ECLI:NL:RBMAA:2012:BV2660
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige bij gezagsdragende ouder
In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 januari 2012 uitspraak gedaan over de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen van de stichting 'Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg' (BJZ) en om een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing bij de andere gezagsdragende ouder, de vader, te verlenen. De kinderrechter had eerder op 19 januari 2012 een voorlopige ondertoezichtstelling uitgesproken, maar de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing was toen afgewezen. De kinderrechter oordeelde dat de minderjarige zodanig opgroeit dat haar zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig worden bedreigd, en dat andere middelen om deze bedreiging af te wenden hebben gefaald of naar verwachting zullen falen.
De kinderrechter heeft in deze beschikking bevestigd dat de uithuisplaatsing bij de andere gezagsdragende ouder noodzakelijk is om de veiligheid en basale zorg voor de minderjarige te waarborgen. De kinderrechter heeft overwogen dat er geen indicatiebesluit hoeft te worden overgelegd, omdat de machtiging tot uithuisplaatsing niet valt onder de geïndiceerde jeugdzorg zoals bedoeld in de Wet op de jeugdzorg. De beschikking van 19 januari 2012, voor zover deze de voorlopige ondertoezichtstelling betreft, blijft van kracht. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Tegen deze beschikking kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.