ECLI:NL:RBMAA:2012:BW9041
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verhaal van bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 19 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van de man tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen. De man had op 20 december 2011 verzet aangetekend tegen het besluit van 6 december 2011, waarbij het college hem verzocht om een verhaalsbijdrage van € 2.159,05 per maand te betalen, omdat zijn voormalige echtgenote, de vrouw, sinds 2 juni 2010 een bijstandsuitkering ontving. De man voerde aan dat het college niet kon verhalen op hem op basis van artikel 62b van de Wet werk en bijstand (WWB), omdat een eerdere beschikking van de rechtbank van 19 april 2006, die hem verplichtte tot alimentatiebetaling, niet meer uitvoerbaar was. Dit was het gevolg van een vaststellingsovereenkomst tussen de man en de vrouw van 23 april 2008, waarin de vrouw afstand deed van haar rechten voortvloeiende uit eerdere vonnissen en beschikkingen tegen de man.
De rechtbank oordeelde dat de vaststellingsovereenkomst geldig was en dat de beschikking van 19 april 2006 niet meer uitvoerbaar was, waardoor het college niet kon verhalen op basis van artikel 62b lid 1 WWB. De rechtbank verklaarde het verzet van de man gegrond en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. De rechtbank benadrukte dat het college wel andere verhaalsmogelijkheden had op basis van artikel 62a WWB, maar dat dit niet relevant was voor de huidige procedure. De uitspraak werd gedaan door mr. E.J.M. Driessen en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.