d.d. 29 september 1999
De arrondissementsrechtbank te Middelburg, enkelvoudige kamer, overweegt en beslist als volgt inzake:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MultiAction Vastgoed B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
eiseres,
procureur: mr. F.A.M. te Braake,
de Ontvanger van de Belastingdienst/Ondernemingen Goes,
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde,
procureur: mr. C.H. Brinkman.
Tussen partijen zijn de navolgende processtukken gewisseld:
- een met de dagvaarding overeenstemmende conclusie van eis;
- conclusie van antwoord;
- conclusie van repliek;
- conclusie van dupliek;
1.1. Bij koopovereenkomst d.d. 14 september 1992 heeft de heer [betrokkene]zijn onroerende zaak aan de [adres]verkocht aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MultiAction Vastgoed B.V., die daarbij werd vertegenwoordigd door haar directeur [directeur van].
In de leveringsakte, verleden op 28 april 1993 voor notaris mr. B. van der Meide te Schiedam, staat, voor zover hier van belang, vermeld:
MultiAction Vastgoed B.V. (eiseres) is op 16 september 1993 opgericht. Zij is op 5 oktober 1993 ingeschreven in het handelsregister.
Op 7 augustus 1997 heeft gedaagde ten laste van [betrokkene]executoriaal beslag doen leggen op de onroerende zaak. Dit beslag is diezelfde dag ingeschreven in de openbare registers.
Bij notariële akte d.d. 13 augustus 1997, waarin - onder meer - de levering van de onroerende zaak met name wordt genoemd, heeft eiseres alle rechtshandelingen bekrachtigd welke namens haar in haar oprichtingsfase vanaf 1 januari 1993 zijn verricht. Voormelde akte van bekrachtiging is op 13 augustus 1997 ingeschreven in de openbare registers.
Bij de dienst voor het kadaster en de openbare registers te [woonplaats] is [betrokkene] tot 13 augustus 1997 geregistreerd gebleven als eigenaar van de onroerende zaak. Daarbij was aangetekend dat de onroerende zaak was overgedragen aan de rechtspersoon in oprichting MultiAction Vastgoed B.V. i.o.
Sedert 13 augustus 1997 staat MultiAction Vastgoed B.V. als eigenaresse vermeld.
Bij vonnis in kort geding d.d. 24 december 1997, tussen partijen gewezen onder nummer KG 236/1997, heeft de president van deze rechtbank, gedaagde bevolen om, onder de voorwaarde dat eiseres uiterlijk vier weken na betekening van het vonnis gedaagde zou doen dagvaarden ter verkrijging van het oordeel van de bodemrechter, de executie van de onroerende zaak te schorsen en geschorst te houden totdat in de door eiseres aan te spannen bodemprocedure definitief is beslist zulks op verbeurte van een dwangsom. De president overwoog daartoe kort weergegeven, dat onduidelijk is aan wie er is geleverd en dat denkbaar is dat de bodemrechter na verder onderzoek - waartoe het kort geding zich niet leent - tot het oordeel komt dat [betrokkene] toch geldig heeft geleverd.
1.2. Het standpunt van eiseres houdt in dat de in het geding zijnde onroerende zaak ten tijde van de beslaglegging geen onderdeel van het vermogen van [betrokkene] meer uitmaakte.
Zij voert daartoe aan het navolgende aan:
1.2.1. De onroerende zaak is blijkens de notariële akte d.d. 28 april 1993 in eigendom overgedragen aan MultiAction Vastgoed B.V. i.o. waarbij door [betrokkene] aan MultiAction Vastgoed B.V. i.o. kwijting is verleend voor de betaling van de volledige koopprijs en overige lasten. Op 13 augustus 1997 heeft formele bekrachtiging van alle rechtshandelingen van MultiAction Vastgoed B.V. i.o. door MultiAction Vastgoed B.V. plaatsgevonden.
1.2.2. De akte tot levering is op 28 april 1993 overgeschreven in de registers van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers te [woonplaats], welke dienst door een technische tekortkoming de eigendomspositie in de registers niet heeft gewijzigd, zodat [betrokkene] ten onrechte als eigenaar geregistreerd is blijven staan.
1.2.3. Op grond van een en ander vordert eiseres opheffing van het beslag.
1.3. Gedaagde stelt het navolgende daartegenover:
1.3.1. Ingevolge artikel 3:84 jo. 89 BW is voor de overdracht van een onroerende zaak vereist dat de levering geschiedt door een tussen partijen opgemaakte notariële leveringsakte en inschrijving van die akte in de daartoe bestemde registers. MultiAction Vastgoed B.V. i.o. was nog slechts een BV in oprichting en kon als zodanig geen rechtshandelingen verrichten. Weliswaar kunnen krachtens artikel 2:203 BW wel namens een BV in oprichting rechtshandelingen worden verricht, maar er ontstaan slechts rechten en verplichtingen voor de vennootschap wanneer zij die rechtshandelingen na de oprichting heeft bekrachtigd.
1.3.2. Overdracht aan een besloten vennootschap in oprichting krijgt dus pas effect wanneer de besloten vennootschap inderdaad is opgericht en de overdracht heeft bekrachtigd en deze bekrachtiging is ingeschreven in de openbare registers.
Terecht - en door een technische tekortkoming - is de onroerende zaak op naam van [betrokkene] blijven staan ondanks de vermelding dat hij was overgedragen aan MultiAction Vastgoed B.V. i.o., welke immers geen rechtspersoon was.
