parketnummer: 03/703524-10
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 29 juni 2012
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Raadsvrouw is mr. L.E.I.K. Jaminon, advocaat te Echt.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 31 mei 2012, 1 en 4 juni 2012, waarbij de officier van justitie, de raadsvrouw en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Het onderzoek is gesloten ter zitting van 15 juni 2012.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander een grote hoeveelheid kinderporno heeft verspreid, vervaardigd, uitgevoerd dan wel in bezit heeft gehad en daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
3 De voorvragen
3.1 De geldigheid van de dagvaarding
De raadsvrouw van verdachte heeft bij pleidooi betoogd dat de dagvaarding nietig dient te worden verklaard voor zover aan verdachte is ten laste gelegd – in woorden en weergave van de rechtbank – dat zij in “totaal ongeveer 63829, in elk geval een zeer grote hoeveelheid” kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, vervaardigd, uitgevoerd en/of in bezit gehad. Zonder een feitelijke omschrijving van deze afbeeldingen voldoet de dagvaarding daar waar deze rept over de “ongeveer 63829, in elk geval een zeer grote hoeveelheid afbeeldingen” niet aan de in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) gestelde eis dat de dagvaarding voldoende feitelijk moet zijn.
De officier van justitie heeft in zijn reactie op het pleidooi van de raadsvrouw geen aandacht besteed aan dit verweer.
De rechtbank oordeelt over dit verweer als volgt.
Vooropgesteld dient te worden dat aan de term “afbeelding van een seksuele gedraging” in de zin van artikel 240b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt.
Dit brengt mee dat zonder een feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging een dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, Sv gestelde eis van opgave van het feit voldoet. Met andere woorden: wil de dagvaarding voldoende feitelijk zijn en op dat punt voldoen aan de in artikel 261 Sv gestelde eis, dan dient de “afbeelding van een seksuele gedraging” nader omschreven te zijn.
Een en ander is bestendige rechtspraak en volgt onder andere ook uit het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2011 (LJN: BS1739).
Gelet hierop is de rechtbank dan ook van oordeel dat de in de onderhavige zaak uitgebrachte dagvaarding ten aanzien van het aantal afbeeldingen dat niet nader is benoemd en beschreven, niet voldoet aan de eisen gesteld door artikel 261 Sv, nu daaraan onvoldoende feitelijke betekenis toekomt.
De dagvaarding zal dan ook in zoverre nietig worden verklaard.
Daarbij past nog wel een opmerking. In voornoemd arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat niets zich ertegen verzet dat ingeval het gaat om een groot aantal afbeeldingen de steller van de tenlastelegging zich beperkt tot een selectie van (representatieve) afbeeldingen. Bewezenverklaring daarvan kan dan immers worden gekwalificeerd als "meermalen gepleegd", terwijl het mogelijk voor de straftoemeting relevante grootschalige karakter van het delict ook op andere manieren aannemelijk kan worden gemaakt dan door middel van het opnemen van al die afbeeldingen in de tenlastelegging en bewezenverklaring, bijvoorbeeld doordat dat grootschalige karakter op de terechtzitting aan de orde wordt gesteld.
Deze overweging wordt door de rechtbank ten volle onderschreven.
3.2 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De onderhavige strafzaak is het uitvloeisel van een strafrechtelijk onderzoek door de Bovenregionale Recherche Zuid-Nederland. Dit onderzoek naar – kort gezegd – het op grote schaal vervaardigen en via internet verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen is bekend als “228B10151” en werd opgestart op 15 juni 2010. Voorafgaand aan dit onderzoek is er vanaf 14 maart 2009 onderzoek gedaan door de Regionale Recherche in de politieregio Limburg-Zuid. Dit onderzoek is bekend als “Flits”.
