ECLI:NL:RBMID:2003:AO3303
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.J.A. van Unnik
- H.D. Sebel
- Rechtspraak.nl
Procedure omtrent dienstongeval en vergoeding van medische kosten voor ambtenaar
In deze zaak gaat het om een ambtenaar die een dienstongeval heeft gehad in 1993, wat heeft geleid tot een whiplash en hersenletsel. De ambtenaar heeft sindsdien verschillende medische behandelingen ondergaan, waaronder een langdurige behandeling in Zwitserland. Hij heeft verzocht om vergoeding van de kosten van deze behandelingen, maar de Minister van Verkeer en Waterstaat heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen voorafgaande medische indicatie was gegeven. De rechtbank behandelt de vraag of de Minister terecht heeft geweigerd om de kosten te vergoeden op basis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR). De rechtbank oordeelt dat de Minister niet bevoegd was om de vergoeding te koppelen aan de voorwaarde van een voorafgaande medische indicatie. De rechtbank stelt vast dat de Minister de kosten moet vergoeden, ook als de medische noodzaak pas achteraf wordt beoordeeld. De rechtbank vernietigt het besluit van de Minister en bepaalt dat deze een nieuw besluit moet nemen, waarbij de eerdere uitspraak in acht moet worden genomen. Tevens wordt de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht aan de eiser.