ECLI:NL:RBMAA:2012:BV2672
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van paspoortverstrekking en mensenhandel
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het verstrekken van haar paspoort aan anderen, met het oogmerk dat dit paspoort door hen zou worden gebruikt. De zaak vond zijn oorsprong in een incident in 2009, waarbij de verdachte haar paspoort zou hebben overhandigd aan een nichtje van een medeverdachte, die in afwachting was van geldige verblijfspapieren. De verdachte ontving hiervoor een vergoeding. De officier van justitie stelde dat de verdachte haar paspoort aan [medeverdachte 1] had gegeven, die zich voordeed als het nichtje. De verdachte herkende [medeverdachte 1] tijdens een fotoconfrontatie, maar de verdediging betwistte de betrouwbaarheid van deze herkenning, aangezien de confrontatie niet volgens de geldende richtlijnen was uitgevoerd.
De rechtbank oordeelde dat de fotoconfrontatie niet betrouwbaar was en dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte haar paspoort daadwerkelijk aan [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2] had verstrekt. De rechtbank benadrukte dat de verklaringen van de verdachte en [medeverdachte 1] lijnrecht tegenover elkaar stonden, en dat er geen andere bewijsstukken waren die de beweringen van de officier van justitie konden ondersteunen. Bovendien was er twijfel over het oogmerk van de verdachte, aangezien zij haar paspoort terug wilde en niet meer instemde met het gebruik ervan door anderen.
Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het ten laste gelegde feit, en sprak haar vrij van alle beschuldigingen. Dit vonnis werd uitgesproken op 1 februari 2012 door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, in aanwezigheid van de griffier.