ECLI:NL:RBMAA:2012:BY5831

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
7 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/700913-12
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herhaalde inverzekeringstelling en toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling

In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 7 december 2012 uitspraak gedaan over de herhaalde inverzekeringstelling van een verdachte, die eerder op 29 november 2012 was aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een gewapende overval op een friture in Heerlen. De rechter-commissaris had op 3 december 2012 de inverzekeringstelling als onrechtmatig beoordeeld, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een hernieuwde aanhouding rechtvaardigden. De officier van justitie ging in hoger beroep tegen deze beslissing.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld. De verdachte was op 30 november 2012 opnieuw aangehouden en in verzekering gesteld. De rechtbank oordeelde dat er nieuwe belastende verklaringen van een medeverdachte waren die na de eerste inverzekeringstelling waren afgelegd. Deze verklaringen vormden voldoende basis voor de hernieuwde aanhouding en inverzekeringstelling van de verdachte.

De rechtbank concludeerde dat de tweede inverzekeringstelling rechtmatig was, omdat er voldoende reden was om te vermoeden dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een ernstig strafbaar feit. De beslissing van de rechter-commissaris werd vernietigd en de rechtbank verklaarde het hoger beroep van de officier van justitie gegrond. De rechtbank oordeelde dat de inverzekeringstelling van de verdachte op 30 november 2012 te 18:23 uur rechtmatig was en beval de tenuitvoerlegging van deze beschikking.

