ECLI:NL:RBMAA:2012:BY7105

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
21 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/005722-03
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 21 december 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van een verdachte, die momenteel verpleegd wordt in FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen. De officier van justitie had op 5 november 2012 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, welke op 18 december 2012 in raadkamer is behandeld. Tijdens deze behandeling zijn deskundigen gehoord, waaronder drs. H.A. de Jonge, die een verlengingsadvies heeft uitgebracht. De verdachte heeft ingestemd met de verlenging, en zijn raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de officier van justitie ontvankelijk is, aangezien deze binnen de wettelijk gestelde termijn is ingediend. De beslissing is gebaseerd op artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege eist, en heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen. De termijn van de terbeschikkingstelling is met twee jaar verlengd, waarbij de rechtbank rekening houdt met de noodzaak van behandeling en de risico's die de verdachte met zich meebrengt.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03/005722-03
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 21 december 2012
op de vordering inzake de terbeschikkingstelling van:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
thans verpleegd wordende in FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen,
hierna te noemen: [naam verdachte].
1. De stukken
De rechtbank heeft gezien:
- de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Maastricht d.d.
5 november 2012, ingekomen ter griffie op 7 november 2012, strekkende tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van [naam verdachte] met twee jaar,
- het met redenen omklede verlengingsadvies d.d. 19 oktober 2012 afkomstig van H.A. de Jonge (GZ psycholoog en behandelcoördinator), T. Hannemann (tevens GZ psycholoog en behandelcoördinator) en H.J. Beintema (psychiater, directeur behandelzaken en tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting) betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging van [naam verdachte],
- een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 21 december 2010 tot en met 4 oktober 2012 over de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [naam verdachte],
- het arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch d.d. 31 januari 2005, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging is opgelegd,
- de overige stukken.
2. De procesgang
De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling behandeld in raadkamer van 18 december 2012. Tijdens deze behandeling is drs. H.A. de Jonge, voornoemd, gehoord als deskundige. De officier van justitie, [naam verdachte] en diens raadsman, mr. R.H.J. Corten, advocaat te Sittard, hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
3. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
4. Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
[naam verdachte] heeft tijdens de behandeling naar voren gebracht dat hij instemt met het advies tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5. Het standpunt van de inrichting
Het met redenen omklede verlengingsadvies houdt onder meer in:
(…)
2.1 (Delict)diagnostiek
(…) Betrokkene voldoet in classificerende termen aan de DSM-IV criteria van de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Zo exploiteert hij anderen, verlangt hij buitensporige bewondering, heeft hij een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid, is hij gepreoccupeerd met fantasieën over onbeperkte successen, macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde en is hij arrogant of toont hij vaak hooghartig gedrag of houdingen. Daarnaast heeft hij kenmerken van een obsessief-compulsieve persoonlijk¬heidsstoornis: hij is star en koppig, geobsedeerd met details, regels, lijsten, ordening, organisatie of schema’s, hetgeen zover gaat dat het eigenlijke doel uit het oog verloren wordt. In descriptieve termen is er sprake van een sterk narcistische dynamiek rond betrokkene. Aan de oppervlakte, op momenten dat er weinig spanning is, lijkt hij een vlot persoon die op sociaal vaardige wijze een beroep lijkt te kunnen doen op zijn omgeving. Echter, de inschatting is dat de omgeving een sterk dwingende onderlaag zal voelen. Er lijkt veelvuldig sprake te zijn van projectieve identificatie als afweermechanisme, waarbij de ander geneigd is om het gevoelsleven van betrokkene over te nemen. Betrokkene lijkt zich niet bewust te zijn van wat hij bij anderen kan oproepen. Onder druk of binnen intieme relaties kan impulsieve acting-out worden gezien. Vanuit de sterk narcistische dynamiek lijkt betrokkene zeer gecontroleerd en beheerst te zijn. Echter, dit is veel eerder een illusie van controle: hij gaat er vanwege zijn narcisme vanuit dat men zich wel naar hem voegt. Als dit evenwel niet het geval is zal hij veel moeite hebben zijn impulsen te beheersen. Zijn obsessief-compulsieve gedrag is noodzakelijk om zijn impulsen verder te controleren. Door een sterke neiging stressoren te externaliseren is er tevens nauwelijks lijdensdruk bij betrokkene. Het is de vraag in hoeverre betrokkene in staat is om gevoelens en spanning tijdig te herkennen en hier adequaat mee om te gaan. Hij is erg prikkelhongerig, heeft een sterk hedonistische levensinstelling en is geneigd om vooral vanuit zijn eigen behoeftes en interesses zijn omgeving te benaderen. Daarmee houdt hij weinig rekening met anderen. De ander lijkt voor hem van ondergeschikt belang. Er zijn duidelijk problemen in de objectrelatie. Onderliggend is er vermoedelijk sprake van onderzekerheid over zijn identiteit.
(…)
4.1 Risicoanalyse
HHT-30
De conclusie van de risicotaxatie leidt tot het klinisch oordeel van een risicogebied “matig” voor de situatie van onvoorwaardelijk ontslag.
HKT
Betrokkene scoort op de historische factoren “slachtoffer van geweld in de jeugd”en “Persoonlijkheidsstoornis”
Toekomstfactoren
Er is nog niets geregeld. Dat is gezien het stadium waarin betrokkene zich bevindt ook logisch.
4.3 Recidivegevaar
Prognose met betrekking tot de duur van het benodigde risicomanagement / recidivegevaar / geclassificeerde stoornis ten aanzien van het TBS-delict
Wat de uiteindelijke prognose is, is nu nog niet te zeggen. Betrokkene staat aan het begin van zijn delictgerelateerde behandeling.
(…)
Samenvattende beschrijving met betrekking tot het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en prognose
(…) De komende jaren zal moeten blijken in hoeverre betrokkene kan groeien op verschillende leefgebieden zoals het kunnen loslaten van controle en het in contact komen met zijn gevoelens en emoties. In de behandeling dient rekening te worden gehouden met onder andere de timing, gezien betrokkene (gelet op zijn VI datum) pas in 2017 met verlof mag.
Advies verlenging terbeschikkingstelling
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
De deskundige drs. H.A. de Jonge heeft ter zitting aanvullend verklaard – zakelijk weergegeven –:
[naam verdachte] staat pas aan het begin van zijn delictgerelateerde behandeling. Wij zijn enige tijd bezig geweest om te zoeken naar een geschikte therapie voor [naam verdachte]. Wij vinden het op dit moment vooral van belang dat hij meer in contact komt met zijn gevoelens en emoties. [naam verdachte] is daarom recentelijk gestart met psychotherapie. Daar willen wij mee doorgaan. Ik persisteer bij mijn advies tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
6. De beoordeling
De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege ingediend binnen de daarvoor in artikel 509o, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn. De officier van justitie is daarom ontvankelijk in zijn vordering.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Gelet op de inhoud van het verlengingsadvies en hetgeen de deskundige ter zitting naar voren heeft gebracht, is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [naam verdachte] eist, en wel voor een termijn van twee jaar. De vordering van de officier van justitie kan en zal daarom worden toegewezen.
7. Toepasselijke wetsartikelen
De beslissing berust op artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering.
8. De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mr. J.M.E. Kessels en mr. S.V. Pelsser, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Romme, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 december 2012.