In het kader van het onderzoek Flits is gebruik gemaakt van diverse bijzondere opsporingsbevoegdheden als bedoeld in het Wetboek van Strafvordering, Eerste Boek, Vijfde Titel. Een van die gebruikte opsporingsbevoegdheden hield in het benaderen van de “hostingprovider” van medeverdachte [naam medeverdachte] met een vordering om de bij die provider bekende historische gegevens vrij te geven voor het onderzoek. De provider heeft aan dat verzoek voldaan, maar heeft daarbij, vanwege de grote hoeveelheid gegevens, de politie een wachtwoord gegeven om de data zelf te kunnen downloaden, hetgeen daarna ook is gebeurd.
Vervolgens is, zo stelt de officier van justitie, de vraag gerezen of wel de juiste opsporingsbevoegdheid is gebruikt bij het verkrijgen van de gegevens van de provider en of de bevoegdheid op de juiste wijze gebruikt is; had in plaats van de bevoegdheid op grond van artikel 126nd Sv de bevoegdheid op grond van artikel 126ng Sv gebruikt dienen te worden en is het juist geweest om bij de toepassing van artikel 126nd Sv geen machtiging te vorderen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken?
Toen het onderzoek Flits groter bleek dan verwacht en werd overgenomen door de Bovenregionale Recherche is, zo stelt de officier van justitie, besloten om alle resultaten van de vordering op grond van artikel 126nd Sv buiten het onderzoek te laten teneinde elke discussie omtrent de eventuele onrechtmatige verkrijging van de digitale gegevens uit te sluiten.
Hetgeen aan afbeeldingen en filmfragmenten beschreven is in het dossier en de tenlastelegging, is aangetroffen op de bij de doorzoekingen op 9 november 2010 inbeslaggenomen computers en andere gegevensdragers.
De raadsvrouw heeft gesteld dat de verondersteld onrechtmatig verkregen gegevens toch gebruikt zijn in het onderzoek 228B10151. Zij heeft hierbij aansluiting gezocht bij hetgeen de raadsman van medeverdachte [naam medeverdachte] naar voren gebracht heeft.
Deze heeft de stelling dat de verondersteld onrechtmatig verkregen gegevens toch gebruikt zijn onderbouwd door te wijzen op drie situaties.
In de op 12 november 2010 gedane vordering tot inbewaringstelling van medeverdachte [naam medeverdachte] is een omschrijving opgenomen van een op dat moment niet nader benoemd videofragment. Volgens de raadsman past de omschrijving van dit videofragment bij geen ander fragment dan een van de fragmenten waarop [slachtoffer 1] te zien is. De fragmenten met [slachtoffer 1] zijn blijkens het daarover opgemaakte proces-verbaal echter pas op 22 november 2010 onderzocht.
Voorts is [slachtoffer 2]bij haar verhoor als getuige op 27 januari 2011 geconfronteerd met een beschrijving van een van haar bestaand videofragment dat niet eerder dan op 10 februari 2011 is onderzocht.
Ten slotte is [slachtoffer 3] bij haar verhoor als getuige op 14 februari 2011 bevraagd over een videofragment dat eerst op 9 maart 2011 is onderzocht.
Een en ander is, aldus de stelling van de raadsman van de medeverdachte, alleen mogelijk als gebruik is gemaakt van de in het kader van het onderzoek Flits onrechtmatig verkregen gegevens.
De raadsman van medeverdachte [naam medeverdachte] heeft bij een en ander nog opgemerkt dat de onrechtmatige wijze van verkrijgen van de gegevens niet alleen inhield dat de onjuiste bevoegdheid is gebruikt, maar ook, of zelfs juist, dat de verbalisanten zich niet aan de met de vordering gegeven bevoegdheid hebben gehouden. “Op een andere wijze dan voorzien in de vordering en zelfs volledig buiten de grenzen van die vordering hebben verbalisanten zich het wachtwoord, gebruikersnaam, inlogcodes etc. van [naam hostingprovider] [de hostingprovider, rechtbank] laten verstrekken” aldus de raadsman. Er is door de verbalisanten vervolgens computervredebreuk, het misdrijf genoemd in artikel 138ab Sr, gepleegd en daarbij is door hen ook het misdrijf genoemd in artikel 139d Sr begaan.
