ECLI:NL:RBMAA:2012:BX2247
Rechtbank Maastricht
- Raadkamer
- E.H.A.F.M. Krol
- M.C.A.E. van Binnebeke
- M.E. Kramer
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid aansluitende inverzekeringstelling en toetsing aan de Aanwijzing inverzekeringstelling
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 19 juli 2012 uitspraak gedaan over het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechter-commissaris, die de inverzekeringstelling van de verdachte onrechtmatig had geoordeeld. De officier van justitie had op 6 juli 2012 hoger beroep ingesteld en op 13 juli 2012 een appelschriftuur ingediend. Tijdens de zitting in raadkamer op 19 juli 2012 zijn de officier van justitie, de verdachte en diens raadsman, mr. P.W. Szymkowiak, gehoord.
De rechtbank oordeelde dat het hier gaat om een zogenaamde aansluitende inverzekeringstelling. Volgens de Aanwijzing inverzekeringstelling van het Openbaar Ministerie moeten er aan drie cumulatieve eisen worden voldaan om de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling te kunnen vaststellen. De rechtbank kon echter niet beoordelen of aan deze eisen was voldaan, omdat niet duidelijk was of de verdachte op 22 juni 2012 opnieuw was aangehouden voor hetzelfde feit of andere feiten. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de tweede inverzekeringstelling overeenkomstig de geldende bepalingen had plaatsgevonden.
De rechtbank verklaarde het hoger beroep van de officier van justitie ongegrond, omdat de beslissing van de rechter-commissaris op goede gronden was genomen. De rechtbank concludeerde dat er geen redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit bestond ten tijde van de aanhouding van de verdachte, en dat de inverzekeringstelling niet de toets der kritiek kon doorstaan. De rechtbank bevestigde de onrechtmatigheid van de inverzekeringstelling en de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte, zoals bevolen door de rechter-commissaris op 22 juni 2012.