ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE MIDDELBURG
Enkelvoudige Kamer voor Bestuursgeschillen
[eiser] te [woonplaats], eiser,
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veere, verweerder.
1. Feiten en procesverloop.
Eiser is werkzaam als [functie] bij de gemeente Veere.
Bij besluit van 22 juli 1998 heeft verweerder eisers functie gewaardeerd op hoofdgroep IV met 12 punten voor de secundaire factoren, hetgeen resulteerde in salarisschaal 10.
Tegen dit besluit heeft eiser een bezwaarschrift ingediend. Naar aanleiding van het bezwaar heeft op 24 november 1998 een hoorzitting plaatsgevonden.
Bij besluit van 18 december 1998 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Hiertegen is eiser in beroep gekomen.
Het geschil is op 11 oktober 1999 behandeld ter zitting. Eiser is daar in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de heer J.H.C.M. Goorden, hoofd staf- afdeling P & O van de gemeente Veere.
Verweerder heeft op 10 februari 1998 besloten tot invoering van organieke functiewaardering gebaseerd op het LAGO-functie- waarderingssysteem. Dit systeem gaat uit van indeling van de functies in zes hoofdgroepen. Met behulp van zes criteria, de secundaire factoren, wordt binnen de hoofdgroepen I tot en met VI de nodige verfijning verkregen. Voor elk van de secundaire factoren is in principe een score van 1, 2, 3 of 4 punten mogelijk. Voor de secundaire factoren leidinggeven en sturing is echter ook een score van 0 punten mogelijk.
De beschrijving van elke organieke functie bestaat uit een algemeen gedeelte en een specifiek gedeelte. In dit geval zijn dat de algemene functiebeschrijving van Medewerker en de specifieke functiebeschrijving van [functie], code [code].
Tevens behoort bij elke organieke functiebeschrijving een lijst van de belangrijkste algemene competenties welke de functie vereist, de zogeheten kerncompetenties, alsmede een aantal functie-specifieke competenties. Deze competenties gelden als bezettingsvoorwaarden voor de desbetreffende functie.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder de waardering van de functie [functie] gehandhaafd als volgt: Hoofdgroep […]. Secundaire factoren: - applicatiekennis 2 - beoordeling 3 - autonomie 4 - leidinggeven 0 - sturing 0 - contact 3. Totaal score: […]- 12.
Eisers bezwaren zijn vooral ingegeven door het feit dat zijn functie aanvankelijk zwaarder leek dan de andere beleidsfuncties op de afdeling, terwijl na de functiewaardering dit niveauverschil is vervallen. Naar eisers opvatting vereist zijn functie, gelet op de breed- te van het beleidsterrein, meer kennis en ervaring en dit komt onvoldoende tot uitdrukking in de score voor applicatiekennis. Daarnaast is eiser van mening dat hij, gezien zijn verantwoordelijkheid voor de coördinatie en controle van werkzaamheden inzake de opstelling van het […]programma, sturing moet kunnen geven en derhalve op dit aspect zou moeten scoren.
Met verwijzing naar de motivering in het graderingsrapport is verweerder van mening dat de score van 2 punten voor appli catiekennis correct is. Dit betekent dat naast de ca. drie jaren die in hoofdgroep […] nodig worden geacht om de opgedane kennis in de praktijk te kunnen toepassen, de functie nog één à twee jaar school- en/of praktijkopleiding vereist.
Daarnaast heeft verweerder erop gewezen dat eisers taken niet omvatten het geven van sturing in de zin van het functiewaarderingssysteem. Bij sturing gaat het om het regelen en coördineren van de dagelijkse werkzaamheden, hetgeen ook omvat controleren, houden van functioneringsgesprekken e.d. Bij eiser gaat het slechts om gegevens die hij moet verzamelen bij diverse collega's. Eisers bevoegdheid is beperkt tot het inhoudelijk controleren van aangeleverde gegevens. Indien de collega's niet of niet goed meewerken, zal eiser zich tot zijn chef moeten wenden. Die chef is bevoegd om in te grijpen en niet eiser. Op dit aspect kan dus geen score worden toegekend, aldus verweerder. Ook de overige scores acht verweerder correct.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Allereerst is de rechtbank van oordeel dat het opwaarderen van enkele functies die zich aanvankelijk één niveau onder eisers functie bevonden, op zichzelf niet betekent dat ook eisers functie een niveau moet worden opgewaardeerd. Het oorspronkelijke niveauverschil was namelijk slechts indicatief vastgesteld en bovendien is steeds de inhoud van de functiebeschrijving bepalend voor de uitkomst van de functiewaardering. Niet gebleken is dat het opwaarderen van de door eiser bedoelde functies op andere gronden is geschied dan op basis van de inhoud van die functies.