Het gevolg van de begane onrechtmatigheden die vormverzuimen zijn als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, moet zijn dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging. Mocht de rechtbank dat gevolg niet aan de begane onrechtmatigheden willen verbinden, dan dienen de onrechtmatig verkregen gegevens en het bewijs dat verkregen is uit de opsporingshandelingen die hun oorsprong en aanleiding vinden in de onrechtmatig verkregen gegevens, uitgesloten te worden voor het bewijs.
De officier van justitie heeft in zijn reactie hierop gesteld dat er in het onderzoek 228B10151 geen onrechtmatigheden zijn begaan en dat de verondersteld onrechtmatig verkregen digitale gegevens uit het onderzoek Flits niet gebruikt zijn in het onderzoek 228B10151.
De situaties die aangegrepen worden om het tegendeel aannemelijk te maken zijn terug te voeren op een gebruikelijke recherchepraktijk inhoudend dat na de inbeslagneming van de computers en andere gegevensdragers de daarop geplaatste gegevens eerst “diagonaal” bekeken zijn. Daarbij is een aantal videofragmenten ontdekt dat, voorafgaande aan een latere beschrijving daarvan in een proces-verbaal, voorgehouden is aan diverse getuigen. Er is dus bij het horen van de getuigen geen gebruik gemaakt van de gegevens die verkregen werden naar aanleiding van de vordering aan de hostingprovider.
De rechtbank oordeelt over dit verweer als volgt.
Op de (doorgenummerde) pagina 55 van het dossier is gerelateerd dat – in woorden en weergave van de rechtbank – vanwege de grote hoeveelheid inbeslaggenomen digitaal beeldmateriaal er in eerste instantie gericht gezocht is naar beeldmateriaal van meisjes of vrouwen van wie de identiteit eerder, in het onderzoek Flits of voorafgaand aan de inbeslagneming, was vastgesteld.
Deze mededeling in onderlinge samenhang bezien met de door de officier van justitie ter terechtzitting gegeven toelichting over de wijze waarop na de inbeslagneming de digitale gegevens aan een eerste onderzoek zijn onderworpen, maakt dat de rechtbank het niet aannemelijk acht dat in het onderzoek 228B10151 gebruik is gemaakt van gegevens die in het onderzoek Flits verkregen zijn via een bevraging van de hostingprovider van verdachte.
Het verweer ontbeert daarmee feitelijke grondslag en behoeft daarom geen verdere bespreking. Het faalt.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [naam medeverdachte] kinderporno heeft verspreid, vervaardigd en in bezit heeft gehad. De start van de pleegperiode moet volgens de officier van justitie gesteld worden op 1 juni 2007. Het vervaardigen van kinderporno ziet bij de verdachte op het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren en vervolgens fotograferen van minderjarigen, aldus de officier van justitie.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft om verschillende redenen vrijspraak bepleit.
Zo is de raadsvrouw van oordeel dat verdachte de feiten niet alleen heeft gepleegd maar ook niet in vereniging. Ook acht de raadsvrouw niet bewezen dat verdachte kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid en uitgevoerd. Vervolgens acht zij niet bewijsbaar dat het in alle 63829 dan wel een grote hoeveelheid afbeeldingen ging om seksuele gedragingen. Mocht het toch tot een veroordeling komen dan is de raadsvrouw van oordeel dat de periode moet worden ingekort van 1 juni 2007 tot en met 9 november 2010.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat zij, al dan niet samen met een ander, een aantal expliciet omschreven foto’s en video’s heeft verspreid, vervaardigd, uitgevoerd en/of in bezit gehad. Deze foto’s en video’s, kortweg: afbeeldingen, zouden kinderporno bevatten.
Dit betekent dat, wil de rechtbank tot een bewezenverklaring kunnen komen, wettig en overtuigend moeten kunnen worden vastgesteld dat:
- de bewuste afbeeldingen daadwerkelijk de ten laste gelegde kinderporno bevatten én
- dat verdachte die afbeeldingen, al dan niet samen met een ander, heeft gemaakt, verspreid, uitgevoerd of in ieder geval in haar bezit heeft gehad.
