ECLI:NL:RBMID:2002:AE1549

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
16 april 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
74/2002
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot staken van acties door Greenpeace ter bescherming van de haven van Zeeland Seaports

Op 16 april 2002 heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan in een kort geding tussen Zeeland Seaports en Stichting Greenpeace Nederland. Zeeland Seaports, als beheerder van de haven van Vlissingen, vorderde een bevel aan Greenpeace om onmiddellijk te stoppen met acties die de toegang van schepen tot de haven belemmerden. Deze acties, die gericht waren tegen het ms. Balaban 1, dat tropisch hardhout uit Brazilië moest lossen, werden door Zeeland Seaports als onrechtmatig beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de acties van Greenpeace een ernstige bedreiging vormden voor de orde en veiligheid in het havengebied en dat de economische belangen van Zeeland Seaports in het geding waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering tot het bevel om de acties te staken, toewijsbaar was, met een dwangsom van € 50.000 per dag voor iedere dag dat Greenpeace in gebreke bleef. De vordering tot een algemeen verbod op acties werd echter afgewezen, omdat de rechtmatigheid van dergelijke acties van geval tot geval moet worden beoordeeld. De rechtbank machtigde Zeeland Seaports om het bevel, indien nodig, op kosten van Greenpeace ten uitvoer te leggen met behulp van politie en justitie. Greenpeace werd veroordeeld in de kosten van het geding, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 16 april 2002 in de zaak van
Kort gedingnr.: 74/2002
De publieke rechtspersoon
Zeeland Seaports,
gevestigd te Terneuzen,
eiseres,
procureur: mr. J.M. van Koeveringe-Dekker,
tegen:
Stichting Greenpeace Nederland,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde: J. van den Broek.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als Zeeland Seaports en Greenpeace.
Ter terechtzitting van 15 april 2002 heeft Zeeland Seaports gevorderd:
1. Greenpeace te bevelen om met onmiddellijke ingang de door haar of de haren georganiseerde acties die er naar objectieve maatstaven toe leiden dat:
a. het aan enig schip op weg van of naar de havens of zich ophoudende in de havens van Zeeland Seaports wordt bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt in de havens van Zeeland Seaports af te meren aan een kade, te laden of te lossen of de havens van Zeeland Seaports te bereiken of te verlaten, en/of
b. de veilige doorgang van een schip op weg van of naar de haven van Zeeland Seaports over de Westerschelde en/of op de Nederlandse territoriale zee wordt belet of bemoeilijkt, onder andere doordat de actievoerders zonder toestemming van de kapitein aan boord gaan van diens schip en/of zich zonder toestemming van de kapitein op enigerlei wijze aan diens schip vastmaken en/of het schip te dicht naderen, te (doen) staken en/of te (doen) opheffen en
alle personen die zij reeds heeft opgeroepen tot het uitvoeren c.q. het meewerken aan bedoelde acties, met alle middelen die redelijkerwijs mogelijk zijn te bewegen alsnog af te zien van het uitvoeren van deze acties c.q. deze acties onverwijld te staken en/of op te heffen, zulks op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 50.000,-- per dag voor iedere dag dat of gedeelte daarvan dat Greenpeace met de nakoming van dat bevel in gebreke blijft;
2. Greenpeace te verbieden om op welke wijze dan ook acties in de sub 1 bedoelde zin alsnog te organiseren, dan wel haar medewerking op welke wijze dan ook aan de organisatie van dergelijke acties door derden te geven, zulks eveneens op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 50.000,-- bij iedere afzonderlijke overtreding van het verbod en van € 25.000,-- voor iedere dag dat die overtredingen voortduren; met een maximum van € 500.000,-- per gebeurtenis;
3. te bepalen dat dit bevel van kracht zal zijn gedurende één jaar na betekening van het vonnis;
4. Zeeland Seaports te machtigen het sub 1 verzochte bevel zonodig, ingeval Greenpeace nalatig mocht blijven daaraan te voldoen, op kosten van Greenpeace ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie, alles met veroordeling van Greenpeace in de kosten van dit geding.
Greenpeace heeft verweer gevoerd.
Na verder debat is vonnis gevraagd.
De inhoud van de overgelegde processtukken, waaronder een pleitnota van mr. Van Koeveringe-Dekker, geldt als hier ingelast.
2. De feiten
In dit geding wordt voorshands van de volgende feiten uitgegaan:
2.1. Zeeland Seaports is beheerder/exploitant van de haven van Vlissingen.
2.2. Greenpeace stelt zich onder meer ten doel de oerbossen te beschermen.
2.3. Vanaf zondagmiddag 14 april jl. heeft Greenpeace een protestactie gevoerd tegen het vervoer van tropisch hardhout. De actie richtte zich tegen het ms. Baliban 1, dat een partij hout uit Brazilië in de haven van Vlissingen dient te lossen. Actievoerders c.q. sympathisanten van Greenpeace hebben na binnenkomst van het ms. Balaban 1 in de haven van Vlissingen met behulp van twee schepen en een aantal zodiac's de vrije doorgang van het schip in de haven onmogelijk gemaakt. Daarbij werd onder meer de sleeptros van het schip doorgesneden. Een aantal actievoerders is aan boord van het schip gegaan en weigerde dit te verlaten. Als gevolg van deze acties kon het ms. Balaban 1 niet afmeren aan de kade en moest het uitwijken naar een boei in de havenmond.
