ECLI:NL:RBMAA:2012:BX8773
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overgang van arbeidsovereenkomst bij splitsing van stichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 30 augustus 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Gehandicaptenzorg Limburg (SGL) en een voormalig werknemer, aangeduid als [verweerder]. De zaak betreft de vraag of de arbeidsovereenkomst van [verweerder] is overgegaan naar de stichting SGL Revalidatieartsenpraktijk (RAP) na een interne splitsing van SGL. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een arbeidsovereenkomst bestond tussen SGL en [verweerder] sinds 1 mei 1983, waarbij [verweerder] laatstelijk als directeur/bestuurder van SGL RAP functioneerde. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, met name artikel 7:662 e.v. BW, in overweging genomen, die bepaalt dat bij de overgang van een onderneming de rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst van rechtswege overgaan op de verkrijger.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de splitsing van SGL in verschillende stichtingen, waaronder SGL RAP, heeft plaatsgevonden en dat [verweerder] na deze splitsing als bestuurder van SGL RAP is gaan functioneren. De rechtbank oordeelde dat de arbeidsovereenkomst van [verweerder] per december 2010 is overgegaan op SGL RAP, en dat SGL niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechtbank heeft SGL veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot dat moment op € 400,-- zijn begroot.
De uitspraak benadrukt de bescherming die werknemers genieten bij de overgang van een onderneming en de eisen die aan werkgevers worden gesteld bij dergelijke overgangen. De rechtbank heeft geoordeeld dat SGL niet heeft aangetoond dat aan de vereisten voor een afstand van het recht op overgang van de arbeidsovereenkomst is voldaan, en dat de statuten van de nieuwe stichting SGL Groep niet in lijn zijn met de stellingen van SGL.