In de feitelijke omschrijving van de tenlastelegging is een onderverdeling gemaakt ten aanzien van de afbeeldingen, telkens aangeduid met een sterretje (*).
De rechtbank zal deze zes sterretjes hierna bespreken.
Onder het eerste, tweede, derde en vierde sterretje is telkens een aantal videofragmenten opgenomen waarin, zo blijkt uit het dossier, meisjes figureren die ten tijde van het maken van die video’s nog geen achttien jaar waren. De genoemde meisjes verrichten op deze video’s seksuele handelingen bij zichzelf of met een ander. Dat de genoemde videofragmenten kinderporno bevatten, staat naar het oordeel van de rechtbank dan ook buiten twijfel.
De vraag is echter of verdachte wist van het bestaan van deze video’s. Die vraag beantwoordt de rechtbank op basis van het dossier en hetgeen ter terechtzitting is verhandeld, ontkennend. Verdachte heeft vanaf het begin verklaard dat zij zelf nooit videofilms heeft gemaakt en dat zij ook niet wist dat verdachte [naam medeverdachte] dergelijke pornografische video’s van minderjarige meisjes maakte. Die verklaring wordt ondersteund door diverse meisjes die bij de politie desgevraagd hebben verklaard dat zij [naam verdachte] (verdachte) niet kennen en hebben verteld dat [naam medeverdachte] (medeverdachte [naam medeverdachte]) tegen hen had gezegd dat [naam verdachte] niet mocht weten dat zij deze video’s maakten. Zo heeft [slachtoffer 4]verklaard (p. 2344) dat [naam verdachte] niet mocht weten dat zij met [naam medeverdachte] videofilms maakte. [slachtoffer 3] heeft bij de politie verklaard (p. 4347) dat [naam verdachte] er niet bij was als [naam medeverdachte] een pornofilm opnam.
Nu medeverdachte [naam medeverdachte] bovendien heeft verklaard dat deze video’s niet voor de verkoop via internet bedoeld waren, maar dat het “speciale bestellingen” van vaste klanten waren, kan evenmin worden vastgesteld dat verdachte, die doorgaans verantwoordelijk was voor het uploaden van foto’s op internet, deze films heeft verspreid of anderszins op de hoogte had moeten zijn van het bestaan van deze films.
Gelet hierop zal verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Onder het zesde sterretje zijn twee videofragmenten opgenomen. Blijkens de inhoud van het dossier gaat het hier om video-opnamen die heimelijk gemaakt en bewaard zijn. Op de fragmenten zijn meisjes te zien die ten tijde van het opnemen van deze filmpjes minderjarig waren. Een van de meisjes verricht seksuele handelingen bij zichzelf. Het andere meisjes ontkleedt zich in het filmpje, waarbij haar borsten en vagina duidelijk in beeld zijn. Gelet hierop staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat deze video’s kinderpornografisch van aard zijn.
Ook ten aanzien van deze films is evenwel de vraag of verdachte van het bestaan hiervan op de hoogte was. Zowel verdachte als medeverdachte [naam medeverdachte] heeft verklaard dat dit niet het geval was. Bij het ontbreken van bewijsmateriaal dat in een andere richting zou kunnen wijzen, gaat de rechtbank er dan ook van uit dat verdachte hieromtrent de waarheid heeft verklaard en dat verdachte niet wist dat deze opnames gemaakt werden of zelfs maar bestonden.