Uitspraak

Rechtbank te Maastricht
Parketnummer: 03/700913-12
RC-nummer: 12/1322
Beslissing in de zaak:
verdachte: [naam verdachte]
geboren te [geboortegegevens verdachte].
De procedure:
Op 3 december 2012 heeft de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Maastricht, de inverzekeringstelling van de verdachte onrechtmatig geoordeeld en de onmiddellijke invrijheidstelling bevolen.
Op 4 december 2012 heeft de officier van justitie appèl ingesteld tegen deze beslissing. Door de officier van justitie werd een appelschriftuur, gedateerd 4 december 2012, ingediend.
De officier van justitie en de raadsvrouw van verdachte, mr. Heemskerk, loco mr. Schyns zijn op
6 december 2012 door de raadkamer van de rechtbank gehoord. De verdachte is, hoewel daartoe wel opgeroepen, niet verschenen.
Bevoegdheid:
Gelet op het feit dat het in dezen gaat om een beslissing van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Maastricht, is de rechtbank bevoegd van het hoger beroep kennis te nemen.
Ontvankelijkheid:
De officier van justitie heeft bij akte rechtsmiddel d.d. 4 december 2012 hoger beroep ingesteld tegen de vordering bewaring d.d. 3 december 2012 en kan dus in zijn hoger beroep worden ontvangen.
De feiten:
eerste aanhouding, inverzekeringstelling en toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling door de rechter-commissaris
Verdachte werd terzake de verdenking van betrokkenheid bij een gewapende overval op een friture te Heerlen op heterdaad aangehouden op donderdag 29 november 2012 te 20:50 uur. In het belang van het onderzoek werd verdachte vervolgens op vrijdag 30 november te 02:05 uur in verzekering gesteld en diezelfde dag geleid voor de rechter-commissaris ter fine van toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling.
De rechter-commissaris heeft de inverzekeringstelling als onrechtmatig geoordeeld nu er ten tijde van de aanhouding van verdachte onvoldoende sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit. De rechter-commissaris beval de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
tweede aanhouding, inverzekeringstelling en toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling door de rechter-commissaris
Verdachte werd terzake van de verdenking van betrokkenheid bij eerder bedoelde overval opnieuw aangehouden en wel op vrijdag 30 november 2012 te 18:01 uur. Verdachte werd aansluitend in deze zaak voor een tweede keer inverzekeringgesteld, namelijk op 30 november 2012 te 18:23 uur.
In de vordering ter toetsing van de rechtmatigheid van inverzekeringstelling zoals bedoeld in
artikel 59 a Sv, gedateerd 3 december 2012 wordt de hernieuwde aanhouding en inverzekeringstelling door de officier van justitie toegelicht. De belastende verklaring van de medeverdachte [naam medeverdachte] vormde ten opzichte van de toetsing van 30 november 2012 een nieuw bewijsmiddel op grond waarvan de verdachte (wederom) werd aangehouden en inverzekeringgesteld. De verdachte werd op maandag 3 december 2012 (andermaal) geleid voor de rechter-commissaris, ter fine van de toetsing van de rechtmatigheid van de (tweede) inverzekeringstelling.
De rechter-commissaris heeft deze hernieuwde inverzekeringstelling als onrechtmatig geoordeeld en heeft daaraan ten grondslag gelegd de overweging – kort samengevat en zakelijk weergegeven – dat kennelijk het door de officier van justitie ter beschikking gestelde dossier gelijk was met dat, hetwelk ter gelegenheid van de eerdere toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling was overlegd en dat er derhalve geen sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die een hernieuwde aanhouding en inverzekeringstelling rechtvaardigen. De rechter-commissaris beval de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.
Overwegingen van de rechtbank:
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is, of er voorafgaande aan de hernieuwde aanhouding en inverzekeringstelling van de verdachte, sprake was van nieuwe feiten en/of omstandigheden terzake van de verdenking van betrokkenheid van verdachte bij de eerder bedoelde gewapende overval.
In het dossier bevindt zich de verklaring van de medeverdachte [naam medeverdachte], afgelegd op vrijdag 30 november 2012 te 11:22 uur. Deze verklaring werd afgelegd op een tijdstip, gelegen na de eerste inverzekeringstelling van verdachte. De rechtbank is van oordeel, dat deze verklaring – op onderdelen – als belastend kan worden gezien betreffende de mogelijke betrokkenheid van verdachte bij de overval op de friture. In het bijzonder betreft dit de passages, waar de medeverdachte [naam medeverdachte] spreekt over “[naam verdachte] [opm. verdachte] en [naam persoon]” en weggenomen sigaretten en geld en de opmerking luidende: “zijn er toch allebei geweest”. Deze verklaring was nog niet afgelegd ten tijde van de eerste inverzekeringstelling van verdachte en kan derhalve naar het oordeel van de rechtbank gezien worden als nieuwe feiten en/of omstandigheden terzake van de verdenking van betrokkenheid van verdachte bij de gewapende overval. De omstandigheid, dat het proces-verbaal van verhoor van de medeverdachte [naam medeverdachte] op 30 november 2012 te 11:22 uur, reeds deel uitmaakte van het voor de toetsing van de rechtmatigheid van de eerste inverzekeringstelling, aan de rechter-commissaris ter beschikking gestelde dossier, doet hieraan niet af omdat deze verklaring niet is betrokken bij de op 30 november om 2.05 uur genomen beslissing tot inverzekeringstelling..
De rechtbank is van oordeel dat bij de tweede aanhouding en de daarop volgende (tweede) inverzekeringstelling voldoende feiten en omstandigheden uit het dossier bleken om redelijkerwijs te vermoeden dat verdachte zich aan een ernstig strafbaar feit heeft schuldig gemaakt en hem in het belang van het onderzoek in verzekering te stellen. Deze inverzekeringstelling van de verdachte heeft derhalve op rechtmatige wijze plaatsgevonden. Het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beslissing van de rechter-commissaris van 3 december 2012 kan naar het oordeel van de rechtbank worden toegewezen.
Het recht:
Gelet op de desbetreffende wetsartikelen, in het bijzonder de artikelen 57, 59a en 59c Sv.
De beschikking:
De rechtbank,
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigd de beslissing van de rechter-commissaris van 3 december 2012 en oordeelt de
inverzekeringstelling van verdachte op 30 november 2012 te 18:23 uur als rechtmatig.
Deze beschikking is aldus gegeven op 7 december 2012, door de raadkamer van de rechtbank Maastricht, samengesteld uit
mrs. E.H.A.F.M. Krol, voorzitter,
M.C.A.E. van Binnebeke, rechter
M.E. Kramer, rechter
in tegenwoordigheid van E.H.M. Bisscheroux-Heijnens, griffier, zijnde mr. van Binnebeke buiten
staat deze beschikking mede te ondertekenen.
De officier van justitie brengt deze beschikking ter kennisname aan de verdachte en gelast de
tenuitvoerlegging daarvan.
Maastricht, 7 december 2012,
De officier van justitie