Blijkens de functiebeschrijving zijn aan eiser taken opgedragen op een breed terrein. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser echter niet aannemelijk kunnen maken dat voor het verrichten van deze taken de door verweerder aangegeven opleiding en aanvullende kennis en ervaring, zoals in het voorgaande is toegelicht, niet voldoende zouden zijn. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de gegeven score van 2 punten voor applicatiekennis op onvoldoende gronden berust.
Met betrekking tot het aspect sturing merkt de rechtbank het volgende op.
De specifieke functiebeschrijving van de [functie] vermeldt inzake het […]programma: "het coördineren en controleren van werkzaamheden met betrekking tot het […]programma (jaarprogramma subsidiëring)".
De bij deze beschrijving behorende lijst van specifieke functiecompetenties bevat voorts de competentie: "controle". Volgens de definitielijst van competenties houdt deze competentie in: In staat zijn na te gaan of anderen de opgedragen taken hebben uitgevoerd en in staat zijn om zonodig kritiek te leveren of sancties te stellen.
Onder sturing in de zin van het systeem wordt verstaan: het regelen en coördineren van de dagelijkse werkzaamheden (controleert en instrueert medewerkers, informeert andere medewerkers, het afdelingshoofd en derden over de desbetreffende werkzaamheden, vervult een klankbordfunctie, is inhoudelijke vraagbaak, signaleert problemen ten aanzien van de werkhoeveelheid, planning, inhoudelijke consequenties, klachten, enzovoort). Om te kunnen scoren op het gezichtspunt sturing moet sprake zijn van officieel coördinatorschap zoals bijvoorbeeld vastgesteld in het organisatieschema dan wel opgenomen in de functiebeschrijving.
De rechtbank constateert dat met de vorenaangehaalde taakomschrijving in de functiebeschrijving is voldaan aan het vereiste dat het coördinatorschap op een of andere manier formeel moet zijn vastgelegd.
Omtrent de inhoud van het coördinatorschap is de functiebeschrijving weliswaar summier, niet in geschil is echter dat eiser ten behoeve van de opstelling van het jaarlijkse welzijnsprogramma belast is met instructie en controle van collega's die gegevens moeten aanleveren voor dit programma. Verweerders opvatting dat dit geen sturing inhoudt, omdat daarbij ook hoort het houden van functioneringsgesprekken, volgt naar het oordeel van de rechtbank niet uit het systeem. Bij sturing is zoals uit de toelichting blijkt, nu juist geen sprake van een hiërarchische verhouding.
De rechtbank acht voorts verweerders visie dat eiser zijn collega's niet kan aanspreken op onvoldoende medewerking aan het welzijnsprogramma, niet goed in overeenstemming te brengen met de aan deze functie verbonden specifieke competentie van controle zoals die hiervoor is uiteengezet.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de waardering van eisers functie op het gezichtspunt sturing niet houdbaar. Het bestreden besluit komt derhalve voor vernietiging in aanmerking en het beroep is mitsdien gegrond.
De Arrondissementsrechtbank te Middelburg,
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt het bestreden besluit;
bepaalt dat verweerder opnieuw op het bezwaarschrift beslist met inachtneming van deze uitspraak;
bepaalt dat de gemeente Veere aan eiser het griffierecht van f. 225,00 (tweehonderdvijfentwintig gulden) vergoedt.
Aldus gewezen en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 1999 door mr. R.C.M. Reinarz, in tegenwoordigheid van mr. M.D. Bezemer-Kralt, griffier.
Tegen deze uitspraak kan een belanghebbende hoger beroep instellen. Het instellen van het hoger beroep geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht, binnen zes weken na dagtekening van verzending van deze uitspraak.