1.3.3. Op grond van een en ander meent gedaagde dat op 7 augustus 1997 de zaak nog aan [betrokkene] toebehoorde, zodat gedaagde daarop beslag mocht leggen ter verhaal van zijn vordering op [betrokkene].
De beoordeling van het geschil
Vast staat dat [betrokkene] de onroerende zaak op 14 september 1992 niet kan hebben verkocht aan MultiAction Vastgoed B.V. Op die datum was deze vennootschap immers nog niet opgericht.
De overeenkomst van 14 september 1992 is gesloten door enerzijds [betrokkene] als verkoper en anderzijds de heer [directeur van], die blijkens de tekst handelde "in zijn hoedanigheid van directeur van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, genaamd: MultiAction Vastgoed B.V.", als koper. Op grond van deze overeenkomst is de betreffende onroerende zaak naderhand, bij notariële akte d.d. 28 april 1993 overgedragen aan MultiAction Vastgoed B.V. i.o., die blijkens de notariële akte toen nog geen rechtspersoon was, doch een vennootschap onder firma met als beherend vennoten [betrokkene]vertegenwoordigd door respectievelijk [betrokkene]en genoemde [directeur van].
De rechtbank concludeert hieruit dat de aanvankelijke overeenkomst van 14 september 1992 door de bij die overeenkomst betrokken partijen is bedoeld als c.q. gewijzigd in een overeenkomst zoals die in de akte van 28 april 1993 is omschreven.
De tekst van de akte van 28 april 1993 noemt als de koper van de onroerende zaak de toen nog niet maar pas later opgerichte rechtspersoon MultiAction Vastgoed B.V. Ten behoeve van deze (nog niet opgerichte) koper werd blijkens de akte gehandeld door MultiProject Holland B.V. i.o., welke laatste vennootschap in oprichting handelde door middel van haar beherende vennoten [betrokkene]en [betrokkene]., hetgeen erop duidt dat laatstgenoemde vennootschap in oprichting beschouwd werd als een vennootschap onder firma.
Verder vermeldt de akte dat laatstgenoemde vennootschap handelde ten behoeve van de op te richten MultiAction Vastgoed B.V., waaruit ingevolge artikel 2:203 BW volgt dat de v.o.f., MultiProject B.V. i.o., meer in het bijzonder haar in de akte genoemde vennoten - in ieder geval zolang de op te richten vennootschap na haar oprichting de rechtshandeling niet heeft bekrachtigd - hoofdelijk verbonden waren door de overeenkomst.
De rechtbank is van oordeel dat daaruit in de gegeven omstandigheden van het onderhavige geval ook volgt dat de onroerende zaak door de in de akte van 28 april 1993 neergelegde overdracht overging uit de eigendom van [betrokkene] naar de eigendom van de v.o.f., MultiProject B.V.i.o. en dat het niet de bedoeling van de bij die akte betrokken partijen is geweest om de eigendom bij [betrokkene] te laten totdat MultiAction Vastgoed B.V. zou zijn opgericht en de aankoop en overdracht zou hebben bekrachtigd.
De rechtbank leidt dit af uit het feit, dat artikel 3 van de akte uitdrukkelijk vermeldt dat de feitelijke levering plaatsvond terstond na de ondertekening van de akte, dat vanaf dat tijdstip de baten de koper ten goede zijn gekomen en de lasten voor rekening van de koper waren en deze het risico van het gekochte droeg, dat de koopsom bestemd voor [betrokkene] bij de ondertekening van de akte direct is voldaan en daarvoor door de verkoper kwijting is verleend en dat koper heeft verklaard in de slotbepaling dat de aankoop en eigendomsverkrijging is geschied ten behoeve van de op te richten besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MultiAction Vastgoed B.V. en dat hij de onroerende zaak na de effectuering van de oprichting van die vennootschap aan die vennootschap zal doorleveren.
De overdracht van de onroerende zaak door [betrokkene] aan de v.o.f., MultiProject B.V. i.o. heeft plaatsgevonden door [betrokkene] als beschikkingsbevoegde via een daartoe tussen hen opgemaakte notariële akte die daarna is ingeschreven in de openbare registers.
Hieruit volgt dat gedaagde nadien geen recht meer had om op de onroerende zaak beslag te leggen voor zijn vordering op [betrokkene].
Eiseres die door haar oprichting, overeenkomstig de bedoeling van de kopende vennoten van de toen nog vennootschap onder firma zijnde MultiAction Vastgoed B.V. i.o., en door de bekrachtiging er recht op heeft de onroerende zaak doorgeleverd te krijgen, heeft dan ook recht en belang om opheffing van dat beslag te verlangen. Het feit dat de bekrachtiging pas plaatsvond na het - ten onrechte - gelegde beslag doet daaraan gezien het voorgaande niet af.
1.3.4. De vordering van eiseres is toewijsbaar en gedaagde dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten.
veroordeelt gedaagde om het executoriale beslag dat gedaagde heeft doen leggen op de onroerende zaak aan de [adres]te [woonplaats], kadastraal aangeduid: [woonplaats] [nummer], grootte 1a 11 ca, coördinaten: [nummer]bladnr/ruitlr-nr 6/D 7, kultuur: huis erf, binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis op te heffen, zulks op verbeurte van een dwangsom van f. 5.000,-- voor iedere dag, dat gedaagde, nadat twee dagen na voormelde betekening zijn verstreken, ingebreke blijft om aan dit vonnis te voldoen;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding welke aan de zijde van eiseres tot aan dit moment worden begroot op f. 457,94 wegens verschotten en f. 1.720,-- wegens procureurssalaris;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R.P. Verhoeven en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 september 1999 in tegenwoordigheid van de griffier.