2.4. Op grond van de havenverordening heeft Zeeland Seaports Greenpeace en de kapiteins van haar schepen zondagmiddag gesommeerd het beheersgebied van Zeeland Seaports onverwijld te verlaten op straffe van een bestuurlijke dwangsom van € 2.500,-- per uur na zondagavond 14 april 2002, 19.00 uur. Greenpeace heeft hieraan geen gevolg gegeven.
2.5. Greenpeace heeft voornoemde acties ten tijde van de behandeling van onderhavig kort geding gestaakt.
3. Het geschil
3.1. Zeeland Seaports stelt dat de acties van Greenpeace onrechtmatig zijn. De acties vormen een ernstige bedreiging voor de orde en veiligheid in het havengebied. Zeeland Seaports is belast met het beheer van onder meer de haven van Vlissingen. In dat kader staat hem feitelijk de havenverordening te dienste. Het opleggen van de bestuurlijke dwangsom heeft tot op heden echter geen effect gesorteerd.
De acties van Greenpeace schaden daarnaast het economisch belang van Zeeland Seaports.
Zeeland Seaports stelt dat Greenpeace door deze actie de grenzen van het betamelijk actievoeren ver overschreden heeft. Hij heeft belang bij een verbod tot verdere acties.
3.2. Greenpeace stelt dat ten tijde van de behandeling van onderhavig kort geding de acties reeds beëindigd zijn. Het primaire doel van deze actie is/was het vragen van aandacht voor illegale houtkap in het Amazonegebied in Brazilië, alsmede het bemachtigen van een deel van de lading hout. Door middel van deze actie stelt Greenpeace het havenbedrijf te willen wijzen op zijn medeverantwoordelijkheid voor de vernietiging van het Amazonegebied. Het is nooit de bedoeling geweest om het scheepvaartverkeer te hinderen en gevaarlijke situaties in het leven te roepen, de actie was specifiek gericht tegen het ms. Balaban 1.
4. De beoordeling
4.1. Hoewel de actie van Greenpeace genoemd onder r.o. 2.2. thans beëindigd is heeft Zeeland Seaports nog belang bij zijn vordering. De actie kan immers ieder moment worden hervat en de vordering heeft bovendien een verdere strekking dan alleen deze actie.
4.2. Zeeland Seaports is een publieke rechtspersoon, die tot taak heeft het beheer van het havengebied van Vlissingen. Tot deze taak behoort onder meer het zorgdragen voor een ordelijk verloop van de scheepvaartbewegingen in de haven. Ten tijde van de dagvaarding bevond Greenpeace zich met haar schepen onrechtmatig in het beheersgebied en verhinderde het afmeren en uitladen van de Balaban 1.
Voorshands is voldoende aannemelijk dat als gevolg van deze actie van Greenpeace een onbeheersbare situatie in de haven is ontstaan met gevaar voor scheepvaart en personen.
Greenpeace heeft hierdoor jegens Zeeland Seaports onrechtmatig gehandeld. Als rechtvaardigingsgrond voert Greenpeace aan dat zij aandacht wil voor illegale houtkap en dat zij een deel van de lading wilde hebben. Dit is echter onvoldoende om (verdere) actie te rechtvaardigen. De aandacht heeft zij in de media inmiddels ruimschoots gehad en op het hout heeft zij geen recht.
Afweging van de wederzijdse belangen van partijen leidt dan ook tot het oordeel dat verdere acties gericht op het ms. Balaban niet toelaatbaar zijn. De vordering onder sub 1 zal in zoverre worden toegewezen. De dwangsom zal aan een maximum worden gebonden.
De vordering tot een algemeen verbod, onder sub 2, zal worden afgewezen. De rechtmatigheid van de acties zal behoudens bijzondere omstandigheden waarvan in deze niet is gebleken steeds van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Om deze reden zal de vordering onder sub 3 eveneens worden afgewezen. De vordering onder sub 4 kan als onweersproken worden toegewezen.
4.3. Greenpeace zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- beveelt Greenpeace om met onmiddellijke ingang de door haar of de haren georganiseerde acties die er naar objectieve maatstaven toe leiden dat:
c. het aan het ms. Balaban 1 op weg van of naar de havens of zich ophoudende in de havens van Zeeland Seaports wordt bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt in de havens van Zeeland Seaports af te meren aan een kade, te laden of te lossen of de havens van Zeeland Seaports te bereiken of te verlaten, en/of
d. de veilige doorgang van dat schip op weg van of naar de haven van Zeeland Seaports over de Westerschelde en/of op de Nederlandse territoriale zee wordt belet of bemoeilijkt, onder andere doordat de actievoerders zonder toestemming van de kapitein aan boord gaan van diens schip en/of zich zonder toestemming van de kapitein op enigerlei wijze aan diens schip vastmaken en/of het schip te dicht naderen,
te (doen) staken en/of te (doen) opheffen en
alle personen die zij reeds heeft opgeroepen tot het uitvoeren c.q. het meewerken aan bedoelde acties, met alle middelen die redelijkerwijs mogelijk zijn te bewegen alsnog af te zien van het uitvoeren van deze acties c.q. deze acties onverwijld te staken en/of op te heffen, zulks op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 50.000,-- per dag voor iedere dag dat of gedeelte daarvan dat Greenpeace met de nakoming van dat bevel in gebreke blijft, met een maximum van € 500.000,--;
- machtigt Zeeland Seaports voornoemd bevel zonodig, ingeval Greenpeace nalatig mocht blijven daaraan te voldoen, op kosten van Greenpeace ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
- veroordeelt Greenpeace in de kosten van dit geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van Zeeland Seaports begroot op € 270,56 wegens verschotten en € 900,-- wegens procureurssalaris;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Witsiers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 16 april 2002 in tegenwoordigheid van de griffier.
FM