De rechtbank zal verdachte dus ook van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Blijft over het vijfde sterretje. In dit onderdeel van de tenlastelegging is een aantal foto’s opgenomen waarop – zo blijkt uit het dossier – telkens minderjarige meisjes te zien zijn. Volgens de nadere feitelijke omschrijving in de tenlastelegging gaat het hierbij telkens om foto’s waarbij “door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden (…) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden”. Zoals de rechtbank ook in het vonnis van medeverdachte [naam medeverdachte] heeft overwogen, kan ten aanzien van een aanzienlijk deel van de genoemde foto’s niet worden bewezen dat daarop (ontblote) geslachtsdelen in beeld zijn gebracht. Het gaat hierbij om die foto’s waarop (enkel) een of twee blote borsten te zien zijn. Weliswaar zijn dit foto’s die naar het oordeel van de rechtbank als kinderpornografisch kunnen worden aangemerkt, maar nu zij niet voldoen aan de feitelijke omschrijving van de tenlastelegging, kan ten aanzien van deze foto’s desondanks geen bewezenverklaring volgen. Dit wordt niet anders door het feit dat verdachte nou net ten aanzien van deze foto’s heeft erkend dat zij van het bestaan ervan op de hoogte was en dat zij zelf ook soortgelijke foto’s heeft gemaakt.
Voor wat betreft de foto’s waarvan wel kan worden vastgesteld dat daarop (ontblote) geslachtsdelen zichtbaar zijn (te weten vier foto’s van [slachtoffer 2], één foto van [slachtoffer 5]en drie foto’s van [slachtoffer 4]), kan opnieuw niet worden bewezen dat verdachte wist dat dergelijke foto’s gemaakt werden. Verdachte heeft immers steeds verklaard dat zij van de minderjarige meisjes wel foto’s maakte van blote borsten, en die vervolgens ook te koop aanbood op internet als zogenoemde “down blouse shots”, maar dat zij nooit erotische of pornografische foto’s van hen heeft gemaakt. Dit gebeurde, aldus verdachte, pas als de meisjes 18 jaar waren. Deze verklaring wordt ondersteund door de verklaring van één van de gefotografeerde meisjes, [slachtoffer 2], die in haar aangifte van 22 oktober 2009 zegt dat [naam verdachte] “anders was dan [naam medeverdachte]. Zij maakte alleen foto’s van mij met kleding aan”. Ook [slachtoffer 6] heeft in haar verklaring van 17 november 2010 verteld dat als zij naakt werd gefotografeerd alleen [naam medeverdachte] aanwezig was.
Ook hier geldt dat de rechtbank bij gebrek aan bewijs dat verdachte wél heeft geweten dat van minderjarige meisjes foto’s werden gemaakt waarbij hun geslachtsdelen in beeld waren, in het voordeel van verdachte moet worden uitgaan van haar eigen verklaring.
Een en ander brengt mee dat de rechtbank verdachte ook van hetgeen onder het vijfde sterretje is opgenomen dient vrij te spreken.
Verdachte heeft ter zitting verklaard in ieder geval een aantal van de naar later bleek kinderporno bevattende fotoreportages geüpload te hebben naar het internet. Zij heeft daarbij ook verklaard dat dit uploaden bestond uit het plaatsen van een zogeheten zip-file en dat zij bij het uploaden geen zicht heeft gehad op de afbeeldingen.
Gegevens om deze verklaring te logenstraffen heeft de rechtbank niet in het dossier aangetroffen.
Nu uit het voorgaande volgt dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte enige weet had van het maken of verspreiden van – kort gezegd – kinderpornografische video’s of afbeeldingen van minderjarige meisjes waarbij blote geslachtsdelen in beeld waren, kan de rechtbank niet wettig en overtuigend bewijzen dat verdachte – al dan niet in vereniging met medeverdachte [naam medeverdachte] – kinderporno heeft vervaardigd, verspreid, uitgevoerd of in bezit heeft gehad, zoals ten laste is gelegd.
Het feit dat verdachte wél heeft erkend dat zij foto’s heeft gemaakt van minderjarige meisjes waarop ontblote borsten te zien waren, en dat zij deze foto’s ook verkocht via internet, kan daaraan niet afdoen, nu dat specifieke feit aan verdachte niet ten laste is gelegd.
