ECLI:NL:RBMAA:2012:BY7901
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vervallen verklaring van schriftelijke aanwijzing door bureau jeugdzorg in omgangszaak
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Maastricht op 20 december 2012 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader om een schriftelijke aanwijzing van bureau jeugdzorg te vervallen te verklaren. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.M.A. Jegers, is in een juridische strijd verwikkeld met bureau jeugdzorg, dat de omgang met zijn minderjarige kind, geboren in 2002, heeft beperkt. De vader betwist de rechtmatigheid van deze beperking en stelt dat bureau jeugdzorg onzorgvuldig handelt door de omgang te beperken, ondanks een eerdere rechterlijke beslissing die een omgangsregeling vaststelde op 21 december 2009. De vader heeft ter zitting aangevoerd dat er een eenmalig contactmoment heeft plaatsgevonden op 26 januari 2012, maar dat zijn kind daarna aangaf hem niet meer te willen zien. Bureau jeugdzorg heeft echter gesteld dat er sprake is van een loyaliteitsconflict en dat het kind onder druk staat van de moeder en grootouders.
De kinderrechter heeft de argumenten van de vader en bureau jeugdzorg zorgvuldig afgewogen. De rechter concludeert dat de gezinsvoogd in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de omgang te beperken, gezien de omstandigheden waaronder het kind zich bevindt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het kind momenteel niet in staat is om op een veilige en ontspannen manier omgang met de vader te hebben, en dat er eerst gewerkt moet worden aan basisvoorwaarden voordat omgang kan plaatsvinden. De verzoeken van de vader zijn dan ook afgewezen, en de kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing van bureau jeugdzorg in stand gelaten.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de belangen van het kind in omgangszaken en de rol van bureau jeugdzorg in het waarborgen van een veilige omgeving voor het kind. De kinderrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken, en de vader kan, indien gewenst, hoger beroep aantekenen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.