ECLI:NL:RBMAA:2012:BY3000
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van echtscheidingsconvenant en verdeling van vermogensbestanddelen na echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 7 november 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de verdeling van vermogensbestanddelen na hun echtscheiding. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.H.J.M. van Heugten, vorderde vernietiging van de verdeling zoals vastgelegd in het echtscheidingsconvenant, en stelde dat zij benadeeld was omdat zij niet op de hoogte was van de werkelijke waarde van bepaalde te verdelen bestanddelen. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.F. Cohen, voerde verweer en stelde dat de eiseres de toebedeling te haren bate of schade had aanvaard, zoals ook in het convenant was opgenomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op 31 oktober 1986 huwelijkse voorwaarden zijn overeengekomen en dat hun huwelijk op 26 november 2008 is ontbonden. De vermogensrechtelijke gevolgen zijn geregeld in een echtscheidingsconvenant van 20 oktober 2008, waarin een onderbedelingsuitkering van € 58.115 aan de eiseres is vastgesteld. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de aanvaarding van de verdeling door de eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat zij wist of had kunnen weten dat zij voor meer dan een vierde benadeeld was.
De rechtbank oordeelde dat de eiseres, ondanks haar claim van dwaling, de toebedeling te haren bate of schade had aanvaard en dat zij niet met succes een beroep kon doen op benadeling. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.J.M. Driessen.