de echtgenote van eiser, had op 2 januari 1998 als bestuurster van een Nissan Sunny, een aanrijding met een omgevallen boom die op de openbare weg, de Sibbergrubbe te Valkenburg, terecht was gekomen.
Eiser bevond zich ten tijde van de aanrijding als passagier op de bijrijderstoel naast zijn echtgenote.
2.2. Barok is eigenaar van het perceel Oud Valkenburg sectie C no. 2220, dat grenst aan de Sibbergrubbe.
2.3. Eiser heeft op 30 januari 2002 conservatoir beslag doen leggen op voornoemd perceel van Barok.
3. Het geschil
3.1. Eiser vordert verklaring voor recht dat Barok volledig aansprakelijk is voor de schade die eiser heeft geleden, lijdt en zal lijden als gevolg van de aanrijding met de boom op de Sibbergrubbe te Valkenburg. Voorts vordert eiser veroordeling van Barok tot betaling aan hem van een bedrag van € 6.889,12 betreffende schadevergoeding alsmede veroordeling van Barok in de kosten ter vaststelling van de schade die eiser heeft geleden, lijdt en nog zal lijden, waaronder medische expertisekosten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, veroordeling van Barok om aan eiser te vergoeden de schade die hij heeft geleden, lijdt en nog zal lijden te vermeerderen met wettelijke rente, waaronder de door hem gemaakte kosten voor rechtsbijstand en buitengerechtelijke incassokosten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en veroordeling van Barok in de proceskosten.
Hij stelt dat Barok op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor het omvallen van die boom en de daardoor veroorzaakte schade. Barok is eigenaresse van de boom en de gevolgen van het omvallen komen naar verkeersopvattingen voor haar rekening en risico. Voorts stelt eiser dat Barok door het niet deugdelijk onderhouden van de boom een verwijt kan worden gemaakt. Barok had volgens eiser zijn perceel met bomen, in het bijzonder de omgewaaide boom, aan een intensieve controle moeten onderwerpen, nu vanwege de plaats waar deze boom stond de kans op wortelrot groot was. Door in het geheel niets te doen heeft Barok het risico van schade in het leven geroepen, althans vergroot, aldus eiser. Hij verwijst ter ondersteuning van zijn standpunt naar het door hem overgelegde rapport van de beëdigd taxateur bomen en houtige heesters J.P. Janssen.
Eiser betwist dat er sprake was van eigen schuld aan zijn kant. Hij licht zijn schade toe.
3.2. Barok heeft de vordering van eiser bestreden. Zij betwist primair dat de boom waarmee de auto waarvan eiser passagier was in botsing is gekomen afkomstig is van haar perceel. Subsidiair stelt Barok niet aansprakelijk te zijn voor de gevolgen van het omvallen van de boom, nu haar daarvan geen verwijt kan worden gemaakt en dat incident evenmin op grond van de verkeersopvatting voor haar rekening en risico dient te komen, nu wortelrot -zo daarvan al sprake was- niet van buitenaf te zien is en zij nog maar betrekkelijk korte tijd eigenaar was van het perceel. Bovendien mag van eiser ook een zekere voorzichtigheid worden verwacht. Voorts betwist Barok het causaal verband tussen het ongeval en het door eiser gestelde letsel alsmede de door eiser opgevoerde schadeposten.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Tussen partijen is in geschil:
a. of de op 2 januari 1998 op de Sibbergrubbe liggende boom wel of niet afkomstig was van het perceel van Barok, en
b. of - zo de onder a. geformuleerde vraag met ja moet worden beantwoord - het omgeval-len zijn van die boom (kennelijk door beide partijen als een jegens eiser onrechtmatige situatie aangemerkt) aan Barok kan worden verweten dan wel dat zulks naar in het verkeer verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt.
4.2. De rechtbank zal veronderstellenderwijs uitgaan van een bevestigend antwoord op de onder a. geformuleerde vraag en eerst op de onder b. weergegeven vraag ingaan.