Dat laat overigens onverlet dat die foto’s naar het oordeel van de rechtbank kinderpornografisch van aard zijn en dat het op deze manier exploiteren van jonge meisjes buitengewoon verwerpelijk is. Het bezit van deze kinderpornografie is een strafbaar feit dat weliswaar niet aan verdachte ten laste is gelegd, maar dat de rechtbank er wel toe brengt de computer van verdachte waarop de foto’s van meisjes met ontblote borsten aangetroffen zijn, te onttrekken aan het verkeer.
De rechtbank zal verdachte dus integraal vrijspreken.
5 Het beslag
De beslaglijst is als bijlage II aan dit vonnis gehecht.
De rechtbank is evenals de officier van justitie van oordeel dat de in beslag genomen computer met daarop kinderpornografische afbeeldingen kan worden onttrokken aan het verkeer omdat deze aan verdachte toebehoort en van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang. De computer met kinderpornografische afbeeldingen is bij verdachte aangetroffen bij een onderzoek naar aanleiding van een verdenking op grond van artikel 240b Sr. De computer kan dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.
De overige voorwerpen op de beslaglijst kunnen worden teruggegeven aan verdachte.
6 De benadeelde partijen.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade. De vordering van in totaal € 518,98 bestaat uit een post materiële schade ex € 18,98 en een post psychische schade ex € 500,00. Daarbij heeft zij de wettelijke rente gevorderd en heeft zij verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade. De vordering van in totaal € 6.627,20 bestaat uit een post materiële schade ex € 127,20 en een post immateriële schade ex € 6.500,00 Daarbij heeft zij verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De officier van justitie heeft gevorderd de gehele vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] toe te wijzen. Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] heeft de officier van justitie gevorderd de immateriële schade te stellen op € 1.000,00, de materiële schade toe te wijzen en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De raadsvrouw is van oordeel dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in haar vordering moeten worden verklaard nu zij tot vrijspraak heeft geconcludeerd.
Nu ook de rechtbank komt tot vrijspraak zal zowel de benadeelde partij [slachtoffer 5] als de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet ontvankelijk in haar vordering worden verklaard.
7 De beslissing
De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de dagvaarding nietig voor zover deze betrekking heeft op het aantal afbeeldingen dat niet is benoemd en beschreven;
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte;
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
- heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis met ingang van heden;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer het op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerp, genummerd 1;
- gelast de teruggave aan verdachte van de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen, genummerd 2 en 3;
benadeelde partijen
- ¬verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5], in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 5] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2], in haar vordering niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 2] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster, voorzitter, mr. J.S. Holthuis en mr. M.B. Bax, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P.E. Mullers, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 juni 2012.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 9 november 2010 te Oirsbeek, in de gemeente Schinnen, en/of te Amstenrade, in de gemeente Schinnen, en/of in de gemeente Landgraaf en/of in de gemeente Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen althans, alleen, één of meermalen (telkens) een afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) te weten harde schijven en/of computers bevattende (een) afbeelding(en) (totaal ongeveer 63829, in elk geval een zeer grote hoeveelheid), (telkens) heeft/hebben verspreid en/of vervaardigd en/of uitgevoerd en/of in bezit gehad, terwijl op die afbeelding(en) en/of gegevensdrager(s) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achtien jaren nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (ondermeer)
