ECLI:NL:RBMAA:2012:BY7859
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verbetering van de akte van erkenning en latere vermelding erkenning van een kind met onbekende nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 16 november 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van de akte van erkenning van een kind. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.M.H.R. Garé, verzocht om de geslachtsnaam van het kind te wijzigen van die van de vader naar die van de moeder, en om een nieuwe voornaam toe te voegen. De ambtenaar van de burgerlijke stand had eerder gesteld dat het Ivoriaanse of Liberiaanse recht van toepassing was, waardoor het kind automatisch de geslachtsnaam van de vader had gekregen. De rechtbank oordeelde echter dat het standpunt van de ambtenaar geen wettelijke basis had en dat de informatie uit de gemeentelijke basisadministratie leidend was, waaruit bleek dat het kind een onbekende nationaliteit had.
De rechtbank benadrukte dat volgens het Nederlandse recht, specifiek artikel 1:5 BW, het kind de geslachtsnaam van de moeder zou moeten krijgen, tenzij er gezamenlijk een andere keuze was gemaakt bij de erkenning. Aangezien de ouders geen keuze hadden gemaakt voor de geslachtsnaam van de vader, was er sprake van een misslag in de akte van erkenning. De rechtbank gelastte daarom de verbetering van de akte, zodat de geslachtsnaam van het kind zou worden gewijzigd naar die van de moeder en de nieuwe voornaam zou worden toegevoegd.
De uitspraak is van belang voor de toepassing van het Nederlandse recht in gevallen van erkenning van kinderen met onbekende nationaliteit en de rechten van ouders bij het kiezen van de geslachtsnaam van hun kinderen. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de betrokken partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.