RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 2 september 2003 in de zaak van:
de stichting Stichting Wildcat,
gevestigd te Lexmond,
eiseres,
procureur: mr. J.G.G. Wilgers,
1. de vereniging Vereniging Dierenbescherming Afdeling Noord- en Midden Zeeland,
gevestigd te Vlissingen,
2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagden,
procureur: mr. A. Minderhoud,
advocaat: mr. K.T.B. Salomons.
1. Het verloop van het geding
Ter terechtzitting van 26 augustus 2003 heeft eiser gevorderd:
- gedaagden te veroordelen om aan eiseres een kopie ter beschikking te stellen van alle brieven aan de door hen benaderde gemeenten;
- gedaagden primair te veroordelen om de teksten van die brieven te rectificeren in dier voege dat zij aan betrokken gemeenten melden dat de inhoud van die brieven onjuist is, onrechtmatig en dat zij zich verder zullen onthouden van elke vorm van tegen eiseres gerichte acties, subsidiair gedaagden te veroordelen de derde alinea van de door gedaagde sub 1 aan de gemeente Vlissingen gestuurde brief d.d. 25 maart 2003, bij de gemeente binnengekomen op 28 maart 2003, te rectificeren in dier voege dat zij aan betrokken gemeente meldt dat de inhoud van die alinea onrechtmatig, onjuist en schadelijk is;
- met bepaling dat gedaagden een dwangsom verbeuren van € 2.000,00 per dag waarop gedaagden nalatig zijn aan het in dezen te wijzen vonnis gevolg te geven;
- gedaagden te veroordelen in de kosten van dit geding.
Gedaagden hebben verweer gevoerd.
Na verder debat is vonnis gevraagd.
De inhoud van de overgelegde processtukken, waaronder pleitnota's en producties zijdens beide partijen, geldt als hier ingelast.
In het geding wordt van de navolgende feiten uitgegaan:
2.1. Eiseres spant zich reeds geruime tijd in om een vestigingsplaats te vinden voor de door haar in te richten dierentuin-opvanginrichting waarin zij zoveel mogelijk mondiaal voorkomende soorten katachtig dieren afkomstig van dierentuinen en circussen wenst te huisvesten, op te vangen, te fokken, en zo mogelijk tentoon te stellen.
Nadat een vestigingsplaats is gevonden, kan een aanvraag voor een vergunning betreffende het Dierentuinbesluit worden ingediend.
2.2. Gedaagden zijn tegen vestiging van een dergelijke dierentuin-opvanginrichting door gedaagde in Nederland.
2.3. Op 25 maart 2003 heeft gedaagde sub 1 een brief gestuurd aan de gemeente Vlissingen. Die brief luidt als volgt:
In de afgelopen weken is door de media regelmatig bericht dat (naam stichter)
voornemens is zijn stichting, "Wild Cat" genaamd, in Zeeland te vestigen.
Voor het geval deze berichten aan uw aandacht zijn ontsnapt willen wij hierbij kort
uiteenzetten wat deze stichting beoogt:
Stichter wil in de te vestigen Zoo alle 38 katachtigen herbergen die in de
wereld voorkomen. Het gaat daarbij vooral om beesten uit dierentuinen. Tevens wil hij
meedraaien in fokprogramma's. In de gemeente Hulst, waar stichter zijn wildpark oorspronkelijk had gepland, wilde hij starten met de opvang van kleinere katachtigen en het park vervolgens uitbreiden met leeuwen, tijgers, poema's en jaguars. De plannen in Hulst hebben geen doorgang gevonden, maar zoals hij in de media aangaf is stichter vastbesloten zijn stichting in de provincie Zeeland te vestigen.
Zoals u misschien zult begrijpen is de Dierenbescherming zwaar gekant tegen de vestiging van een dergelijke attractie en wel om de volgende redenen:
Stichter benadrukt in de media dat hij zaken doet met dierentuinen (uitwisseling, fokken, opvang e.d.). Onze hoofdvereniging, de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, heeft navraag gedaan bij de heer K. Brouwer van de Nederlandse Dierentuinen Vereniging. Deze heeft benadrukt dat stichter niet samenwerkt met de gerenommeerde tuinen. Wel heeft stichter zaken gedaan met enkele dierentuintjes in het voormalige Oostblok. Er is door hem ook nooit een aanvraag gedaan tot support bij de NOD (Nederlandse Opvang Dierentuinen) en de behoefte voor opvang van katachtigen bestaat in Nederland niet. Bovendien is het zeer de vraag of stichter de benodigde ontheffingen kan krijgen die noodzakelijk zijn.