* het vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een dildo en/of een ander voorwerp) door zichzelf en/of door een volwassen man/een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar (eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt (ondermeer)
- Bestandsnaam videofragment: 003.MPG, waarbij de minderjarige [slachtoffer 4]is betrokken en/of
- videobestand [slachtoffer 7]-solo2-gele deken-3000.wmv, waarbij de minderjarige [slachtoffer 7]is betrokken en/of
- videobestand genaamd "[slachtoffer 1]-NIET GEBRUIKEN.wmv, waarbij de minderjarige [slachtoffer 1]is betrokken en/of
- videofragment "06-09-28 [slachtoffer 1]+R.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 1]is betrokken en/of
- videobestand genaamd "[slachtoffer 3]-DP-P.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 3] is betrokken en/of
- een videofragment genaamd: "[slachtoffer 8]1000.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 8] is betrokken en/of
- videofragment genaamd: "[slachtoffer 9]_15.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 9]is
betrokken en/of
- videobestand genaamd: "[slachtoffer 1]+R.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 1]is betrokken en/of
* het (laten) betasten van de vagina en/of de borsten en/of de billen en/of de (stijve) penis van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een volwassen man/een persoon die eveneens kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (ondermeer)
- een videofragment genaamd: ""[slachtoffer 8]1000.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 8] is betrokken en/of
- videobestand genaamd: "[slachtoffer 1]+R.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 1]is betrokken en/of
* het betasten en/of likken van de vagina en/of het houden van een vinger tussen de schaamlippen en/of het drukken van een stijve penis in/tegen de vagina en/of de billen van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt (ondermeer)
- videobestand genaamd: "[slachtoffer 1]+R.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 1]is betrokken en/of
* het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de stijve penis van een volwassen man door een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (ondermeer)
- Videobestand genaamd "[slachtoffer 1]-NIET GEBRUIKEN.wmv, waarbij de minderjarige [slachtoffer 1]is betrokken en/of
- videobestand genaamd: "[slachtoffer 1]+R.wmv", waarbij de minderjarige [slachtoffer 1]is betrokken en/of
* het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (ondermeer)
- bestandsnaam IMG_6950.JPG en/of bestandsnaam IMG_2663.JPG, waarbij de minderjarige [slachtoffer 10]is betrokken en/of
- bestandsnaam IMG_4944.JPG en/of bestandsnaam IMG_9971.JPG en/of bestandsnaam IMG_9884.JPG en/of [slachtoffer 2]vip01_099 en/of bestandsnaam IMG_0076.JPG, waarbij de minderjarige [slachtoffer 2] is betrokken en/of
- bestandsnaam [slachtoffer 11]_008_096.jpg en/of bestandsnaam [slachtoffer 11]_009_084.jpg en/of bestandsnaam [slachtoffer 11]_011_108.jpg en/of bestandsnaam [slachtoffer 11]_013_0188.jpg, waarbij de minderjarige [slachtoffer 11] is betrokken en/of
- bestandsnaam aMG_4743.JPG en/of bestandsnaam aMG_4544.jpg en/of
- bestandsnaam aMG_4386.JPG en/of bestandsnaam [slachtoffer 5]_excl_182.JPG, waarbij de minderjarige [slachtoffer 5]is betrokken en/of
- bestandsnaam [slachtoffer 6]_017_092.jpg en/of bestandsnaam [slachtoffer 6]_018_101.jpg en/of bestandsnaam [slachtoffer 6]_019_081.jpg, waarbij de minderjarige [slachtoffer 6]is betrokken en/of
- bestandsnaam IMG_0353.jpg, waarbij de minderjarige [slachtoffer 12]is betrokken en/of
- bestandsnaam IMG_0566.JPG en/of bestandsnaam IMG_5923.JPG en/of bestandsnaam IMG_1257.JPG, waarbij de minderjarige [slachtoffer 4]is betrokken en/of
- bestandnaam "IMG_3159.jpg", waarbij de minderjarige [slachtoffer 13]is betrokken en/of
* het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in (erotisch getinte) houdingen poseert/poseren die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun
kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten in beeld gebracht worden (ondermeer)
- bestandsnaam videofragment:Naamloos_009.[slachtoffer 2].wmv, waarbij de minderjarige [slachtoffer 2] is betrokken en/of
- bestandsnaam videofragment: Naamloos_0005.wmv, waarbij de minderjarige [slachtoffer 12]is betrokken,
terwijl zij verdachte en/of een of meer van haar mededader(s) daarvan een
beroep of gewoonte heeft gemaakt;
BIJLAGE II: De Beslaglijst
1 1.00 STK Computer
kloon
H01.2.3
2 1.00 STK Map Kl:blauw
MONTANA
H01.2.40, salarisstroken
3 1.00 STK Agenda Kl:wit
-
H01.2.61.3, met roze vlinders en bloemen