ECLI:NL:RBMID:2003:64

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
23 april 2003
Publicatiedatum
26 februari 2020
Zaaknummer
12/000215-02
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak tegen verdachte wegens opzettelijke vervaardiging van MDMA

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 23 april 2003 door de Rechtbank Middelburg werd behandeld, is de verdachte vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten. De zaak betreft de opzettelijke vervaardiging van MDMA, een stof die onder de Opiumwet valt. De verdachte was in verzekering gesteld op 28 juli 2002 en de voorlopige hechtenis werd op 31 juli 2002 ingegaan, met een schorsing op 2 oktober 2002. Tijdens de zittingen op 16 januari en 14 april 2003 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. R.T.C.N. Jeuken, gehoord, die vrijspraak voorstelde voor het primair tenlastegelegde en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voorstelde voor het subsidiair tenlastegelegde. De rechtbank heeft de tenlastelegging in detail bekeken, waarin de verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk vervaardigen en aanwezig hebben van een hoeveelheid MDMA, evenals het faciliteren van een XTC-laboratorium. Na zorgvuldige overweging kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en hevelde het bevel tot voorlopige hechtenis op. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. A.M.P. Gaakeer, en de rechters mrs. B. Doorewaard Boekhout en K. de Bruin, in aanwezigheid van griffier J. Buijze.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht meervoudige kamer
Parketnummer: 12/000215-02 Datum uitspraak: 23 april 2003
Tegenspraak
Datum inverzekeringstelling: Datum voorlopige hechtenis: Schorsing voorlopige hechtenis:
28 juli 2002
31 juli 2002
2 oktober 2002
VONNIS
van de rechtbank Middelburg, meervoudige kamer voor strafzaken, in de strafzaak tegen:

[verdachte]

geboren op [datum en plaats] , wonende te [adres]
ter terechtzitting verschenen.
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting verschenen mr. B.J. Schadd, advocaat te Arnhem.

Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 16 januari en 14 april 2003.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R.T.C.N. Jeuken en van hetgeen door en/of namens de verdachte naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het subsidiair tenlastegelegde, zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 66 (zesenzestig) dagen, met aftrek van voorarrest.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging luidt als volgt.
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat:
Parketnummer: 12/000215-02 Naam : [verdachte] .
hij op één of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1 juni 2002 tot en met 27 juli 2002, in elk geval op om omstreeks 27 juli 2002 te Kloetinge, gemeente Goes, tesamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft vervaardigd, althans (telkens) opzettelijk heeft bereid, en/of bewerkt, en/of verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (een) (handels) hoeveelhe(i)d(en) van een stof (zogenaamde XTC), bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) zijnde MDMA
(3,4-methyleendioxymethamfetamine) (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval (telkens) van (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
art. 2 lid 1 ahf/ond D Opiumwet art. 2 lid 1 ahf/ond C Opiumwet art. 2 lid 1 ahf/ond B Opiumwet
en voor zover terzake het onder 1 telastegelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2002 tot en met 27 juli 2002, te Kloetinge, gemeente Goes, tesamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, om (een) feit(en), bedoeld in het derde of vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het (telkens) opzettelijk vervaardigen, en/of (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, van een stof (zogenaamde XTC) bevattende MDMA (3,4- methyleendioxymethamfetamine) zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval van (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/ofte bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
- zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
-
voorwerpen, en/of stoffen voorhanden heeft gehad waarvan hij, en/of zijn mededader(s) wist, althans ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en), hebben hij verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s), toen en daar opzettelijk
- aan een of meer perso(o)n(en) een ruimte in een bunker,gelegen aan de [straatnaam] Kloetinge, verhuurd voor de inrichting vaneen XTC-laboratorium door die pers(o)n(en), en/of
- (op verzoek van die perso(o)n(en) één of meer (industriële) vriezers gezocht, en/of (vervolgens) die/een geschikte vriezer(s) gekocht en/of die vriezer(s) naar die bunker vervoerd, en/of aldaar afgeleverd, en/of
- die vriezer(s) in die laboratoriumruimte van die bunker geplaatst, en/of
- één of meer (stroom) kabels vanuit elders in die bunker naar dat laboratorium aangelegd/doen aanleggen;
art 1Oa lid 1 ahf/sub 1 alinea Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2
Parketnummer: 12/000215-02 Naam :
H.I.Xennt.

Vrijspraak

Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

DE BESLISSING

De rechtbank beslist als volgt.
Zij verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Zij heft het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op, zulks met onmiddellijke ingang.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.P. Gaakeer, voorzitter,
mrs. B. Doorewaard Boekhout en K. de Bruin, rechters,
in tegenwoordigheid van J. Buijze als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 april 2003.
Mr. De Bruin is buiten staat dit vonnis te tekenen.
3
/
- 1)-+--Î
.,,