ECLI:NL:RBMAA:2012:BY1517
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.B. Bax
- J.H. Klifman
- G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot opheffing schorsing voorlopige hechtenis
Op 26 oktober 2012 heeft de rechtbank Maastricht een vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte behandeld. De officier van justitie had deze vordering ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat deze niet onverwijld was ingediend, zoals vereist volgens artikel 84, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De schorsing van de voorlopige hechtenis was eerder op 26 juli 2012 verleend onder voorwaarden, en de verdachte had op 4 oktober 2012 melding gekregen van mogelijke schendingen van deze voorwaarden door Bureau Jeugdzorg Limburg. De verdachte werd op 24 oktober 2012 aangehouden op last van de officier van justitie wegens het overtreden van de schorsingsvoorwaarden.
De rechtbank overwoog dat de vordering tot opheffing van de schorsing pas op 26 oktober 2012 was ingediend, terwijl deze ook eerder, op 24 oktober 2012, had kunnen worden ingediend. De rechtbank stelde vast dat de wet niet expliciet definieert wat 'onverwijld' betekent, maar vulde dit in als 'zeer snel', wat in dit geval betekende dat de vordering op dezelfde of de volgende dag had moeten worden ingediend. Aangezien de officier van justitie de vordering niet tijdig had ingediend, wees de rechtbank de vordering af. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van griffier E.H.M. Bisscheroux-Heijnens en de officier van justitie werd geïnformeerd over de beschikking.