Bij de gemeente Bergen op Zoom, waar stichter een eerdere poging heeft gedaan om de stichting "Wild Cat" te vestigen is dit verzoek afgewezen; zij wil geen Zoo op haar grondgebied.
Bovendien heeft de Nederlandse Staat geen contracten afgesloten met houders van katachtigen, omdat daar absoluut geen behoefte aan is.
Ook de Dierenbescherming is van mening dat de noodzaak voor vestiging van nieuwe dierentuinen, opvang of kweekstations voor katachtigen niet aanwezig is, omdat wij vinden dat we tuinen 'te over' hebben die een (eventueel verantwoorde) kweek en opvang makkelijk aankunnen.
Wij hopen u door middel van dit schrijven voldoende op de hoogte te hebben gesteld en u tevens overtuigd te hebben van het feit, dat vestiging van de stichting "Wild Cat" in Zeeland geen goede zaak zou zijn.
Indien u nadere informatie behoeft zullen wij deze gaarne verstrekken.
Het bestuur van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, afdeling Noord en Midden Zeeland,(xxx)."
2.4. Het is eiseres tot op heden niet gelukt om zich in Zeeland te vestigen met haar stichting.
3.1. Eiseres vordert afgifte van kopieën van alle brieven van gedaagden aan door hen benaderde gemeenten, alsmede rectificatie van de tekst van die brieven in dier voege dat aan de benaderde gemeenten wordt gemeld dat de inhoud van die brieven onjuist en onrechtmatig is, althans dat de derde alinea van de aan de gemeente Vlissingen gezonden brief d.d. 26 maart 2003 wordt gerectificeerd in dier voege dat wordt gemeld dat de inhoud van die alinea onrechtmatig, onjuist en schadelijk is. Voorts vordert eiser gedaagden te veroordelen om zich te onthouden van elke vorm van tegen eiseres gerichte acties. Eiseres stelt hiertoe dat gedaagden jegens haar onrechtmatig handelen.
3.2. Gedaagden hebben onder meer het belang van eiseres bij het gevorderde en de gestelde onrechtmatigheid gemotiveerd betwist.
4.1. Gedaagden hebben de vrijheid om overheden te benaderen zoals zij dit door middel van bovenstaande brief van 25 maart 2003 hebben gedaan, mits daarbij de grenzen van hetgeen betamelijk is niet worden overschreden. Het is niet toegestaan om bij het uitoefenen van het recht van vrijheid van meningsuiting de goede naam of rechten van anderen te schaden. Van het schaden van de naam van eiseres of aan haar toekomende rechten is in voornoemde brief van 25 maart 2003 geen sprake. De inhoud van de door gedaagden geschreven brief is bijna volledig te herleiden tot hetgeen door eiseres zelf in de media naar voren is gebracht. Gedaagden hebben daarmee de grenzen van hetgeen betamelijk niet overschreden en hebben derhalve niet onrechtmatig gehandeld jegens eiseres, zodat er geen aanleiding bestaat voor rectificatie van die brief of een gedeelte daaruit alsmede voor het ter beschikking van eiseres stellen van alle brieven gericht aan alle door gedaagden benaderde gemeenten. Dat de brief van gedaagden wellicht een rol speelt bij de beslissing van de overheid hoeft gedaagden er niet van te weerhouden om dergelijke brieven te sturen, temeer nu deze actie past binnen de doelstellingen van gedaagden. Aangezien de handelswijze van gedaagden is toegestaan en van verdere onrechtmatige acties tegen eiseres niet is gebleken, zullen de vorderingen worden afgewezen.
4.2. Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
- wijst de vorderingen van eiseres af;
- veroordeelt eiseres in de kosten van het geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden begroot op € 205,00 wegens griffierechten en € 908,00 wegens procureurssa-laris.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 2 september 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.