4.2.1. Naar het oordeel van de rechtbank kan de opvatting dat de gevolgen van elk omvallen van een boom - ongeacht de oorzaak daarvan en los van de vraag of de eigenaar van die boom al dan niet controle op en onderhoud aan de boom heeft verricht - voor rekening en risico van die eigenaar komt, niet als juist worden aanvaard. De eigenaar van een boom mag ervan uitgaan dat een boom - mits goed onderhouden - geen schade veroorzaakt. Het gaat te ver om ook na voldoende onderhoud de eigenaar in het geval schade door de boom ontstaat te allen tijde voor die schade aansprakelijk te houden; immers juist ter voorkoming van degelijke schade wordt dat onderhoud gepleegd.
4.2.2. Zulks neemt niet weg dat wanneer het omvallen van een boom het gevolg is van onvol-doende controle op en/of onvoldoende onderhoud van die boom - dat wil zeggen: wanneer de eigenaar een verwijt kan worden gemaakt - die eigenaar wel op de gevolgen van het omvallen kan worden aangesproken. In het onderhavige geval stelt eiser dat Barok onvoldoende onder-houd en/of controle heeft gepleegd en dat daardoor de boom is kunnen vallen. Barok betwist dat. Eiser verwijst ter ondersteuning van zijn standpunt naar het rapport van de beëdigd taxateur bomen en houtige heesters J.P. Janssen. Uit dit rapport - dat inhoudelijk door Barok niet is betwist - blijkt het navolgende:
1. door de positie van de boom ten opzichte van zijn soortgenoten op het betreffende perceel heeft hij een ijle, langgerekte groeiwijze gehad, waardoor deze boom sneller onderhevig is aan onder- en bovengrondse factoren;
2. het omvallen van de boom is veroorzaakt door wortelrot ondergronds; wortelrot ontstaat door bodemschimmels die via beschadigingen aan en in de wortels in het wortelstelsel komen en de vitaliteit - en daarmee de functie - van de wortels aantasten.
In het rapport wordt geen verband gelegd tussen de onder 2. geconstateerde wortelrot en de onder 1. genoemde positie van de boom. De wortelrot veroorzakende schimmels zijn in de boom gekomen door beschadiging aan en in de wortels; dat die beschadigingen samenhangen met de grotere kwetsbaarheid van de boom in verband met zijn positie wordt niet gesteld en blijkt evenmin. Dat de wortelrot bij verdergaand onderhoud van de boom en het perceel waar-op hij stond zou zijn voorkomen moet aan de hand van deze rapportage worden afgewezen; de ondergrondse wortelrot was niet zichtbaar en van enig verband met wat wel zichtbaar was blijkt niet. Evenmin zou de wortelrot zijn voorkomen door geregelde controle; van een derge-lijke controle kan immers niet worden verwacht dat daarbij ook het wortelstelsel wordt onder-zocht. Een visuele controle, waarbij wordt gekeken naar uitwendige verschijnselen aan de boom die wijzen op ziekte en mogelijk gevaar van omvallen, moet ter afwering van aanspra-kelijkheid bij daadwerkelijk omvallen, als voldoende worden beschouwd. Dat de boom uitwendige verschijnselen vertoonde die Barok hadden moeten nopen tot een verdergaand onderzoek naar onder meer de wortels van de boom, is niet gesteld en evenmin gebleken.
Op grond van het vorenoverwogene moet worden vastgesteld dat Barok - ook al heeft zij feitelijk wellicht geen controle of onderhoud aan de boom gepleegd - geen verwijt kan worden gemaakt van het omvallen van de boom.
4.3. Gelet op het bovenstaande kan Barok voor de door eiser geleden schade niet aansprake-lijk worden gehouden. De in 4.1 onder a. geformuleerde vraag behoeft geen beantwoording meer. De vorderingen van eiser zullen worden afgewezen. Eiser zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
5. De beslissing
De rechtbank:
wijst de vorderingen van eiser af;
veroordeelt eiser in de kosten van het geding, aan de zijde van Barok tot aan deze uitspraak begroot op € 780,-- aan procureurssalaris en € 230,-- aan griffierecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. Dijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 maart 2003 in aanwezigheid van de griffier.
AIJ